Uitspraak
RECHTBANK Midden-Nederland
1.De procedure
- het verzoekschrift met producties, ontvangen op 28 juni 2024,
- een brief van [verzoekster] met reactie op het verzoek van de deelgeschillenrechter om het verzoekschrift aan te vullen met een overzicht van de schadeposten, waar mogelijk met een indicatie van de omvang ervan (op grond van artikel 1019x lid 3 aanhef en onder a Rv), ontvangen op 16 juli 2024,
- het bericht van NH1816 dat zij en haar advocaat niet op de zitting verschijnen, ontvangen op 15 oktober 2024,
- de mondelinge behandeling van 17 oktober 2024, waarvan de griffier aantekeningen heeft gemaakt.
2.De beoordeling
‘met volle vaart’achterop haar autois gereden. Ook om die reden staat het causaal verband tussen het ongeval van 12 februari 2021 en de klachten niet vast. In dit deelgeschil zijn geen nieuwe feiten of omstandigheden naar voren gekomen die maken dat NH1816 zich niet in redelijkheid op dit standpunt kan stellen. Daarnaast is er in deelgeschil in principe geen ruimte voor een bewijsopdracht (bijvoorbeeld door een deskundigenbericht) om dit alsnog te laten ophelderen (artikel 1019z Rv).