ECLI:NL:RBMNE:2024:7487

Rechtbank Midden-Nederland

Datum uitspraak
21 juni 2024
Publicatiedatum
30 januari 2025
Zaaknummer
574851 FV RK 24-1105
Instantie
Rechtbank Midden-Nederland
Type
Uitspraak
Procedures
  • Beschikking
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Zorgmachtiging op verzoek van de officier van justitie voor betrokkene met psychische stoornissen

In deze zaak heeft de rechtbank Midden-Nederland op 17 juni 2024 een beschikking gegeven over een zorgmachtiging voor betrokkene, die lijdt aan verschillende psychische stoornissen, waaronder een autismespectrumstoornis en schizofrenie. De officier van justitie had op 8 mei 2024 een verzoek ingediend voor een zorgmachtiging op grond van de Wet verplichte geestelijke gezondheidszorg (Wvggz). Betrokkene was na een opname weer thuis, maar de rechtbank kon niet vaststellen welke zorg de instelling op dat moment wilde leveren. Er ontbrak een actuele medische verklaring, en betrokkene was niet op de zitting verschenen, waardoor de rechtbank niet kon vaststellen of hij gehoord wilde worden.

De rechtbank heeft de zorgmachtiging voor korte duur verleend, tot en met 28 juni 2024, en de behandeling van het verzoek voor het overige aangehouden. De rechtbank heeft aangegeven dat een nieuwe medische verklaring noodzakelijk is om de actuele toestand van betrokkene vast te stellen. De advocaat van betrokkene heeft zorgen geuit over de gang van zaken en de noodzaak van een nieuwe medische verklaring benadrukt. De rechtbank heeft besloten om de behandeling van het verzoek voort te zetten op 27 juni 2024, waarbij betrokkene op zijn huisadres zal worden gehoord.

De rechtbank heeft in haar beoordeling vastgesteld dat er ernstige zorgen zijn over de situatie van betrokkene, maar dat de doelmatigheid van de zorgmachtiging niet vaststaat. De rechtbank heeft de zorgmachtiging verleend voor verschillende vormen van verplichte zorg, waaronder het toedienen van medicatie en het beperken van de bewegingsvrijheid, om betrokkene te beschermen tegen zichzelf en om snel te kunnen ingrijpen bij een crisis.

Uitspraak

RECHTBANK MIDDEN-NEDERLAND
Afdeling familierecht
Locatie Utrecht
Zaaknummer: C/16/574851 / FV RK 24-1105
Externe referentie: [externe referentie]
Machtiging tot verlenen van verplichte zorg
Beschikking van 17 juni 2024
op het verzoek van de officier van justitie voor
[betrokkene] ,
geboren op [1980] in [geboorteplaats] ,
wonende in [woonplaats] ,
hierna te noemen: betrokkene,
advocaat: mr. I.L. Ortelee.

1.Procesverloop

1.1.
De officier van justitie heeft op 8 mei 2024 bij de rechtbank een verzoekschrift ingediend. De officier van justitie verzoekt op grond van artikel 7:11 van de Wet verplichte geestelijke gezondheidszorg (Wvggz) om een zorgmachtiging voor betrokkene te verlenen. Bij het verzoekschrift zijn de volgende bijlagen gevoegd:
- de medische verklaring van 30 april 2024;
- het zorgplan;
- de bevindingen van de geneesheer-directeur;
- de gegevens over eerder afgegeven machtigingen op grond van de Wet BOPZ en de Wvggz en strafvorderlijke gegevens.
1.2.
Op 23 mei 2024 vond de eerste mondelinge behandeling van het verzoek plaats bij
[instelling] in [plaats] . Betrokkene is niet op die zitting verschenen.
De rechtbank heeft het verzoek toegewezen tot en met 23 juni 2024 en de behandeling van
het verzoek voor het overige aangehouden.
1.3.
De rechtbank heeft op 4 juni 2024 bericht van [instelling] ontvangen dat betrokkene die
dag met ontslag zal gaan.
1.4.
Op 14 juni 2024 heeft de rechtbank [instelling] gevraagd om een geactualiseerde
medische verklaring. [instelling] heeft daarop bericht dat op een zo’n korte termijn niet te
kunnen regelen.
1.5.
Op 17 juni 2024 heeft de rechtbank voorafgaand aan de zitting bericht van [instelling]
ontvangen dat zij een nieuwe medische verklaring niet nodig dan wel passend vindt. De
advocaat heeft daarop gereageerd dat zij een nieuwe medische verklaring wel wenselijk
vindt.
1.6.
Op 17 juni 2024 is de mondelinge behandeling van het verzoek voortgezet in het
gebouw van de rechtbank, locatie Utrecht. Op dat moment was de schriftelijke uitwerking
van de uitspraak van 23 mei 2024 nog niet gereed. De rechtbank heeft op de voortgezette
mondelinge behandeling de volgende personen gehoord:
  • mr. I.L. Ortelee;
  • [A] en [B] , beiden casemanagers bij [instelling] .
1.7.
Betrokkene is niet bij de mondelinge behandeling verschenen. De advocaat heeft verklaard dat betrokkene op de hoogte is van de zitting. De rechtbank heeft niet kunnen constateren dat betrokkene afziet van het recht gehoord te worden.
1.8.
De rechtbank heeft na de mondelinge behandeling direct uitspraak gedaan en een kennisgeving mondelinge uitspraak aan de advocaat van betrokkene, de vertegenwoordiger van de zorgaanbieder en de officier van justitie verstrekt.

2.Beoordeling

2.1.
De officier van justitie vraagt op grond van het zorgplan en het advies van de geneesheer-directeur om aan betrokkene de volgende vormen van verplichte zorg te mogen verlenen:
a. toedienen van vocht, voeding en medicatie, alsmede het verrichten van medische controles of andere medische handelingen en therapeutische maatregelen, ter behandeling van een psychische stoornis, dan wel vanwege die stoornis, ter behandeling van een somatische aandoening;
b. beperken van de bewegingsvrijheid;
c. insluiten;
d. uitoefenen van toezicht op betrokkene;
e. onderzoek aan kleding of lichaam;
f. onderzoek van de woon- of verblijfsruimte op gedrag-beïnvloedende middelen en gevaarlijke voorwerpen;
g. controleren op de aanwezigheid van gedrag-beïnvloedende middelen;
h. aanbrengen van beperkingen in de vrijheid het eigen leven in te richten, die tot gevolg hebben dat betrokkene iets moet doen of nalaten, waaronder het gebruik van communicatiemiddelen;
j. opnemen in een accommodatie.
2.2.
De advocaat heeft haar zorgen geuit over de gang van zaken. Betrokkene is met ontslag gegaan, maar van een wezenlijke verbetering van de situatie is volgens haar geen sprake. Ook kan de advocaat het ontslag niet rijmen met wat er in het zorgplan staat. Daarin staat namelijk dat [instelling] het plan dat [instelling] eerder had bedacht, wil gaan uitvoeren. Dat plan houdt in dat er een aanvraag voor een curator wordt gedaan, dat er een zorgmachtiging wordt aangevraagd, dat betrokkene wordt aangemeld bij VKB voor een langdurige opname, waarbij toegewerkt wordt naar begeleid wonen. Door betrokkene met ontslag te laten gaan, lijkt het alsof hij aan zijn lot wordt overgelaten.
De advocaat vindt verder een nieuwe medische verklaring noodzakelijk. De medische verklaring is namelijk niet meer actueel. Betrokkene is immers na het opstellen van de medische verklaring met ontslag gegaan.
2.3.
Namens [instelling] is toegelicht dat de crisis waarvoor betrokkene was opgenomen, namelijk acute suïcidaliteit, gestabiliseerd was. Er was daarom geen reden meer om betrokkene langer op een crisisplek opgenomen te laten zijn. Betrokkene is aangemeld bij VKB, maar daar is nog geen plek. Er is met de gemeente en andere betrokkene instanties overleg geweest. Er wordt een curator voor betrokkene aangevraagd, de levensloopaanpak van Inforsa wordt ingezet evenals woonbegeleiding. Hierbij is aangegeven dat dit de laatste kans is voor betrokkene. Het is moeilijk om betrokkene te begeleiden, omdat hij niemand binnenlaat.
Het doel van de zorgmachtiging voor nu is om betrokkene tegen zichzelf te beschermen en bij een crisis snel in te kunnen grijpen. Met een zorgmachtiging kan betrokkene bij een acute crisis direct opgenomen worden zonder tussenkomst van de politie en een onafhankelijk psychiater.
2.4.
Voor de rechtbank staat voorshands vast dat betrokkene lijdt aan een autismespectrumstoornis, een psychotisch toestandsbeeld (bekend met schizofrenie), een posttraumatische stressstoornis en persoonlijkheidsproblematiek. Voor de rechtbank staat voorshands ook vast deze stoornis leidt tot ernstig nadeel. Hoewel het acute levensgevaar voor nu geweken lijkt te zijn, is het risico op ernstige verwaarlozing, maatschappelijke teloorgang en de situatie dat betrokkene met hinderlijk gedrag agressie van anderen oproept, in ieder geval aanwezig. De zorgen om betrokkene zijn groot.
2.5.
Om het ernstig nadeel af te wenden, heeft betrokkene zorg nodig. Er zijn geen mogelijkheden voor passende zorg op vrijwillige basis. Betrokkene laat niemand toe in zijn woning en accepteert geen hulp.
2.6.
Voor de rechtbank staat echter de doelmatigheid van de zorgmachtiging niet vast. Betrokkene is na een crisisopname bij [instelling] weer thuis. Onduidelijk is gebleven welke zorg [instelling] op dit moment wil leveren met de zorgmachtiging. Het plan (namelijk het aanvragen van een curator, het levenslooptraject bij Inforsa en woonbegeleiding) kan ook zonder zorgmachtiging uitgevoerd worden. Bovendien ontbreekt er een medische verklaring van een onafhankelijk psychiater van de actuele medische toestand van betrokkene. Kennelijk is die ten opzichte van het opstellen van de medische verklaring op 30 april 2024 veranderd, betrokkene is immers weer thuis. Ook heeft de rechtbank niet kunnen vaststellen dat betrokkene afziet van het recht gehoord te worden.
2.7.
De rechtbank zal daarom de behandeling van het verzoek aanhouden. De rechtbank vindt een nieuwe medische verklaring over de actuele toestand van betrokkene noodzakelijk. Bovendien zal de rechtbank proberen betrokkene op zijn huisadres te horen. Omdat [instelling] enige tijd nodig heeft om een nieuwe medische verklaring op te stellen, zal de rechtbank het verzoek voor nog een korte periode toewijzen, namelijk tot en met 28 juni 2024. De rechtbank zal het verzoek verder behandelen op de zitting van 27 juni 2024 om 9.30 uur, op het huisadres van betrokkene. De rechtbank draagt [instelling] op om uiterlijk 26 juni 2024 een nieuwe medische verklaring te overleggen.

3.Beslissing

De rechtbank:
3.1.
verleent een zorgmachtiging ten aanzien van [betrokkene] , geboren op [1980] in [geboorteplaats] voor de volgende vormen van verplichte zorg:
a. toedienen van vocht voeding en medicatie, alsmede het verrichten van medische controles of andere medische handelingen en therapeutische maatregelen, ter behandeling van een psychische stoornis, dan wel vanwege die stoornis, ter behandeling van een somatische aandoening;
b. beperken van de bewegingsvrijheid;
c. insluiten;
d. uitoefenen van toezicht op betrokkene;
e. onderzoek aan kleding of lichaam;
f. onderzoek van de woon- of verblijfsruimte op gedrag-beïnvloedende middelen en gevaarlijke voorwerpen
g. controleren op de aanwezigheid van gedrag-beïnvloedende middelen;
h. aanbrengen van beperkingen in de vrijheid het eigen leven in te richten, die tot gevolg hebben dat betrokkene iets moet doen of nalaten, waaronder het gebruik van communicatiemiddelen;
j. opnemen in een accommodatie.
3.2.
bepaalt dat deze machtiging geldt tot en met 28 juni 2024;
3.3.
draagt de griffier op om betrokkene per aangetekende brief, de advocaat en [instelling] op te roepen;
3.4.
draagt [instelling] op om uiterlijk 26 juni 2024 een nieuwe medische verklaring te overleggen;
3.5.
houdt de behandeling van het verzoek voor het overige aan tot de mondelinge behandeling van 27 juni 2024.
Deze beschikking is op 17 juni 2024 mondeling gegeven door mr. F.C. Burgers, rechter, en in het openbaar uitgesproken, bijgestaan door mr. A. Minkjan als griffier, en schriftelijk uitgewerkt en ondertekend op 21 juni 2024.
Tegen deze beschikking staat het rechtsmiddel van cassatie open.