4.3Het oordeel van de rechtbank
1. [slachtoffer] heeft volgens het
proces-verbaal van aangifte met bijlagevan 28 april 2023– zakelijk weergegeven – het volgende verklaard:
Op 27 april 2023 was ik bij [naam] in [plaats] . Ik hoorde plotseling vier a vijf harde knallen wat ik direct herkende als schoten van een vuurwapen. Ik ben op dat moment hard weggerend. Na ongeveer vijftig meter rennen stopte ik. Ik moest gaan zitten want ik voelde een enorme pijn in mijn rechterzij.
Er zijn in totaal drie patronen in mijn buik aangetroffen. Het letsel wat nu bekend is bij mij is het volgende:
-
dunne darm heeft meerdere gaten door een patroon waardoor de artsen een stuk hebben verwijderd;
-
een kogel is net boven het schaambeen heengegaan, vervolgens door de dikke darm heen en heeft een uitschot ter hoogte van mijn stuitje;
-
de drie patronen in mijn lichaam laten de artsen zitten.
Momenteel is er een tijdelijke stoma geplaatst in de hoop dat de darm gaat herstellen waardoor uiteindelijk de stoma weer operatief verwijderd gaat worden.
2. Verdachte heeft
ter terechtzitting van 2 februari 2024verklaard:
Het klopt dat ik op 27 april 2023 in [plaats] met een vuurwapen in het onderlichaam van aangever [slachtoffer] heb geschoten.
Vastelling van de feiten
Op grond van de inhoud van het dossier en het onderzoek ter terechtzitting gaat de rechtbank uit van na te noemen feiten en omstandigheden.
Verdachte en [A] zijn op 27 april 2023 bij [naam] in [plaats] met elkaar in aanvaring gekomen. Bij de toiletten ontstaat er irritatie en uiteindelijk een confrontatie. De beveiliging bemoeit zich ermee en verdachte en [A] gaan naar buiten. Buiten zoekt verdachte opnieuw de confrontatie met [A] . Aangever [slachtoffer] is een bekende van [A] en komt [A] te hulp. Verdachte trekt vervolgens een vuurwapen en schiet, hij raakt hierbij aangever in ieder geval drie keer in zijn onderlichaam.
Opzet op de dood
De rechtbank ziet zich voor de vraag gesteld of verdachte – al dan niet in voorwaardelijke vorm – opzet heeft gehad op de dood van aangever, waarmee sprake zou zijn van een poging tot doodslag. Dat sprake is geweest van vol opzet op de dood van aangever kan naar het oordeel van de rechtbank niet wettig en overtuigend worden bewezen. Wel is sprake geweest van voorwaardelijk opzet bij verdachte. Voorwaardelijk opzet op een bepaald gevolg – zoals hier de primair ten laste gelegde dood van aangever – is aanwezig indien verdachte zich willens en wetens heeft blootgesteld aan de aanmerkelijke kans dat dat gevolg zal intreden.
In het licht van het bovenstaand kader overweegt de rechtbank het volgende. Verdachte heeft ter zitting verklaard dat hij met een vuurwapen heeft geschoten op het onderlichaam van aangever. De kogels zijn inderdaad in de omgeving van het onderlichaam (de rechtbank verstaat daar onder het deel van het lichaam onder de navel) terecht gekomen. Het lossen van meerdere schoten op dit deel van het lichaam levert een aanmerkelijke kans op dodelijk letsel bij dat slachtoffer op. Dit is immers een kwetsbaar gedeelte van het lichaam omdat er verschillende organen zitten, waarvan beschadiging levensbedreigend kan zijn. Als deze organen uitvallen is medisch ingrijpen noodzakelijk om het leven van een slachtoffer te redden. Dat was nu ook het geval. De kogels hadden onder meer de darm geperforeerd. Aangever is opgenomen in het ziekenhuis, werd geopereerd en heeft een stoma gekregen die later weer is verwijderd. Het in de richting van het onderlichaam schieten van het slachtoffer is ook naar zijn uiterlijke verschijningsvorm aan te merken als zozeer gericht op het toebrengen van dodelijk letsel, dat hieruit de bewuste aanvaarding van verdachte van die aanmerkelijke kans volgt.
Conclusie
De rechtbank acht, gelet op het vorenstaande, wettig en overtuigend bewezen dat verdachte zich schuldig heeft gemaakt aan de primair ten laste gelegde poging tot doodslag, zoals hieronder onder 5 omschreven.
1. Verbalisant [verbalisant 1] heeft in een
proces-verbaal van bevindingen met fotobijlagevan 28 april 2023– zakelijk weergegeven – het volgende gerelateerd:
Op 27 april 2023 kregen wij de melding dat er zojuist een schietpartij had plaatsgevonden rondom [naam] te [plaats] . Vervolgens hoorden wij van een collega dat de mogelijk verdachte woonde op de [adres] te [woonplaats] . Wij kregen het verzoek om de woning te doorzoeken op basis van de Wet wapens en munitie.
Nadat ik in de grote slaapkamer was begonnen met de doorzoeking zag ik op de televisiemeubel een kastje staan. Ik deed de onderste la open van dit kastje en zag daar een zilveren/gouden patroon liggen. Verder zag ik op dat zelfde televisiemeubel een zwart doosje liggen met de tekst ‘’Handgun ammunition’. Ik zag onder de televisiemeubel een kartonnen doos liggen. Ik zag in deze doos vier kartonnen doosjes en twee losse patronen zitten.
Uiteindelijk zaten de volgende patronen in de doosjes:
Doosje 1:
Merk: Sellier & Bellot
Aantal patronen: 1
Doosje 2:
Merk: Sellier & Bellot
Aantal patronen: 40
Doosje 3:
Merk: Winchester T22
Aantal patronen: 10
Doosje 4:
Merk: Short
Aantal patronen: 19
Doosje 5:
Merk: Magtech
Aantal patronen: 2
Totaal aangetroffen patronen: 75
2. Verbalisant [verbalisant 2] heeft in een
proces-verbaal van bevindingenvan 5 september 2023– zakelijk weergegeven – het volgende gerelateerd:
Naar aanleiding van de onder dit proces aangetroffen- en in beslag genomen voorwerpen, is door mij in het kader van de Wet wapens en munitie, een nader onderzoek aan deze voorwerpen ingesteld, waarbij het onderstaande werd bevonden.
Goednummers : PL0900-2023123217-3154985 (a),
PL0900-2023123217-3154987 (b, c, d en e),
PL0900-2023123217-3154991 (f),
PL0900-2023123217-3154993 (g),
PL0900-2023123217-3154994 (h) en
PL0900-2023123217-3154995 (i)
SIN :AAQI5511NL, AAQI5506NL, AAQI5508NL, AAQI5509NL,
AAQI5507NL en AAQI5510NL
Munitie : scherpe patronen (foto's 1 t/m 17)
Categorie : III
Indien de patronen onbevoegd voorhanden worden gehouden:
Verbodsartikel : Artikel 26 lid 1 WWM
Strafartikel: Artikel 55 lid 1 WWM
a. 1 scherpe patroon kaliber 6.35mm Br., merk S&B (foto's 1 t/m 3), zijnde munitie bestemd of geschikt om een projectiel door middel van elk scherpschieten vuurwapen kaliber 6.35mm af te schieten;
b. 1 scherpe patroon kaliber .22 schort, merk RWS (foto's 4 en 5), zijnde munitie bestemd of geschikt om een projectiel door middel van elk scherpschietend vuurwapen kaliber .22short af te schieten;
c. 1 van origine knalpatroon kaliber 8mm Knall, merk GFL, omgebouwd naar
kogelpatroon kaliber stalen kogeltje (foto's 4 en 5), zijnde munitie bestemd of geschikt om een projectiel door middel van een omgebouwd gas- en/of
alarmpistool kaliber 8mm af te schieten.
d. 1 scherpe patroon kaliber 9mm Luger (=9x19mm), merk nny (foto's 4 en 5),
zijnde munitie bestemd of geschikt om een projectiel door middel van elk
scherpschietend vuurwapen kaliber 9x19mm af te schieten;
e. 1 scherpe patroon kaliber 9x19mm, merk S&B (foto's 4 en 5), zijnde munitie
bestemd of geschikt om een projectiel door middel van elk scherpschietend
vuurwapen kaliber 9x19mm af te schieten;
f. 40 scherpe patronen kaliber 9x19mm, merk S&B (foto's 6 t/m 8), zijnde munitie
bestemd of geschikt om een projectiel door middel van elk scherpschietend
vuurwapen kaliber 9x19mm af te schieten;
g. 10 scherpe patronen kaliber .221r, merk Winchester (foto's 9 t/m 11), zijnde
munitie bestemd of geschikt om een projectiel door middel van elk scherpschietend vuurwapen kaliber .221r af te schieten;
h. 2 scherpe patronen kaliber .32 Auto (=7.65mm), merk CBC (foto's 12 t/m 14), zijnde munitie bestemd of geschikt om een projectiel door middel van elk scherpschietend vuurwapen kaliber 7.65mm af te schieten;
i. 19 scherpe patronen kaliber .22 short, merk RWS (foto's 15 t/m 17), zijnde
munitie bestemd of geschikt om een projectiel door middel van elk scherpschietend vuurwapen kaliber .22 short af te schieten.
Deze patronen zijn munitie in de zin van artikel 1 aanhef onder 4, gelet
op artikel 2 lid 2 categorie III van de Wet wapens en munitie.
3. Verdachte heeft
ter terechtzitting van 2 februari 2024verklaard:
Het klopt dat de patronen in mijn slaapkamer zijn aangetroffen. Ik was de enige die daar verbleef.
BEWEZENVERKLARING
De rechtbank acht wettig en overtuigend bewezen dat verdachte:
op 27 april 2023 te [plaats] , gemeente Gooise Meren, ter uitvoering van het door verdachte voorgenomen misdrijf om [slachtoffer] opzettelijk van het leven te beroven, meerdere malen met een vuurwapen in de buik, althans het onderlichaam van die [slachtoffer] heeft geschoten,
terwijl de uitvoering van dat voorgenomen misdrijf niet is voltooid;
Feit 2:
op 27 april 2023 te [plaats] , gemeente Gooise Meren,
munitie van categorie III van de Wet wapens en munitie voorhanden heeft gehad, te weten scherpe patronen, namelijk
- 1 scherpe patroon kaliber 6.35mm Br., merk S&B;
- 1 scherpe patroon kaliber .22 schort, merk RWS;
- 1, van origine knalpatroon kaliber 8mm Knalll, merk GFL, omgebouwd naar kogelpatroon
kaliber stalen kogeltje;
- 1 scherpe patroon kaliber 9mm Luger (=9x19mm), merk nny;
- 1 scherpe patroon kaliber 9x19mm, merk S&B;
- 40 scherpe patronen kaliber 9x19mm, merk S&B;
- 10 scherpe patronen kaliber .221r, merk Winchester;
- 2 scherpe patronen kaliber .32 Auto (7.65mm), merk CBC;
- 19 scherpe patronen kaliber .22 short, merk RWS.
Voor zover in het bewezen verklaarde deel van de tenlastelegging taal- en/of schrijffouten voorkomen, zijn deze in de bewezenverklaring verbeterd. Verdachte is daardoor niet in de verdediging geschaad.
Hetgeen meer of anders is ten laste gelegd is niet bewezen. Verdachte wordt hiervan vrijgesproken.