In deze zaak heeft eiser, woonachtig in [plaats], beroep ingesteld tegen het Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport, omdat verweerder niet tijdig een besluit heeft genomen op het bezwaar van eiser. De rechtbank had eerder, op 27 september 2024, bepaald dat verweerder binnen zes weken opnieuw moest beslissen. Eiser stelt dat deze termijn is overschreden, wat aanleiding geeft voor het indienen van beroep. De rechtbank heeft besloten om partijen niet uit te nodigen voor een zitting, omdat dit in deze zaak niet noodzakelijk werd geacht.
De rechtbank constateert dat verweerder inderdaad niet binnen de gestelde termijn een nieuw besluit heeft genomen. Het beroep wordt gegrond verklaard, en de rechtbank draagt verweerder op om uiterlijk 15 januari 2025 alsnog een besluit bekend te maken. Tevens is er een dwangsom van € 100,- per dag opgelegd voor elke dag dat de beslistermijn wordt overschreden, met een maximum van € 15.000,-. Eiser heeft geen proceskosten gemaakt die vergoed moeten worden, maar het griffierecht van € 187,- moet door verweerder aan eiser worden vergoed.
De uitspraak is openbaar uitgesproken op 30 december 2024 door mr. B. Fijnheer, in aanwezigheid van griffier C.A.A.W. van der Heijden. Eiser heeft de mogelijkheid om binnen zes weken na verzending van de uitspraak een verzetschrift in te dienen als hij het niet eens is met de uitspraak.