ECLI:NL:RBMNE:2024:75

Rechtbank Midden-Nederland

Datum uitspraak
12 januari 2024
Publicatiedatum
12 januari 2024
Zaaknummer
16/093290-23 (P)
Instantie
Rechtbank Midden-Nederland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Internationaal politieonderzoek naar criminele handelswebsite Genesis Market met computervredebreuk, identiteitsfraude en diefstal

In de zaak tegen de verdachte, die betrokken was bij het internationale politieonderzoek 'Cookiemonster' naar de criminele handelswebsite Genesis Market, heeft de rechtbank Midden-Nederland op 12 januari 2024 uitspraak gedaan. De verdachte heeft door hackers verkregen gegevens, zoals gebruikersnamen en wachtwoorden, aangeschaft op Genesis Market en deze gebruikt om geldbedragen te stelen van een groot aantal slachtoffers. De rechtbank heeft vastgesteld dat de verdachte zich schuldig heeft gemaakt aan computervredebreuk, identiteitsfraude, en diefstal met valse sleutels, en heeft hem veroordeeld tot een gevangenisstraf van vier jaar, met aftrek van het voorarrest. De rechtbank heeft ook beslissingen genomen over beslag en vorderingen van benadeelde partijen, waarbij een aantal vorderingen gedeeltelijk zijn toegewezen.

De tenlastelegging omvatte meerdere feiten, waaronder het binnendringen in geautomatiseerde systemen van financiële instellingen, het vervaardigen en gebruiken van valse identiteitsdocumenten, en het voorhanden hebben van een automatisch vuurwapen en drugs. De rechtbank heeft de verdachte van enkele onderdelen van de tenlastelegging vrijgesproken, maar heeft de meeste feiten wettig en overtuigend bewezen verklaard. De rechtbank heeft de ernst van de feiten en de impact op de slachtoffers zwaar laten meewegen in de strafoplegging.

De verdachte heeft zich gedurende een lange periode schuldig gemaakt aan deze strafbare feiten, waarbij hij gebruik maakte van geavanceerde technieken en een georganiseerde aanpak. De rechtbank heeft benadrukt dat dergelijk frauduleus handelen het vertrouwen in de veiligheid van digitaal betalingsverkeer ondermijnt en een grote negatieve impact heeft op de samenleving.

Uitspraak

RECHTBANK MIDDEN-NEDERLAND

Strafrecht
Zittingsplaats Lelystad
Parketnummer: 16/093290-23 (P)
Vonnis van de meervoudige kamer van 12 januari 2024
in de strafzaak tegen
[verdachte],
geboren op [1991] te [geboorteplaats] ,
wonende aan de [adres] , [postcode] te [woonplaats] ,
gedetineerd in de [verblijfplaats] .

1.ONDERZOEK TER TERECHTZITTING

Dit vonnis is op tegenspraak gewezen naar aanleiding van het onderzoek op de openbare terechtzittingen van 3 juli 2023, 22 december 2023 en 12 januari 2024.
De rechtbank heeft kennisgenomen van de vordering en standpunten van officier van justitie mr. R. Craenen en van hetgeen verdachte en zijn raadsman, mr. C.F. Korvinus, advocaat te Amsterdam, naar voren is gebracht. Verder heeft de rechtbank kennis genomen van wat door mr. W.R. Jonk namens de benadeelde partij [benadeelde partij 5] B.V. naar voren is gebracht.

2.TENLASTELEGGING

De tenlastelegging is op de zitting gewijzigd. De gewijzigde tenlastelegging is als bijlage aan dit vonnis gehecht.
De verdenking komt er, kort en feitelijk weergegeven, op neer dat verdachte:
feit 1
in de periode van 27 juli 2019 tot en met 15 mei 2022 in Almere, samen met een of meer anderen, een geautomatiseerd werk, te weten de servers en/of de netwerken en/of de infrastructuur van verschillende financiële instellingen, bevattende accounts van dertien slachtoffers, is binnengedrongen;
feit 2 primair
in de periode van 27 juli 2019 tot en met 4 april 2023 in Almere, samen met een of meer anderen, gegevens, te weten gebruikersnamen, wachtwoorden, browsercookies en/of browser fingerprints, toebehorende aan 221 personen, heeft vervaardigd, ontvangen, zich heeft verschaft, verkocht, overgedragen, verworven, vervoerd, ingevoerd, verspreid, anderszins ter beschikking gesteld en/of voorhanden heeft gehad, waarvan verdachte telkens wist dat die bestemd waren tot het plegen van een in artikel 138ab en/of artikel 231b en/of artikel 311 Wetboek van Strafrecht omschreven misdrijf;
feit 2 subsidiair
in de periode van 27 juli 2019 tot en met 3 april 2023 in Almere, samen met een of meer anderen, computerwachtwoorden en toegangscodes heeft vervaardigd, verkocht, verworven, ingevoerd, verspreid, anderszins ter beschikking heeft en/of voorhanden heeft gehad, met het oogmerk om daarmee een misdrijf als bedoeld in artikel 138ab, eerste lid, 138b of 139c Wetboek van Strafrecht te plegen;
feit 3
in de periode van 27 juli 2019 tot en met 15 mei 2022 in Almere, samen met een of meer anderen, identificerende persoonsgegevens, niet zijnde biometrische persoonsgegevens, van 15 slachtoffers, heeft gebruikt met het oogmerk om zijn identiteit te verhelen en/of de identiteit van de slachtoffers te verhelen en/of te misbruiken, waardoor enig nadeel kon ontstaan;
feit 4
in de periode van 8 oktober 2019 tot en met 10 februari 2022 in Almere, samen met een of meer anderen, geldbedragen van 7 slachtoffers, in totaal een bedrag van 100.295,94 euro, heeft gestolen door middel van valse sleutels;
feit 5
op 4 april 2023 in Almere een automatisch vuurwapen met patroonmagazijn en munitie voorhanden heeft gehad;
feit 6
op 4 april 2023 in Almere 868,91 gram hasjiesj aanwezig heeft gehad;
feit 7
op 4 april 2023 in Almere 45,71 gram MDMA en 1,38 gram cocaïne aanwezig heeft gehad.

3.VOORVRAGEN

De dagvaarding is geldig, de rechtbank is bevoegd tot kennisneming van het tenlastegelegde, de officier van justitie is ontvankelijk in de vervolging van verdachte en er zijn geen redenen voor schorsing van de vervolging.

4.WAARDERING VAN HET BEWIJS

4.1
Het standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie acht het onder 1, 2 primair en 3 tot en met 7 tenlastegelegde wettig en overtuigend te bewijzen. De officier van justitie heeft gevorderd om verdachte telkens vrij te spreken van het ten laste gelegde medeplegen. Tevens heeft de officier van justitie vrijspraak gevorderd van de onder 3 onder ten laste gelegde identificerende persoonsgegevens van [A] en de onder 4 ten laste gelegde diefstal van [B] en/of [stichting] .
4.2
Het standpunt van de verdediging
De raadsman heeft vrijspraak bepleit van het onder 1 tot en met 7 tenlastegelegde. Hij heeft daartoe aangevoerd dat er bij verdachte veel personen over de vloer kwamen en dat niet is uit te sluiten dat ook andere personen dan verdachte gebruik hebben gemaakt van de zogenoemde ‘bots’ om vervolgens in te breken op de verschillende accounts. Omdat niet met zekerheid kan worden vastgesteld dat verdachte zich aan de verweten gedragingen schuldig heeft gemaakt, moet hij worden vrijgesproken van het onder 1 tot en met 4 tenlastegelegde.
Ook ten aanzien van de in de woning van verdachte aangetroffen verschillende hoeveelheden drugs en het vuurwapen geldt dat die niet aan verdachte zijn toe te rekenen omdat er meerdere personen van de woning gebruikmaakten en verdachte geen enkele wetenschap had van de aanwezigheid van de drugs en het vuurwapen. Dat het DNA van verdachte op het vuurwapen is aangetroffen, betekent niet dat verdachte het in handen heeft gehad. Het vuurwapen zat immers in een boodschappentas die verdachte vroeger weleens gebruikt heeft.
4.3
Het oordeel van de rechtbank
Bewijsmiddelen feit 1, feit 2 primair, feit 3, feit 4, feit 5, feit 6 en feit 7
Indien hoger beroep wordt ingesteld zullen de bewijsmiddelen worden uitgewerkt en opgenomen in een bijlage die aan dit vonnis zal worden gehecht.
Bewijsoverwegingen feit 1, feit 2 primair, feit 3 en feit 4
Inleiding
Verdachte is naar voren gekomen in het internationale onderzoek naar de criminele digitale marktplaats Genesis Market waar de gestolen digitale identiteit van ruim twee miljoen nietsvermoedende mensen te koop wordt aangeboden (Operatie Cookiemonster).
Op Genesis Market kan men zogeheten ‘bots’ kopen. Een bot van Genesis Market bevat een unieke digitale vingerafdruk van een geïnfecteerde computer, inclusief afgevangen inlognamen en wachtwoorden, browsergegevens en cookies, die middels malware verkregen is van nietsvermoedende slachtoffers. Met behulp van de aangekochte gegevens kan een koper inloggen op bijvoorbeeld een account van een slachtoffer bij een webwinkel en vervolgens malafide bestellingen doen, al dan niet met de aan het account gekoppelde betalingsdiensten. Ook kan met de gegevens die met een bot worden aanschaft de digitale identiteit van een geïnfecteerde computer nauwkeurig worden nagebootst. Door gebruik te maken van deze digitale identiteit kunnen anti-fraudesystemen bij websites worden misleid en lijkt het voor deze websites alsof de originele gebruiker inlogt. Op deze manier kan de gebruiker die de bot heeft aangeschaft misbruik maken van de gegevens die op de geïnfecteerde computer zijn aangetroffen. Zolang een computer met malware geïnfecteerd is worden ook eventuele wijzigingen van wachtwoorden doorgegeven aan de bot.
Op Genesis Market wordt tevens een plug-in aangeboden voor de meest gebruikte browsers, waarmee een digitale vingerafdruk uit een aangekochte bot kan worden ingeladen zodat men op relatief gemakkelijke wijze een ‘digitale dubbelganger’ kan creëren. Ook wordt er op Genesis Market een eigen browser aangeboden die het mogelijk maakt om anoniem te surfen op het internet, zonder dat er informatie wordt uitgelekt naar analytische systemen.
Genesis Market is bijzonder professioneel ingericht. De bots kunnen met diverse cryptovaluta relatief anoniem worden gekocht. Voor klachten heeft Genesis Market een eigen ticketsysteem, gelijkend op het klachtensysteem van een website van een willekeurig bonafide bedrijf. Er is ook een online handleiding. Een gebruiker van de bots hoeft dus geen hacker te zijn om gebruik te maken van de diensten van Genesis Market .
Opvallend is dat een bot maar eenmaal wordt verkocht. Men koopt met iedere bot dus in feite toegang tot de computer van één slachtoffer, of beter gezegd, men koopt een abonnement op een slachtoffer. Als een bot eenmaal wordt verkocht dan wordt deze niet opnieuw te koop aangeboden.
Aangiftes
In de onderhavige zaak is er in de periode van 17 juni 2019 tot en met 31 maart 2022 door of namens eenentwintig slachtoffers aangifte gedaan van computervredebreuk en identiteitsfraude. Bij een aantal slachtoffers is tevens geld gestolen, bijvoorbeeld doordat bestellingen werden betaald met online betalingsaccounts van de slachtoffers, bedragen werden overgeschreven van beleggingsrekeningen van de slachtoffers naar onbekende bankrekeningen of een bedrag uit een bouwdepot van een van de slachtoffers werd gestort op een onbekende bankrekening. Er is bij een aantal slachtoffers zelfs getracht levensverzekeringen, lijfrenteverzekeringen en een pensioen uit te laten keren op onbekende bankrekeningen.
Bij al deze slachtoffers is gebruik gemaakt van identificerende persoonsgegevens van de betreffende slachtoffers en kopieën van valse paspoorten of identiteitskaarten op naam van die slachtoffers. Ook zijn hierbij inloggegevens van de slachtoffers gebruikt om in te loggen op de e-mailaccounts van de slachtoffers of in de digitale omgeving van de slachtoffers bij banken en verzekeringsmaatschappijen om daar wijzigingen aan te brengen.
Verdenking verdachte
Accounts bij Genesis Market zijn verbonden aan een gebruiker-ID. Een van deze ID’s betreft het nummer [nummer] . Uit de bewijsmiddelen volgt dat er met ID [nummer] in totaal 221 bots/
fingerprintszijn aangeschaft. In de periode van 29 juli 2019 tot 7 november 2020 zijn er 31 Bitcoin-transacties met ID [nummer] verricht. Uit gegevens van de cryptovalutahandelsplatform Coinbase blijkt dat er bij een deel van die transacties gebruik is gemaakt van 2 Coinbase-accounts, waarvan er 1 op naam staat van verdachte. Ook volgt uit de gegevens dat met het Coinbase-account op naam van verdachte is ingelogd en cryptovaluta is overgemaakt via 2 IP-adressen die gekoppeld zijn aan het adres van de woning van verdachte. Deze bevindingen hebben geleid tot de verdenking van de betrokkenheid van verdachte bij het tenlastegelegde.
Doorzoeking [adres]
Op 4 april 2023 vindt er een doorzoeking plaats in de woning van verdachte in [plaats] . Op dat moment zijn uitsluitend verdachte en zijn vriendin in de woning aanwezig. Bij de doorzoeking worden 28 telefoons, 5 laptops en meerdere simkaarten aangetroffen. Er worden ook valse identiteitskaarten, een pasjesprinter, pasfoto’s van onbekende personen en blanco pasjes aangetroffen. Verder wordt een grote hoeveelheid aan administratieve bescheiden aangetroffen, waaronder financiële documenten op naam van onbekende personen, lijsten met e-mailadressen en wachtwoorden, een briefje met het wachtwoord van gebruiker ID [nummer] op Genesis Market (namelijk “ [wachtwoord] ”) en een Coinbase debetkaart op naam van verdachte.
Bij nader onderzoek worden op een van de aangetroffen telefoons sporen aangetroffen van zoekacties op de website van Genesis Market . In de browsergeschiedenis van een van de aangetroffen laptops is te zien dat meermalen de website van Genesis Market is bezocht door de gebruiker [....] . Deze naam komt (grotendeels) overeen met de naam die ook is gekoppeld aan het account waarmee bestellingen werden gedaan bij [website] en werden afgeleverd op de [adres] in [plaats] , namelijk “ [.....] ”, “ [......] ”, “ [.......] ” en “ [........] ”.
Verder is uit onderzoek gebleken dat de invite code die is gebruikt om het Genesis Market account met user ID [nummer] te activeren overeenkwam met de code die aanwezig was in de url die op 27 juli 2019 vanaf genoemde laptop is bezocht. Uit datzelfde onderzoek is gebleken dat het wachtwoord “ [wachtwoord] ” 54 keer is aangetroffen op de computer, wat betekent dat dit wachtwoord - zijnde het wachtwoord van user ID [nummer] - is ingevoerd op deze computer. Ten slotte blijkt dat de gebruikersnaam van user ID [nummer] , te weten [gebruikersnaam] , 785 keer voorkomt in de image op deze laptop.
Op diverse aangetroffen gegevensdragers en administratieve bescheiden worden verder meerdere identificerende gegevens en accountgegevens bij diverse instellingen aangetroffen van diverse aangevers. Zo zijn op een van de telefoons persoonlijke gegevens aangetroffen van aangever [D] , waaronder inloggegevens en de afkoopwaarde van de levensverzekering van [D] . Ook worden meerdere foto’s van valse paspoorten en valse identiteitskaarten aangetroffen op een aantal gegevensdragers. Ten slotte volgt uit het onderzoek van de politie dat op een aantal van de aangetroffen telefoons meerdere financiële applicaties en VPN-applicaties staan geïnstalleerd.
Oordeel van de rechtbank
Zoals hiervoor vermeld, zijn bij de doorzoeking diverse goederen aangetroffen in de woning van verdachte en waren op dat moment uitsluitend verdachte en zijn vriendin in de woning aanwezig. De vriendin heeft verklaard dat zij niets weet van de aangetroffen goederen en verdachte heeft dat ter terechtzitting bevestigd. Daar komt bij dat verdachte verder ter terechtzitting heeft verklaard dat elke verdieping een eigen keuken en badkamer heeft en dat iedere verdieping via een aparte deur, met een slot, is afgesloten. Onder die omstandigheden mag ervan worden uitgegaan dat verdachte verantwoordelijk is voor de aangetroffen goederen en dat hij degene is die deze goederen in gebruik had.
Dit vindt bevestiging in het feit dat van een aantal van de aangetroffen gegevensdragers kan worden vastgesteld dat verdachte die ook daadwerkelijk heeft gebruikt, omdat daarop meerdere gegevens staan die (uitsluitend) naar hem te herleiden zijn. Zo is op een van de aangetroffen telefoons een WhatsApp-bericht aangetroffen waarin [verdachte (voornaam)] , de voornaam van verdachte, wordt gefeliciteerd met zijn verjaardag, welk bericht is verstuurd op de dag dat verdachte jarig was. Op meerdere telefoons zijn selfies van verdachte aangetroffen. Ook is het e-mailadres [e-mailadres 1] , waarvan verdachte heeft verklaard dat hij dat e-mailadres heeft gebruikt, en het e-mailadres [e-mailadres 2] aangetroffen op een aantal van de gegevensdragers. Op een van de aangetroffen laptops zijn verder sporen aangetroffen van het gebruik van [website] met het e-mailadres en het woonadres van verdachte. Verdachte heeft bovendien zelf verklaard van een aantal van de aangetroffen telefoons gebruik te hebben gemaakt.
Verdachte heeft verklaard dat hij niets te maken heeft met het tenlastegelegde. Volgens verdachte verbleven de afgelopen vier jaar verschillende mensen in zijn woning die misbruik hebben gemaakt van zijn gastvrijheid. De goederen die zijn aangetroffen bij de doorzoeking van zijn woning zijn door die personen achtergelaten. Ook hebben deze personen misbruik gemaakt van zijn identiteit. De namen van deze personen kan of wil verdachte niet noemen.
De rechtbank acht deze verklaring van verdachte niet aannemelijk omdat deze niet verifieerbaar is en op geen enkele manier concreet is gemaakt. De rechtbank gaat daarom voorbij aan deze verklaring en gaat er dan ook van uit dat verdachte alle in zijn woning aangetroffen goederen in gebruik had.
Feit 2
Gelet op het voorgaande, in het bijzonder het aantreffen van een briefje met het wachtwoord van ID [nummer] op Genesis Market in de woning van verdachte en het feit dat vanuit de woning van verdachte is ingelogd met ID [nummer] , is de rechtbank van oordeel dat voldoende is komen vast te staan dat verdachte de gebruiker is geweest van ID [nummer] en dat verdachte de ten laste gelegde bots en
fingerprintsheeft aangeschaft zodat het onder 2 primair tenlastegelegde wettig en overtuigend is bewezen. Uit de stukken in het dossier volgt niet dat er inloggegevens, browsercookies of
fingerprintszijn aangetroffen van aangevers [R] , [S] en [P] . De rechtbank zal verdachte van die onderdelen van de tenlastelegging partieel vrijspreken.
Feit 3
Onder de aangetroffen gegevensdragers en de administratieve bescheiden bevinden zich diverse identificerende persoonsgegevens en kopieën van valse paspoorten en identiteitskaarten die blijkens de aangiftes zijn gebruik om geldbedragen te ontvreemden dan wel trachten te ontvreemden. Verdachte heeft geen aannemelijke verklaring gegeven voor de aanwezigheid hiervan. Niet is gebleken dat een ander dan verdachte de beschikking heeft gehad over deze gegevens en kopieën. De rechtbank acht derhalve het onder 3 tenlastegelegde wettig en overtuigend bewezen.
Feit 1
Gelet op het voorgaande kan het naar het oordeel van de rechtbank niet anders zijn dan dat het verdachte is geweest die middels de door hem aangeschafte bots en
fingerprintsen de bij hem aangetroffen identificerende persoonsgegevens van anderen en valse paspoorten en identiteitskaarten, heeft ingebroken in de accounts van de slachtoffers zoals ten laste is gelegd. Hierbij neemt de rechtbank mede in aanmerking dat een bot slechts eenmaal wordt verkocht en de gegevens die daarbij zijn buitgemaakt niet tevens door een ander via Genesis Market kunnen worden aangeschaft. De rechtbank acht derhalve ook het onder 1 tenlastegelegde wettig en overtuigend bewezen. Dit geldt niet voor de accounts van Nationale Nederlanden van [R] , [S] en [P] omdat uit de stukken in het dossier niet volgt dat er sprake is van het inbreken in een account en er daarnaast geen inloggegevens van deze aangevers zijn aangetroffen onder verdachte. De rechtbank zal verdachte van deze onderdelen van de tenlastelegging partieel vrijspreken.
Feit 4
Bij een aantal slachtoffers is er daadwerkelijk een geldbedrag weggenomen. Van deze slachtoffers is reeds vastgesteld dat verdachte identificerende persoonsgegevens, inloggegevens en kopieën van valse paspoorten of identiteitskaarten voorhanden heeft gehad. Niet gebleken is dat anderen gebruik hebben gemaakt van (de combinatie) van deze gegevens. De rechtbank volgt niet het betoog van de verdediging dat in het geval van aangever [C] het bedrag van € 4.500,00 is geblokkeerd bij de bank en is teruggestort op de bankrekening van [C] , omdat uit de aangifte van [C] volgt dat dit bedrag daadwerkelijk van de rekening is afgeschreven. Mede gelet op het voorgaande acht de rechtbank ook het onder 4 tenlastegelegde wettig en overtuigend bewezen. Uitzondering hierop is het ten laste gelegde bedrag van [B] en/of [stichting] . Niet is gebleken dat dit bedrag daadwerkelijk is weggenomen zodat de rechtbank verdachte van dit onderdeel van de tenlastelegging partieel zal vrijspreken.
Vrijspraak medeplegen
De rechtbank heeft sterk de indruk dat verdachte het onder 1 tot en met 4 tenlastegelegde niet in zijn eentje kan hebben gepleegd. Uit het dossier volgen ook aanwijzingen dat er anderen dan verdachte bij betrokken zijn geweest. Het dossier bevat echter onvoldoende bewijs voor een nauwe en bewuste samenwerking tussen verdachte en anderen. Verdachte heeft zelf ook geen enkele verklaring gegeven over personen met wie hij het onder 1 tot en met 4 tenlastegelegde zou hebben gepleegd. Daarom is de rechtbank van oordeel dat er onvoldoende wettige en overtuigend bewijs is voor medeplegen zodat verdachte van dit onderdeel van de tenlastelegging telkens zal worden vrijgesproken.
Bewijsoverwegingen feiten 5, 6 en 7
Bij de hierboven genoemde doorzoeking is ook een automatisch vuurwapen met bijbehorende munitie aangetroffen in een tas onder het bed in de slaapkamer van verdachte. Op de ruwe delen, de trekker, de trekkerbeugel en het patroonmagazijn is het DNA-profiel van een man aangetroffen, waarvan verdachte de mogelijke donor kan zijn. De frequentie van het DNA-profiel is kleiner dan één op één miljard. Gelet op deze waarschijnlijkheidsgraad en het feit dat het wapen is aangetroffen in de slaapkamer van de woning van verdachte, concludeert de rechtbank dat het DNA op het wapen van verdachte is.
Verdachte heeft verklaard dat hij het vuurwapen nooit heeft gezien en dat het vuurwapen is neergelegd door de personen die hij in zijn woning heeft laten verblijven. Dat zijn DNA op het vuurwapen is aangetroffen kan volgens verdachte verklaard worden doordat de verbalisanten die het vuurwapen hebben aangetroffen het vuurwapen op het bed van verdachte hebben gelegd. Ook is het volgens verdachte mogelijk dat zijn DNA op het vuurwapen terecht is gekomen omdat het vuurwapen verstopt zat in een boodschappentas die verdachte vroeger weleens had gebruikt.
De rechtbank acht de verklaring van verdachte niet aannemelijk en gaat daaraan voorbij. Hoewel uit het dossier volgt dat het vuurwapen door de verbalisanten op het bed van verdachte is gelegd, is op foto’s te zien dat het vuurwapen op dat moment op een onderzoekskleed van de politie lag. Er is geen enkele aanwijzing dat het vuurwapen in contact is gekomen met het bed(dengoed). De rechtbank acht DNA-overdracht via het bed daarom niet aannemelijk. Ook is niet aannemelijk geworden dat er sprake is geweest van secundaire overdracht via de boodschappentas. Gelet op de locaties waar het DNA van verdachte is aangetroffen acht de rechtbank dit scenario ook niet aannemelijk.
Zoals hierboven reeds is overwogen gaat de rechtbank ervan uit dat verdachte verantwoordelijk is voor de aangetroffen goederen en dat hij degene is die deze goederen in gebruik had. Dat geldt dus ook voor de in de woning aangetroffen verdovende middelen. Verdachte heeft daarover bovendien ter terechtzitting verklaard dat hij wist dat deze drugs zich in zijn woning bevonden. Dat deze deels aan anderen zouden toebehoren, zoals verdachte heeft verklaard, doet er niet aan af dat verdachte wetenschap had van en beschikkingsmacht over al de verdovende middelen.

5.BEWEZENVERKLARING

De rechtbank acht wettig en overtuigend bewezen dat verdachte:
feit 1
in de periode van 27 juli 2019 tot 16 mei 2022 te [plaats] opzettelijk en wederrechtelijk in (een gedeelte van) geautomatiseerde werken, te weten de servers en/of de netwerken en/of de infrastructuur, bevattende het
  • het account van Aegon van [D] ,
  • het account van de ING bank en Paypal en het Gmail account van [benadeelde partij 3] ,
  • het account van Robeco van [E] ,
  • het account van Nationale Nederlanden en Hotmail account van [F] ,
  • het account van Robeco van [G] ,
  • het account van DeGiro van [H] ,
  • het account van Centraal Beheer van [I] ,
  • het account van Robeco en SNS bank van [benadeelde partij 4] ,
  • het account van Robeco van [J] ,
  • het account van Robeco van [K] ,
is binnengedrongen door het doorbreken van een beveiliging en/of met behulp een valse sleutel en/of door het aannemen van een valse hoedanigheid, te weten door in te loggen met onrechtmatig verkregen inloggegevens op het account van die [D] en [benadeelde partij 3] en [E] en [F] en [G] en [H] en [I] en [benadeelde partij 4] en [J] en [K] ;
feit 2 primair
in de periode van 27 juli 2019 tot en met 4 april 2023 te [plaats] , meermalen, gegevens, te weten gebruikersnamen en wachtwoorden en browsercookies en browser fingerprints toebehorende aan 221 personen, waaronder [D] , [benadeelde partij 3] , [benadeelde partij 2] , [L] , [E] , [F] , [M] , [B] en [stichting] , [C] , [N] , [G] , [O] , [P] , [H] , [I] , [Q] , [benadeelde partij 4] , [J] , [K] , zich heeft verschaft en voorhanden heeft gehad, waarvan verdachte telkens wist dat die bestemd waren tot het plegen van een in artikel 231b en/of artikel 311 Wetboek van Strafrecht omschreven misdrijf;
feit 3
in de periode van 27 juli 2019 tot 16 mei 2022 te [plaats] , opzettelijk en wederrechtelijk identificerende persoonsgegevens, niet zijnde biometrische persoonsgegevens, van anderen, te weten [D] , [benadeelde partij 3] , [L] , [E] , [C] , [G] , [O] , [R] , [S] , [P] , [A] , [H] , [I] , [benadeelde partij 4] , [K] heeft gebruikt door een vals danwel gemanipuleerd identiteitsdocument te gebruiken om bankrekeningen en beleggingsrekeningen en accounts van Nationale Nederlanden en/of Coinbase en/of Aegon en/of Centraal Beheer en/of Robeco, aan te maken of te wijzigen en/of toe te voegen en/of op te heffen op naam van die [D] en [benadeelde partij 3] en [L] en [E] en [C] en [G] en [O] en [R] en [S] en [P] en [A] en [H] en [I] en [benadeelde partij 4] en [K] , met het oogmerk om zijn identiteit te verhelen en de identiteit van de ander te misbruiken, waardoor enig nadeel kon ontstaan;
feit 4
in de periode van 8 oktober 2019 tot en met 10 februari 2022 te [plaats] , geldbedragen, welke toebehoorden aan
  • [benadeelde partij 3] (69,75 USD en 122,05 euro),
  • [L] (1120,- euro),
  • [E] (23.062,81 euro)
  • [C] (4500,- euro),
  • [G] (4000,- euro),
  • [benadeelde partij 4] (67.339,40 euro),
heeft weggenomen met het oogmerk om het zich wederrechtelijk toe te eigenen, terwijl verdachte zich de toegang tot de plaats van het misdrijf heeft verschaft en door middel van valse sleutels, met behulp van aangekochte bots en gebruikersnamen en wachtwoorden en inloggegevens voor het inloggen op bankrekeningen en beleggingsrekeningen en accounts van Coinbase;
feit 5
op 4 april 2023 te [plaats] een wapen van categorie II, onder 2 en onder 3 van de Wet wapens en munitie, te weten
  • een aanvalsgeweer, merk/model, Cugir AK-47, uit Roemenië, kaliber 7.62x39 mm
  • een patroonmagazijn, met daarin munitie
en/of
munitie, als bedoeld in artikel 2, lid 2, categorie III van de Wet wapens en munitie, te weten 30 scherpe patronen, kaliber 7.62x39 mm, voorhanden heeft gehad;
feit 6
op 4 april 2023 te [plaats] , opzettelijk aanwezig heeft gehad 867,68 gram hasjiesj, zijnde hasjiesj een middel als bedoeld in de bij de Opiumwet behorende lijst II;
feit 7
op 4 april 2023 te [plaats] , opzettelijk aanwezig heeft gehad 45,71 gram MDMA en 1,38 gram cocaïne, zijnde MDMA en cocaïne telkens een middel als bedoeld in de bij de Opiumwet behorende lijst I.
Voor zover in het bewezen verklaarde deel van de tenlastelegging taal- en/of schrijffouten voorkomen, zijn deze in de bewezenverklaring verbeterd. Verdachte is daardoor niet in de verdediging geschaad.
Hetgeen onder 1, 2 primair en 3 tot en met 7 meer of anders is ten laste gelegd is niet bewezen. Verdachte wordt hiervan vrijgesproken.

6.STRAFBAARHEID VAN DE FEITEN

Er is geen omstandigheid aannemelijk geworden die de strafbaarheid van het bewezenverklaarde uitsluit, zodat dit strafbaar is.
Het bewezenverklaarde levert volgens de wet de volgende strafbare feiten op:
feit 1
computervredebreuk, meermalen gepleegd;
feit 2 primair
gegevens zich verschaffen en voorhanden hebben waarvan hij weet dat zij bestemd zijn tot het plegen van een in artikel 231b van het Wetboek van Strafrecht omschreven misdrijf, dan wel een misdrijf omschreven in artikel 311 van het Wetboek van Strafrecht voor zover het feit betrekking heeft op de verkrijging van een niet-contant betaalinstrument, meermalen gepleegd;
feit 3
opzettelijk en wederrechtelijk identificerende persoonsgegevens, niet zijnde biometrische persoonsgegevens, van een ander gebruiken met het oogmerk om zijn identiteit te verhelen en de identiteit van een ander te misbruiken, waardoor uit dat gebruik enig nadeel kan ontstaan, meermalen gepleegd;
feit 4
diefstal, waarbij de schuldige zich de toegang tot de plaats van het misdrijf heeft verschaft door middel van valse sleutels, meermalen gepleegd;
feit 5
handelen in strijd met artikel 26, eerste lid, van de Wet wapens en munitie en het feit begaan met betrekking tot een wapen van categorie II, met uitzondering van onderdeel 2º of onderdeel 7º
en
handelen in strijd met artikel 26, eerste lid, van de Wet wapens en munitie;
feit 6
opzettelijk handelen in strijd met het in artikel 3 onder C van de Opiumwet gegeven verbod;
feit 7
opzettelijk handelen in strijd met het in artikel 2 onder C van de Opiumwet gegeven verbod, meermalen gepleegd.

7.STRAFBAARHEID VAN VERDACHTE

Er is geen omstandigheid gebleken of aannemelijk geworden die de strafbaarheid van verdachte uitsluit. Verdachte is dan ook strafbaar.

8.OPLEGGING VAN STRAF

8.1
De vordering van de officier van justitie
De officier van justitie heeft gevorderd verdachte ter zake van het door de officier van justitie bewezen geachte te veroordelen tot een gevangenisstraf van 4 jaren, met aftrek van het voorarrest.
8.2
Het standpunt van de verdediging
De raadsman heeft de rechtbank verzocht om bij het bepalen van een op te leggen straf rekening te houden met de persoonlijke omstandigheden, de hoogte van het benadelingsbedrag en het feit dat alle benadeelden inmiddels door de diverse banken zijn gecompenseerd. Volgens de raadsman kan worden volstaan met de oplegging van een onvoorwaardelijke gevangenisstraf ter hoogte van de tijd die verdachte reeds in voorlopige hechtenis heeft doorgebracht met daarnaast een voorwaardelijke gevangenisstraf.
8.3
Het oordeel van de rechtbank
Bij het bepalen van de straf heeft de rechtbank rekening gehouden met de ernst van het bewezenverklaarde, de omstandigheden waaronder dit is begaan en de persoon van verdachte, zoals ter terechtzitting is gebleken.
Ernst van de feiten
Verdacht heeft zich gedurende een periode van drie jaar en acht maanden schuldig gemaakt aan computervredebreuk, voorbereidingshandelingen tot het gebruik van identificerende persoonsgegevens van anderen, identiteitsfraude en diefstal met valse sleutels. Verdachte heeft daartoe 221 bots aangeschaft bij Genesis Market . Deze bots bevatten onder meer diverse inloggegevens, waaronder gebruikersnamen en bijbehorende wachtwoorden, van andere personen die door Genesis Market zijn verkregen door het infecteren met malware van computers of servers. Met die inloggegevens heeft verdachte vervolgens diverse aankopen en betalingen gedaan met PayPal -accounts van anderen, creditcards en telefoonabonnementen op naam van anderen aangevraagd, bestellingen geplaatst op naam van anderen, contactgegevens van diverse beleggingsrekeningen van anderen gewijzigd en vervolgens grote geldbedragen overgemaakt naar door verdachte aangemaakte bankrekeningen op naam van anderen. Verder heeft hij geprobeerd om levensverzekeringen, lijfrenteverzekeringen en een pensioen van anderen te laten uitkeren op door verdachte aangemaakte bankrekeningen op naam van anderen en een ander ertoe bewogen om geld van zijn creditcard over te schrijven naar een onbekend rekeningnummer. Verdachte heeft daarbij ook gebruik gemaakt van valse identiteitskaarten, valse paspoorten, valse gemeentelijke en notariële aktes en een vals gerechtelijk stuk.
Verdachte heeft met zijn handelen tenminste 21 slachtoffers op slinkse wijze benadeeld voor een totaalbedrag van meer dan een ton. Verdachte heeft hiermee tevens getoond geen respect te hebben voor het eigendom en de privacy van anderen en heeft kennelijk eigen geldelijk gewin vooropgesteld. Door zijn handelen heeft verdachte er ook voor gezorgd dat een aantal slachtoffers er geen vertrouwen meer in had dat hun gegevens veilig waren, omdat zelfs nadat bepaalde gegevens door de slachtoffers waren gewijzigd, ook deze gewijzigde (inlog)gegevens weer in het bezit van verdachte kwamen. Dit moet – en dat volgt ook uit een aantal aangiftes – de slachtoffers onzeker en wanhopig hebben gemaakt. Daarnaast ondermijnt dergelijk frauduleus handelen het vertrouwen van de samenleving in de veiligheid van digitaal betalingsverkeer met het risico van ontwrichting van het maatschappelijk en economisch verkeer. De rechtbank rekent dit verdachte aan.
Verdachte heeft verder een automatisch vuurwapen met bijbehorende munitie voorhanden gehad. Het ongecontroleerde bezit van vuurwapens en munitie vormt een onaanvaardbaar risico voor de veiligheid van personen en heeft daarom een grote negatieve maatschappelijke impact. Daarnaast vergroot vuurwapenbezit gevoelens van angst en onveiligheid bij iedereen in de samenleving. Zodra een automatisch vuurwapen wordt gebruikt, levert dat potentieel levensgevaar op voor personen die zich in de buurt bevinden. Politie en justitie treden daarom hard op tegen onbevoegd en ongecontroleerd wapenbezit, ook omdat wapens vaak gebruikt worden in het criminele circuit. De rechtbank vindt het kwalijk dat verdachte zich op geen enkele wijze heeft bekommerd om het gevaar dat zo’n automatisch vuurwapen meebrengt voor de maatschappij en voor de veiligheid van anderen.
Ten slotte heeft verdachte zich ook schuldig gemaakt aan het aanwezig hebben van MDMA, cocaïne en een forse hoeveelheid hasjiesj. Het is een feit van algemene bekendheid dat hard- en softdrugs een bedreiging vormen voor de volksgezondheid en het gebruik ervan bezwarend is voor de samenleving, onder andere vanwege de criminaliteit die het gebruik van verdovende middelen veelal met zich brengt en het overlast gevende gedag waaraan verslaafden zich vaak schuldig maken. Verdachte heeft dit, met het aanwezig hebben van verdovende middelen, bijgedragen aan de instandhouding van deze problematiek.
Dit zijn zeer ernstige feiten. De rechtbank rekent het verdachte aan dat hij op geen enkel moment de verantwoordelijkheid voor zijn handelen heeft genomen en enkel heeft getracht de schuld af te schuiven op (onbekend gebleven) anderen.
Persoon van verdachte
De rechtbank heeft acht geslagen op een uittreksel justitiële documentatie betreffende verdachte van 19 december 2023 waaruit blijkt dat verdachte wat betreft drugsbezit niet recentelijk en voor het overige niet eerder is veroordeeld voor soortgelijke feiten als de onderhavige.
Bij het bepalen van de op te leggen straf heeft de rechtbank ook rekening gehouden met een rapport van [instelling] van 30 juni 2023, opgemaakt door [T] , reclasseringswerker. Uit dit rapport volgt dat er geen problemen zijn met middelen- en alcoholgebruik. Ondanks dat de indruk is ontstaan dat verdachte zijn leven redelijk op orde heeft maakt de reclassering zich zorgen dat verdachte, ondanks eerdere begeleiding in het kader van een PIJ-maatregel, in aanraking blijft komen met justitie. Omdat er zorgen zijn over bepaalde leefgebieden als werken en het sociale netwerk kan verdachte erbij gebaat zijn om enige tijd gemonitord te worden door de reclassering. Indien er meer hulp nodig blijkt op een van de leefgebieden kan verdachte hierin worden bijgestaan. De reclassering adviseert dan ook een (deels) voorwaardelijke straf met een meldplicht als bijzondere voorwaarde.
Strafoplegging
Bij het bepalen van de op te leggen straf ligt het zwaartepunt op het onder 1 tot en met 4 bewezenverklaarde. Gelet op de lange periode waarin de verdachte deze strafbare feiten heeft gepleegd, het listige karakter van zijn handelen, de ontwrichtende werking daarvan op het digitale financiële verkeer, het grote aantal slachtoffers en het hoge benadelingsbedrag, is de rechtbank van oordeel dat een gevangenisstraf van aanzienlijke duur gerechtvaardigd is en dat niet kan worden volstaan met een gevangenisstraf die gelijk is aan de duur van het voorarrest.
Voor digitale financiële fraude en diefstal, zoals hier gepleegd, zijn er geen afzonderlijke oriëntatiepunten. De rechtbank gaat daarbij daarom uit van straffen die in soortgelijke zaken worden opgelegd; het gaat daarbij veelal om onvoorwaardelijke gevangenisstraffen van meerdere jaren.
Als strafverzwarende factoren houdt de rechtbank rekening met de lange periode waarin verdachte de feiten heeft gepleegd, het grote aantal slachtoffers en de grootschalige en georganiseerde aanpak.
Alles overwegende is de rechtbank van oordeel dat een onvoorwaardelijke gevangenisstraf van 4 jaren passend en geboden is. De tijd die verdachte al in voorlopige hechtenis heeft doorgebracht, zal daarop in mindering worden gebracht. De rechtbank ziet geen aanleiding een deel van de straf voorwaardelijk op te leggen met daarbij de door de reclassering geadviseerde bijzondere voorwaarde, alleen al omdat verdachte zelf ter zitting heeft verklaard geen hulp nodig te hebben.
Tenuitvoerlegging van de op te leggen gevangenisstraf zal volledig plaatsvinden binnen de penitentiaire inrichting, tot het moment dat de verdachte in aanmerking komt voor deelname aan een penitentiair programma, als bedoeld in artikel 4 Penitentiaire beginselenwet, dan wel de regeling van voorwaardelijke invrijheidsstelling, als bedoeld in artikel 6:2:10 Wetboek van Strafvordering, aan de orde is.

9.BESLAG

9.1
De vordering van de officier van justitie
De officier van justitie heeft de rechtbank verzocht het in beslag genomen horloge (goednummer PL0900-MDRDD23005_766566) verbeurd te verklaren.
9.2
Het standpunt van de verdediging
De raadsman heeft de rechtbank verzocht het in beslag genomen horloge niet verbeurd te verklaren omdat verbeurdverklaring in de weg kan staan aan verrekening van de waarde van het horloge ten behoeve van de schadevergoeding.
9.3
Het oordeel van de rechtbank
Verbeurdverklaring
De rechtbank zal het in beslag genomen voorwerp, te weten 1 STK Horloge (goednummer PL0900-MDRDD23005_766566),verbeurd verklaren. Het horloge is aangeschaft in de periode waarin de fraude is gepleegd, het is contant afgerekend, en niet is gebleken van een andere legale inkomstenbron van verdachte. De rechtbank is daarom van oordeel dat het aannemelijk is dat dit horloge is verkregen uit baten van het onder 4 bewezen verklaarde strafbare feit.

10.BENADEELDE PARTIJ

[benadeelde partij 1] N.V.heeft zich als benadeelde partij in het geding gevoegd en vordert een bedrag van € 750,00, bestaande uit materiële schade, ten gevolge van de aan verdachte onder 1, 2 en 3 ten laste gelegde feiten.
[benadeelde partij 2]heeft zich als benadeelde partij in het geding gevoegd en vordert een bedrag van € 1.320,00. Dit bedrag bestaat uit € 70,00 materiële schade en € 1.250,00 immateriële schade, ten gevolge van het aan verdachte onder 2 ten laste gelegde feit.
[benadeelde partij 3]heeft zich als benadeelde partij in het geding gevoegd en vordert een bedrag van € 191,34, bestaande uit materiële schade, ten gevolge van de aan verdachte onder 1, 2, 3 en 4 ten laste gelegde feiten.
[benadeelde partij 5] B.V.heeft zich als benadeelde partij in het geding gevoegd en vordert een bedrag van € 90.192,21, bestaande uit materiële schade, ten gevolge van de aan verdachte onder 1, 2, 3 en 4 ten laste gelegde feiten. Daarnaast vordert de benadeelde partij een bedrag van € 15.831,77, bestaande uit proceskosten.
[benadeelde partij 4]heeft zich als benadeelde partij in het geding gevoegd en vordert een bedrag van € 5.000,00, bestaande uit immateriële schade, ten gevolge van de aan verdachte onder 1, 2, 3 en 4 ten laste gelegde feiten. Daarnaast vordert de benadeelde partij een bedrag van € 1.736,99, bestaande uit proceskosten.
10.1
Het standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie heeft geconcludeerd tot gehele toewijzing van de vorderingen van benadeelde partijen [benadeelde partij 1] N.V. en [benadeelde partij 3] . Voorts heeft de officier van justitie geconcludeerd tot gedeeltelijke toewijzing van de vordering van benadeelde partij [benadeelde partij 2] tot een bedrag van € 570,00 euro en gedeeltelijke toewijzing van de vordering van benadeelde partij [benadeelde partij 4] tot een bedrag van € 500,00. Ten aanzien van de vordering van [benadeelde partij 5] B.V. heeft de officier van justitie geconcludeerd tot gehele toewijzing van materiële schadeposten, gedeeltelijke toewijzing van de proceskosten gevorderd onder ‘advocaatkosten 31/1/2022-22/2/2023’ tot een bedrag van € 2.000,00 en niet-ontvankelijkverklaring van de benadeelde partij in de vordering voor het overige.
10.2
Het standpunt van de verdediging
De raadsman heeft zich op het standpunt gesteld dat de vorderingen van benadeelde partijen [benadeelde partij 2] en [benadeelde partij 4] ten aanzien van de immateriële schade dienen te worden beperkt tot een bedrag van € 500,00.
De raadsman heeft de rechtbank voorts primair verzocht de vordering van [benadeelde partij 5] B.V. buiten beschouwing te laten omdat deze op een dermate laat tijdstip is ingediend dat de raadsman zich niet goed heeft kunnen voorbereiden.
Subsidiair heeft de raadsman zich op het standpunt gesteld dat de benadeelde partij [benadeelde partij 5] B.V. niet-ontvankelijk dient te worden verklaard in de vordering omdat de vordering te complex dan wel onvoldoende onderbouwd is.
Meer subsidiair heeft de raadsman zich op het standpunt gesteld dat van de schadepost ‘vergoeding [benadeelde partij 4] ’ ter hoogte van € 67.339,40 dient te worden gematigd tot een derde van dat bedrag gelet op de overlap met onderzoek Knippa, in welk onderzoek twee andere verdachten naar voren zijn gekomen. Ook heeft de raadsman gesteld dat de proceskosten gevorderd onder ‘advocaatkosten 31/1/2022-22/2/2023’ slechts kunnen worden toegewezen tot een bedrag van € 2.000,00.
10.3
Het oordeel van de rechtbank
[benadeelde partij 1] N.V
Vaststaat dat de benadeelde partij als gevolg van de hiervoor onder 1, 2 en 3 bewezen verklaarde feiten rechtstreeks schade heeft geleden. In verband met de fraudemelding van aangever [D] heeft Aegon immers onderzoekskosten gemaakt. De hoogte van de schade is niet betwist. De rechtbank zal de vordering ter hoogte van € 750,00 dan ook geheel toewijzen, te vermeerderen met de gevorderde wettelijke rente vanaf 24 december 2019 tot de dag van volledige betaling.
Verdachte zal ook worden veroordeeld in de kosten die de benadeelde partij heeft gemaakt en ten behoeve van de tenuitvoerlegging van deze uitspraak nog zal maken. Deze kosten worden tot op dit moment begroot op nihil.
[benadeelde partij 2]
Vaststaat dat de benadeelde partij als gevolg van het hiervoor onder 2 bewezen verklaarde feit rechtstreeks schade heeft geleden. De schade voor zover die betrekking heeft op de schadepost ‘aanvragen nieuw paspoort’ ter hoogte van in totaal € 70,00 komt voor vergoeding in aanmerking. Ten aanzien van de immateriële schade acht de rechtbank, gelet op wat in vergelijkbare gevallen aan immateriële schadevergoeding wordt toegewezen, een bedrag van € 500,00 billijk. De rechtbank zal de vordering van de benadeelde partij dan ook toewijzen tot het bedrag van € 570,00, te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf 5 november 2019, met oplegging van de schadevergoedingsmaatregel.
De rechtbank zal de vordering van de benadeelde partij [benadeelde partij 2] voor wat betreft het meer gevorderde afwijzen.
Verdachte zal ook worden veroordeeld in de kosten die de benadeelde partij heeft gemaakt en ten behoeve van de tenuitvoerlegging van deze uitspraak nog zal maken. Deze kosten worden tot op dit moment begroot op nihil.
[benadeelde partij 3]
Vaststaat dat de benadeelde partij als gevolg van de hiervoor onder 1, 2, 3 en 4 bewezen verklaarde feiten rechtstreeks schade heeft geleden. De hoogte van de schade is niet betwist. De rechtbank zal de vordering ter hoogte van € 191,34 dan ook geheel toewijzen, te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf 24 augustus 2020, met oplegging van de schadevergoedingsmaatregel.
Verdachte zal ook worden veroordeeld in de kosten die de benadeelde partij heeft gemaakt en ten behoeve van de tenuitvoerlegging van deze uitspraak nog zal maken. Deze kosten worden tot op dit moment begroot op nihil.
[benadeelde partij 5] B.V.
De rechtbank begrijpt het verzoek van de raadsman om de vordering van [benadeelde partij 5] B.V. buiten beschouwing te laten aldus dat hij daarmee verzoekt tot niet-ontvankelijkverklaring van de benadeelde partij in de vordering. De rechtbank overweegt hierover dat een vordering tot schadevergoeding tot uiterlijk voor het requisitoir van de officier van justitie kan worden ingediend. Nu de vordering de dag voorafgaand aan het onderzoek ter terechtzitting is ingediend, is de rechtbank van oordeel dat de vordering weliswaar laat maar tijdig is ingediend.
De rechtbank overweegt voorts dat onder bepaalde omstandigheden het tijdstip van indienen van een vordering tot schadevergoeding in strijd is met de beginselen van een goede procesorde omdat de verdediging niet in voldoende mate in de gelegenheid is geweest om naar voren te brengen wat zij ter staving van het verweer tegen de vordering had kunnen aanvoeren. De rechtbank is van oordeel dat daarvan niet is gebleken. De vordering is immers ter terechtzitting besproken, de zitting is onderbroken om de raadsman de tijd te geven de vordering met verdachte te bespreken, de verdediging heeft daarna de gelegenheid gekregen om vragen te stellen aan de benadeelde partij en de verdediging heeft vervolgens een inhoudelijk standpunt ingenomen. De rechtbank acht de benadeelde partij derhalve ontvankelijk in de vordering.
Vaststaat dat de benadeelde partij als gevolg van de hiervoor onder 1, 2, 3 en 4 bewezen verklaarde feiten rechtstreeks schade heeft geleden. De schade voor zover die betrekking heeft op de schadeposten ‘vergoeding [benadeelde partij 4] ’, ‘vergoeding [G] ’ en ‘vergoeding [E] ’ ter hoogte van in totaal € 90.192,21 komt voor vergoeding in aanmerking.
De benadeelde partij heeft advocaatkosten voor juridisch onderzoek naar aanleiding van fraude en externe onderzoekskosten als proceskosten gevorderd onder de schadeposten ‘advocaatkosten 31/1/2022-22/2/2023’, ‘advocaatkosten p.m.’ en ‘kosten [onderneming] p.m.’ De rechtbank merkt deze schadeposten aan als materiële schade.
De rechtbank is vervolgens van oordeel dat de schadeposten ‘advocaatkosten p.m.’ en ‘kosten [onderneming] p.m.’ onvoldoende zijn onderbouwd en zal de benadeelde partij voor dit deel niet-ontvankelijk verklaren in de vordering. Wel staat vast dat de benadeelde partij als gevolg van de hiervoor onder 1, 2, 3 en 4 bewezen verklaarde feiten rechtstreeks schade heeft geleden en kosten heeft moeten maken om de juridische gevolgen hiervan te onderzoeken. De rechtbank zal bij het bepalen van de hoogte van deze schade gebruik maken van haar schattingsbevoegdheid en schat deze kosten op een bedrag van € 2.000,00 en zal de vordering ten aanzien van de schadepost ‘advocaatkosten 31/1/2022-22/2/2023’ tot dat bedrag toewijzen.
De rechtbank zal de vordering van de benadeelde partij [benadeelde partij 5] B.V. gelet op het voorgaande gedeeltelijk toewijzen tot een bedrag van
€ 92.192,21, te vermeerderen met de gevorderde wettelijke rente. Deze wordt berekend over het bedrag van € 67.339,40 vanaf 27 juli 2021, over het bedrag van € 4.000,00 vanaf 16 maart 2021, over het bedrag van € 18.852,81 vanaf 5 juni 2020 en over het bedrag van
€ 2.000,00 vanaf 31 januari 2023
,tot de dag van volledige betaling.
De benadeelde partij heeft meer gevorderd dan de rechtbank zal toewijzen. De behandeling van de vordering levert voor het meerdere een onevenredige belasting van het strafgeding op. De rechtbank zal daarom de benadeelde partij in dat deel van de vordering niet-ontvankelijk verklaren en bepalen dat de vordering voor dat deel slechts bij de burgerlijke rechter kan worden aangebracht.
De advocaat van de benadeelde partij heeft verzocht tot oplegging van de schadevergoedingsmaatregel. De rechtbank overweegt dat de schadevergoedingsmaatregel in beginsel niet wordt opgelegd indien de benadeelde partij een rechtspersoon is. Van een rechtspersoon mag immers worden verwacht dat deze zelf de wegen kent en voldoende mogelijkheden heeft om een toegewezen vordering te incasseren, in tegenstelling tot een natuurlijk persoon. De rechtbank ziet geen aanleiding om in afwijking hiervan de schadevergoedingsmaatregel op te leggen en wijst het verzoek van de advocaat van de benadeelde partij af.
Ten slotte zal de rechtbank verdachte veroordelen in de kosten die de benadeelde partij heeft gemaakt en ten behoeve van de tenuitvoerlegging van deze uitspraak nog zal maken. Deze kosten worden tot op dit moment begroot op grond van het zogenoemde liquidatietarief in civiele zaken. De rechtbank kent 2 punten toe (1 punt voor het indienen van de vordering en 1 punt voor het verschijnen ter zitting) zodat de kosten worden begroot op € 2.366,00.
[benadeelde partij 4]
De benadeelde partij heeft advocaatkosten en kosten ter vervanging van het paspoort van de benadeelde partij als proceskosten gevorderd onder de schadeposten ‘facturen voor bijstand door advocaat H. Hoogendoorn’ en ‘burgerzaken [plaats] vervanging paspoort’. De rechtbank merkt deze schadeposten aan als materiële schade.
De schade voor zover die betrekking heeft op de schadepost ‘burgerzaken [plaats] vervanging paspoort’ ter hoogte van in totaal € 74,75 komt voor vergoeding in aanmerking. De schadepost ‘facturen voor bijstand door advocaat H. Hoogendoorn’ is naar het oordeel van de rechtbank onvoldoende onderbouwd. Voor een nadere onderbouwing zou de strafzaak moeten worden aangehouden en dat maakt dat behandeling van de vordering op dit punt een onevenredige belasting van het strafgeding oplevert. De rechtbank zal de benadeelde partij voor dit deel daarom niet-ontvankelijk verklaren in de vordering.
Ten aanzien van de immateriële schade geldt dat vaststaat dat de benadeelde partij als gevolg van de hiervoor onder 1, 2, 3 en 4 bewezen verklaarde feiten rechtstreeks schade heeft geleden. Gelet op wat in vergelijkbare gevallen aan immateriële schadevergoeding wordt toegewezen, acht de rechtbank een bedrag van € 500,00 billijk.
De rechtbank zal de vordering van de benadeelde partij voor wat betreft het meer gevorderde afwijzen.
De rechtbank zal de vordering van [benadeelde partij 4] gelet op het voorgaande gedeeltelijk toewijzen tot een bedrag van € 574,75, te vermeerderen met de wettelijke rente. Deze wordt berekend over het bedrag van € 74,75 vanaf 10 juni 2021 en over het bedrag van € 500,00 vanaf 11 februari 2022
,tot de dag van volledige betaling, en met oplegging van de schadevergoedingsmaatregel.
Verdachte zal ook worden veroordeeld in de kosten die de benadeelde partij heeft gemaakt en ten behoeve van de tenuitvoerlegging van deze uitspraak nog zal maken. Deze kosten worden tot op dit moment begroot op nihil.

11.TOEPASSELIJKE WETTELIJKE VOORSCHRIFTEN

De beslissing berust op de artikelen
  • 33, 33a, 36f, 57, 138ab, 231b, 234 en 311 van het Wetboek van Strafrecht,
  • 2, 3, 10 en 11 van de Opiumwet en
  • 26 en 55 van de Wet wapens en munitie,
zoals deze artikelen luidden ten tijde van het bewezenverklaarde.

12.BESLISSING

De rechtbank:
Bewezenverklaring
- verklaart het onder 1, 2 primair, 3, 4, 5, 6 en 7 tenlastegelegde bewezen zoals hiervoor in rubriek 5 is vermeld;
- verklaart het onder 1, 2 primair, 3, 4, 5, 6 en 7 meer of anders tenlastegelegde niet bewezen en spreekt verdachte daarvan vrij;
Strafbaarheid
- verklaart het onder 1, 2 primair, 3, 4, 5, 6 en 7 bewezenverklaarde strafbaar en kwalificeert dit zoals hiervoor in rubriek 6 is vermeld;
- verklaart verdachte strafbaar;
Oplegging straf
- veroordeelt verdachte tot een
gevangenisstrafvan
4 (vier) jaren;
- bepaalt dat de tijd, door verdachte vóór de tenuitvoerlegging van deze uitspraak in verzekering en voorlopige hechtenis doorgebracht, bij de tenuitvoerlegging van de gevangenisstraf in mindering zal worden gebracht;
Beslag
- verklaart het volgende voorwerp verbeurd:
1 STK Horloge (goednummer PL0900-MDRDD23005_766566);
Benadeelde partij [benadeelde partij 1] N.V.
- wijst de vordering van [benadeelde partij 1] N.V. toe tot een bedrag van
€ 750,00, bestaande uit materiële schade;
- veroordeelt verdachte tot betaling aan [benadeelde partij 1] N.V. van het toegewezen bedrag, vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 24 december 2019 tot de dag van volledige betaling;
Benadeelde partij [benadeelde partij 2]
- wijst de vordering van [benadeelde partij 2] toe tot een bedrag van € 570,00, bestaande uit
€ 70,00 aan materiële schade en € 500,00 aan immateriële schade;
- veroordeelt verdachte tot betaling aan [benadeelde partij 2] van het toegewezen bedrag, vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 4 april 2023 tot de dag van volledige betaling;
- wijst de vordering van [benadeelde partij 2] voor wat betreft het meer gevorderde af;
- veroordeelt verdachte ook in de kosten door de benadeelde partij gemaakt en ten behoeve van de tenuitvoerlegging van deze uitspraak nog te maken, tot op heden begroot op nihil;
- legt verdachte de verplichting op ten behoeve van [benadeelde partij 2] aan de Staat € 570,00 te betalen, vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 4 april 2023 tot de dag van volledige betaling, bij niet betaling aan te vullen met 11 dagen gijzeling;
- bepaalt dat verdachte van zijn verplichting tot het vergoeden van schade is bevrijd als hij op een van de hiervoor beschreven manieren de schade aan de benadeelde dan wel aan de Staat heeft vergoed;
Benadeelde partij [benadeelde partij 3]
- wijst de vordering van [benadeelde partij 3] toe tot een bedrag van € 191,34, bestaande uit materiële schade;
- veroordeelt verdachte tot betaling aan [benadeelde partij 3] van het toegewezen bedrag, vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 16 mei 2022 tot de dag van volledige betaling;
- veroordeelt verdachte ook in de kosten door de benadeelde partij gemaakt en ten behoeve van de tenuitvoerlegging van deze uitspraak nog te maken, tot op heden begroot op nihil;
- legt verdachte de verplichting op ten behoeve van [benadeelde partij 3] aan de Staat
€ 191,34 te betalen, vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 16 mei 2022 tot de dag van volledige betaling, bij niet betaling aan te vullen met 3 dagen gijzeling;
- bepaalt dat verdachte van zijn verplichting tot het vergoeden van schade is bevrijd als hij op een van de hiervoor beschreven manieren de schade aan de benadeelde dan wel aan de Staat heeft vergoed;
Benadeelde partij [benadeelde partij 5] B.V.
- wijst de vordering van [benadeelde partij 5] B.V. toe tot een bedrag van € 92.192,21, bestaande uit materiële schade;
- veroordeelt verdachte tot betaling aan [benadeelde partij 5] B.V. van het toegewezen bedrag, vermeerderd met de wettelijke rente, te berekenen over het bedrag van € 67.339,40 vanaf 27 juli 2021, over het bedrag van € 4.000,00 vanaf 16 maart 2021, over het bedrag van € 18.852,81 vanaf 5 juni 2020 en over het bedrag van € 2.000,00 vanaf 31 januari 2023, tot de dag van volledige betaling;
- verklaart [benadeelde partij 5] B.V. voor wat betreft het meer gevorderde niet-ontvankelijk in de vordering en bepaalt dat de vordering voor dat deel kan worden aangebracht bij de burgerlijke rechter;
- veroordeelt verdachte ook in de kosten die de benadeelde partij heeft gemaakt en ten behoeve van de tenuitvoerlegging van deze uitspraak nog zal maken, tot op dit moment begroot op € 2.366,00;
Benadeelde partij [benadeelde partij 4]
- wijst de vordering van [benadeelde partij 4] toe tot een bedrag van € 574,75, bestaande uit € 74,75 aan materiële schade en € 500,00 aan immateriële schade;
- veroordeelt verdachte tot betaling aan [benadeelde partij 4] van het toegewezen bedrag, vermeerderd met de wettelijke rente, te berekenen over het bedrag van € 74,75 vanaf 10 juni 2021 en over het bedrag van € 500,00 vanaf 11 februari 2022
,tot de dag van volledige betaling;
- verklaart [benadeelde partij 4] voor wat betreft het onder schadepost ‘facturen voor bijstand door advocaat H. Hoogendoorn’ gevorderde niet-ontvankelijk in de vordering en bepaalt dat de vordering voor dat deel kan worden aangebracht bij de burgerlijke rechter;
- wijst de vordering van [benadeelde partij 4] voor wat betreft het meer gevorderde af;
- veroordeelt verdachte ook in de kosten door de benadeelde partij gemaakt en ten behoeve van de tenuitvoerlegging van deze uitspraak nog te maken, tot op heden begroot op nihil;
- legt verdachte de verplichting op ten behoeve van [benadeelde partij 4] aan de Staat
€ 574,75 te betalen, vermeerderd met de wettelijke rente, te berekenen over het bedrag van € 74,75 vanaf 10 juni 2021 en over het bedrag van € 500,00 vanaf 11 februari 2022
,tot de dag van volledige betaling, bij niet betaling aan te vullen met 11 dagen gijzeling;
- bepaalt dat verdachte van zijn verplichting tot het vergoeden van schade is bevrijd als hij op een van de hiervoor beschreven manieren de schade aan de benadeelde dan wel aan de Staat heeft vergoed.
Dit vonnis is gewezen door mr. R.P.P. Hoekstra, voorzitter, mrs. N. van Esch en I. Helmich, rechters, in tegenwoordigheid van mr. I.S.A. Nahumury, griffier, en is uitgesproken op de openbare terechtzitting van 12 januari 2024.
Bijlage: de tenlastelegging
Aan verdachte wordt ten laste gelegd dat:
1
hij in of omstreeks de periode van 27 juli 2019 tot 16 mei 2022 te Almere, althans in Nederland, (telkens) tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen, opzettelijk en wederrechtelijk in een (gedeelte van) (een) geautomatiseerd(e) werk(en), te weten de server(s) en/of het/de netwerk(en) en/of de infrastructuur, bevattende het
  • het account van Aegon van [D] ,
  • het account van de ING bank en/of Paypal en/of het Gmail account van [benadeelde partij 3] ,
  • het account van Robeco en/of het Outlook account van [E] ,
  • het account van Nationale Nederlanden en/of Hotmail account van [F] ,
  • het account van Robeco en/of het Outlook account van [G] ,
  • het account van Nationale Nederlanden van [R] en/of [S] ,
  • het account van Nationale Nederlanden van [P] ,
  • het account van DeGiro van [H] ,
  • het account van Centraal Beheer van [I] ,
  • het account van Robeco en/of SNS bank van [benadeelde partij 4] ,
  • het account van Robeco van [J] ,
  • het account van Robeco van [K] ,
is/zijn binnengedrongen door het doorbreken van een beveiliging en/of door een technische ingreep en/of met behulp van valse signalen of een valse sleutel en/of door het aannemen van een valse hoedanigheid, te weten door naar eerdergenoemde website(s) te gaan, en/of (aldaar) in te loggen met onrechtmatig verkregen (inlog)gegevens, althans (inlog) gegevens tot het gebruik waarvan hij, verdachte, en/of zijn mededader(s) niet gerechtigd was/waren, op het account van die [D] en/of [benadeelde partij 3] en/of [E] en/of [F] en/of [G] en/of [R] en/of [S] en/of [P] en/of [H] en/of [I] en/of [benadeelde partij 4] en/of [J] en/of [K] , althans een of meer (onbekende) perso(o)n(en);
2
hij in of omstreeks de periode van 27 juli 2019 tot en met 04 april 2023 te Almere, althans in Nederland, meermalen, althans eenmaal, (telkens) tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen, gegevens, te weten gebruikersna(a)m(en) en/of wachtwoord(en) en/of browsercookie(s) en/of browser fingerprint(s) en/of daarmee vergelijkbare gegevens toebehorende aan 221 personen, waaronder [D] , [benadeelde partij 3] , [benadeelde partij 2] , [L] , [E] , [F] , [M] , [B] en/of [stichting] , [C] , [N] , [G] , [O] , [R] / [S] , [P] , [H] , [I] , [Q] , [benadeelde partij 4] , [J] , [K] , althans aan een of meer (onbekende) perso(o)n(en);
heeft/hebben vervaardigd, ontvangen, zich heeft/hebben verschaft, verkocht, overgedragen verworven, vervoerd, ingevoerd, verspreid, anderszins ter beschikking gesteld en/of voorhanden heeft/hebben gehad, waarvan verdachte en/of zijn mededader(s) (telkens) wist(en) dat die bestemd waren tot het plegen van een in artikel 138ab en/of artikel 231b en/of artikel 311 Wetboek van Strafrecht omschreven misdrijf;
subsidiair althans, indien het vorenstaande niet tot een veroordeling mocht of zou kunnen leiden:
hij in of omstreeks de periode van 27 juli 2019 tot 04 april 2023 te Almere, althans in Nederland, meermalen, althans eenmaal, (telkens) tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen, (een) computerwachtwoord(en), toegangscode(s) en/of daarmee vergelijkbaar/vergelijkbare gegeven(s), waardoor toegang kon worden gekregen tot (een) (deel van een) geautomatiseerd werk(en) heeft/hebben vervaardigd, verkocht, verworven, ingevoerd, verspreid en/of anderszins ter beschikking heeft/hebben gesteld en/of voorhanden heeft/hebben gehad, met het oogmerk dat daarmee (telkens) een misdrijf als bedoeld in artikel 138ab, eerste lid, 138b of 139c Wetboek van strafrecht werd gepleegd, door op de website Genesis Marketplace (telkens) (toegang tot) (een) bot(s) aan te schaffen en/of te kopen en/of deze voorhanden te hebben, bevattende gebruikersna(a)m(en) en/of wachtwoord(en) en/of browsercookie(s) en/of browser fingerprint(s), althans gegevens die (in combinatie) een computer uniek maakten, toebehorende aan in ieder geval [D] , [benadeelde partij 3] , [benadeelde partij 2] , [L] , [E] , [F] , [M] , [B] en/of [stichting] , [C] , [N] , [G] , althans aan een of meer (onbekende) perso(o)n(en);
waarmee toegang kan worden verkregen tot (een) geautomatiseerd werk(en);
door op de website Genesis Marketplace gebruikersna(a)m(en), wachtwoord(en), browsercookie(s) en browser fingerprint(s), althans gegevens die (in combinatie) een computer uniek maakten, die toegang verlenen tot meerdere, althans een account(s) van webshop(s) en/of winkel(s) en/of social media, en/of (account(s) behorende bij) website(s) en/of web(mail)server(s) toebehorende aan [D] , [benadeelde partij 3] , [benadeelde partij 2] , [L] , [E] , [F] , [M] , [B] en/of [stichting] , [C] , [N] , [G] , althans aan een of meer (onbekende) perso(o)n(en) aan te schaffen en/of te kopen en/of deze voorhanden te hebben (in totaal 221 fingerprints, toegang gevende tot in totaal ongeveer 157 (een deel van) (delen van) geautomatiseerde werk(en) waarop deze accounts gehost werden);
3
hij in of omstreeks de periode van 27 juli 2019 tot 16 mei 2022 te Almere, althans in Nederland, (telkens) tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen, opzettelijk en wederrechtelijk identificerende persoonsgegevens, niet zijnde biometrische persoonsgegevens, van (een) ander(en), te weten [D] , [benadeelde partij 3] , [L] , [E] , [C] , [G] , [O] , [R] , [S] , [P] , [A] , [H] , [I] , [benadeelde partij 4] , [K] heeft gebruikt door een (ver)vals(t) danwel gemanipuleerd identiteitsdocument te gebruiken om (een) bankrekening(en) en/of (een) beleggingsrekening(en) en/of (een) account(s) van Nationale Nederlanden en/of Coinbase en/of Aegon en/of Centraal Beheer en/of Robeco, aan te maken en/of te wijzigen en/of toe te voegen en/of op te heffen op naam van die [D] en/of [benadeelde partij 3] en/of [L] en/of [E] en/of [C] en/of [G] en/of [O] en/of [R] en/of [S] en/of [P] en/of [A] en/of [H] en/of [I] en/of [benadeelde partij 4] , [K] , met het oogmerk om zijn/haar identiteit te verhelen en/of de identiteit van de ander te verhelen en/of te misbruiken, waardoor enig nadeel kon ontstaan;
4
hij in of omstreeks de periode van 08 oktober 2019 tot en met 10 februari 2022 te Almere, althans in Nederland, tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen, een of meer geldbedrag(en), te weten in totaal ongeveer 100.295,94 euro, in elk geval enig geldbedrag, welk(e) geldbedrag(en) geheel of ten dele toebehoorde(n) aan
  • [benadeelde partij 3] (69,75 USD en 122,05 euro),
  • [L] (1120,- euro),
  • [E] (23.062,81 euro)
  • [B] en/of [stichting] (86,99 euro),
  • [C] (4500,- euro),
  • [G] (4000,- euro),
  • [benadeelde partij 4] (67.339,40 euro),
in elk geval aan een ander dan aan verdachte en/of zijn mededader(s) toebehoorde(n) heeft/hebben weggenomen met het oogmerk om het zich wederrechtelijk toe te eigenen, terwijl verdachte en/of zijn mededader(s) zich de toegang tot de plaats van het misdrijf heeft/hebben verschaft en/of het weg te nemen geld onder zijn/hun bereik heeft/hebben gebracht door middel van (een) valse sleutel(s), met behulp van het/de aangekochte bot(s) en/of (automatisch) ingevoerde gebruikersna(a)m(en) en/of wachtwoord(en) en/of inlog(gegevens) voor het inloggen op de bankrekening(en) en/of (een) beleggingsrekening(en) en/of (een) account(s) van Coinbase, in elk geval (een) sleutel(s) tot het gebruik waarvan hij, verdachte en/of zijn mededader(s) niet gerechtigd was/waren;
5
hij op of omstreeks 4 april 2023 te Almere, althans in Nederland een wapen van categorie II, onder 2 en/of onder 3 van de Wet wapens en munitie, te weten
  • een aanvalsgeweer, merk/model, Cugir AK-47, uit Roemenië, kaliber 7.62x39 mm
  • een (uitneembaar) patroonmagazijn, met daarin munitie
en/of
munitie, als bedoeld in artikel 2, lid 2, categorie III (en/of categorie II) van de Wet wapens en munitie, te weten 30, althans een of meerdere, scherpe patronen, kaliber 7,62x39 mm, voorhanden heeft gehad;
6
hij op of omstreeks 4 april 2023 te Almere, althans in Nederland, opzettelijk aanwezig heeft gehad ongeveer 868,91 gram (waarvan 867,68 gram hasjiesj en 1,23 gram plantdelen) gram, in elk geval een hoeveelheid van meer dan 30 gram van een gebruikelijk vast mengsel van hennephars en plantaardige elementen van hennep waaraan geen andere substanties zijn toegevoegd (hasjiesj), zijnde hasjiesj een middel als bedoeld in de bij de Opiumwet behorende lijst II, dan wel aangewezen krachtens het vijfde lid van artikel 3a van die wet;
7
hij op of omstreeks 4 april 2023 te Almere, althans in Nederland, opzettelijk aanwezig heeft gehad ongeveer 45,71 gram, in elk geval een hoeveelheid van een materiaal bevattende MDMA en/of ongeveer 1,38 gram, in elk geval een hoeveelheid van een materiaal bevattende cocaïne, zijnde MDMA en/of cocaïne (telkens) een middel als bedoeld in de bij de Opiumwet behorende lijst I, dan wel aangewezen krachtens het vijfde lid van artikel 3a van die wet.