In deze zaak, die voor de Rechtbank Midden-Nederland is behandeld, gaat het om een kort geding tussen twee buren, waarbij de eiseres, een besloten vennootschap, vorderingen heeft ingesteld tegen de gedaagde, die samen met zijn partner eigenaar is van een naastgelegen woning. De eiseres stelt dat de gedaagde in strijd handelt met een gevestigde erfdienstbaarheid door een muurtje te metselen voor een koekoeksluik en een raam dat uitkomt op de tuin van de gedaagde. De eiseres vordert dat de gedaagde deze blokkades verwijdert, terwijl de gedaagde in reconventie vordert dat de eiseres het raam ondoorzichtig maakt. De voorzieningenrechter oordeelt dat de gedaagde gebonden is aan de erfdienstbaarheid en de blokkades moet verwijderen, maar dat de eiseres het raam ondoorzichtig moet maken om de privacy van de gedaagde te waarborgen. De voorzieningenrechter wijst de vorderingen van de eiseres in conventie toe, maar geeft de gedaagde gelijk in reconventie door te bepalen dat het raam ondoorzichtig moet worden gemaakt. De rechter legt ook dwangsommen op voor het niet naleven van de veroordelingen en kent proceskosten toe aan de partijen.