Uitspraak
1.Procesverloop
- mr. I.L. Ortelee;
- [A] en [B] , beiden casemanagers bij [instelling] .
Rechtbank Midden-Nederland
In deze zaak heeft de rechtbank Midden-Nederland op 17 juni 2024 een beschikking gegeven over een zorgmachtiging voor betrokkene, die lijdt aan verschillende psychische stoornissen, waaronder een autismespectrumstoornis en schizofrenie. De officier van justitie had op 8 mei 2024 een verzoek ingediend voor een zorgmachtiging op grond van de Wet verplichte geestelijke gezondheidszorg (Wvggz). Betrokkene was na een opname weer thuis, maar de rechtbank kon niet vaststellen welke zorg de instelling op dat moment wilde leveren. Er ontbrak een actuele medische verklaring, en betrokkene was niet op de zitting verschenen, waardoor de rechtbank niet kon vaststellen of hij gehoord wilde worden.
De rechtbank heeft de zorgmachtiging voor korte duur verleend, tot en met 28 juni 2024, en de behandeling van het verzoek voor het overige aangehouden. De rechtbank heeft aangegeven dat een nieuwe medische verklaring noodzakelijk is om de actuele toestand van betrokkene vast te stellen. De advocaat van betrokkene heeft zorgen geuit over de gang van zaken en de noodzaak van een nieuwe medische verklaring benadrukt. De rechtbank heeft besloten om de behandeling van het verzoek voort te zetten op 27 juni 2024, waarbij betrokkene op zijn huisadres zal worden gehoord.
De rechtbank heeft in haar beoordeling vastgesteld dat er ernstige zorgen zijn over de situatie van betrokkene, maar dat de doelmatigheid van de zorgmachtiging niet vaststaat. De rechtbank heeft de zorgmachtiging verleend voor verschillende vormen van verplichte zorg, waaronder het toedienen van medicatie en het beperken van de bewegingsvrijheid, om betrokkene te beschermen tegen zichzelf en om snel te kunnen ingrijpen bij een crisis.