ECLI:NL:RBMNE:2024:758
Rechtbank Midden-Nederland
- Proces-verbaal
- Rechtspraak.nl
Afwijzing aanvraag woningurgentie op basis van Huisvestingsverordening
In deze uitspraak beoordeelt de Rechtbank Midden-Nederland het beroep van eiseres, een alleenstaande moeder met twee kinderen, tegen de afwijzing van haar aanvraag voor woningurgentie. De aanvraag werd door het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Utrecht afgewezen, omdat het urgente woonprobleem van eiseres niet in de gemeente Utrecht was ontstaan, maar in de gemeente waar zij eerder woonde. Eiseres heeft sinds maart 2021 tijdelijk bij haar broer gewoond en sindsdien afwisselend bij familieleden, maar het college oordeelde dat haar keuze om in Utrecht een aanvraag in te dienen geen reden was om de voorwaarden van de Huisvestingsverordening te negeren.
De rechtbank concludeert dat het college op goede gronden heeft besloten dat eiseres niet voldoet aan de voorwaarden voor woningurgentie. De rechtbank wijst erop dat de relatiebeëindiging, waar eiseres haar aanvraag op baseert, niet in Utrecht heeft plaatsgevonden. De rechtbank oordeelt ook dat er geen bijzondere omstandigheden zijn die het college zouden verplichten om de hardheidsclausule toe te passen. De gestelde psychische problemen van eiseres en de situatie van haar kinderen zijn niet voldoende om te concluderen dat er sprake is van een noodsituatie die een uitzondering rechtvaardigt.
De rechtbank verklaart het beroep ongegrond en stelt vast dat er geen gebrekkige motivering of tekortschietend onderzoek is geweest. Eiseres heeft geen recht op vergoeding van proceskosten. Partijen zijn gewezen op de mogelijkheid om in hoger beroep te gaan tegen deze mondelinge uitspraak.