Uitspraak
RECHTBANK Midden-Nederland
1.De procedure
- de conclusie van antwoord met producties1 t/m 15,
- de brief waarin een mondelinge behandeling is bepaald,
2.De kern
3.Waar gaat de zaak over
zonderdaarbij te vermelden dat er een tweede recht van hypotheek aan de vordering verbonden was.
4.De beoordeling
- direct bij de indiening van de vordering bij de bewindvoerder het hypotheekrecht moeten noemen op grond van artikel 110 Fw,
- bij de verificatievergadering melding kunnen doen van het hypotheekrecht,
- verzet kunnen indienen tot tien dagen na de verificatievergadering en,
- alsnog melding kunnen doen van het hypotheekrecht toen zij de slotuitdelingslijst ontving met het bedrag wat Intrum zou ontvangen uit de Wsnp-boedel.
- op de vordering een recht van hypotheek tot zekerheid strekt,
- het hypotheekrecht gevestigd is op het registergoed waarin de schuldenaar woonachtig is, en
- indien op de rente van deze vordering artikel 303 Fw, derde lid, van toepassing is.