ECLI:NL:RBMNE:2024:7474

Rechtbank Midden-Nederland

Datum uitspraak
3 december 2024
Publicatiedatum
29 januari 2025
Zaaknummer
C/16/581032 / JL RK 24-703
Instantie
Rechtbank Midden-Nederland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht; Personen- en familierecht
Procedures
  • Beschikking
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Verlenging van de ondertoezichtstelling van een minderjarige door de kinderrechter

Op 3 december 2024 heeft de kinderrechter van de Rechtbank Midden-Nederland, locatie Almere, een beschikking gegeven over de verlenging van de ondertoezichtstelling van een minderjarige, geboren in 2019. De zaak betreft een verzoek van de William Schrikker Stichting Jeugdbescherming en Jeugdreclassering, die als gecertificeerde instelling (GI) optreedt. De kinderrechter heeft de moeder van de minderjarige als belanghebbende aangemerkt, terwijl de vader als informant is aangemerkt. De procedure begon met een verzoekschrift dat op 10 september 2024 werd ingediend. Tijdens de zitting op 3 december 2024, die achter gesloten deuren plaatsvond, was de moeder telefonisch aanwezig, terwijl de vader niet verscheen, ondanks dat hij correct was opgeroepen.

De kinderrechter heeft vastgesteld dat de moeder het ouderlijk gezag over de minderjarige heeft en dat de minderjarige bij haar woont. In een eerdere beschikking van 5 december 2023 was de ondertoezichtstelling al verlengd tot 8 december 2024. De GI heeft verzocht om een verdere verlenging van de ondertoezichtstelling voor de duur van een jaar, met de beslissing uitvoerbaar bij voorraad. De GI heeft aangegeven dat de moeder stappen heeft gezet, maar dat de situatie nog fragiel is en dat er nog veel hulpverlening nodig is.

De kinderrechter heeft op basis van de ingediende stukken en de zitting geoordeeld dat voldaan is aan de wettelijke criteria voor verlenging van de ondertoezichtstelling, zoals genoemd in artikel 1:255 van het Burgerlijk Wetboek. De kinderrechter heeft de ondertoezichtstelling van de minderjarige verlengd tot 8 december 2025 en verklaart de beschikking uitvoerbaar bij voorraad. De beslissing is openbaar uitgesproken en op schrift gesteld op 17 december 2024. Hoger beroep kan worden ingesteld door de verzoeker en belanghebbenden binnen drie maanden na de uitspraak.

Uitspraak

RECHTBANK MIDDEN-NEDERLAND

Familie- en Jeugdrecht
Locatie Almere
Zaaknummer: C/16/581032 / JL RK 24-703
Datum uitspraak: 3 december 2024
Beschikking van de kinderrechter over een verlenging ondertoezichtstelling
in de zaak van
William Schrikker Stichting Jeugdbescherming en Jeugdreclassering,
gevestigd te Amsterdam,
hierna te noemen: de gecertificeerde instelling (de GI),
over
[minderjarige],
geboren op [geboortedatum] 2019 in [geboorteplaats] ,
hierna te noemen: [minderjarige] .
De kinderrechter merkt als belanghebbende aan:
[moeder],
hierna te noemen: de moeder,
wonende op een bij de rechtbank bekend adres.
De kinderrechter merkt als informant aan:
[vader] ,
hierna te noemen de vader.

1.Het verloop van de procedure

1.1.
De kinderrechter neemt het volgende stuk mee in de beoordeling: het verzoekschrift met bijlagen, ontvangen op 10 september 2024.
1.2.
De zitting met gesloten deuren heeft plaatsgevonden op 3 december 2024. Daarbij waren aanwezig:
- de moeder (telefonisch);
- [A] namens de GI.
De vader is niet verschenen. De kinderrechter stelt vast dat de vader wel juist is opgeroepen.

2.De feiten

2.1.
De moeder is belast met het ouderlijk gezag over [minderjarige] .
2.2.
[minderjarige] woont bij zijn moeder.
2.3.
De kinderrechter in deze rechtbank heeft bij beschikking van 5 december 2023 de ondertoezichtstelling van [minderjarige] verlengd tot 8 december 2024.

3.Het verzoek

De GI verzoekt de ondertoezichtstelling van [minderjarige] te verlengen voor de duur van een jaar en de beslissing uitvoerbaar bij voorraad te verklaren.

4.De standpunten

4.1.
De GI geeft aan dat de moeder de afgelopen periode veel stappen heeft gezet, maar dat het nog fragiel is. Er is nog veel hulpverlening betrokken om ervoor te zorgen dat het goed blijft gaan. Zo komt er wekelijks een huishoudelijke hulp langs om de woning van de moeder schoon te maken, gaat [minderjarige] naar specialistische dagopvang [instelling] en zal er weekendpleegzorg ingezet worden. Een zorg blijft de schoolgang van [minderjarige] . Hij is veel afwezig geweest. De GI vindt het belangrijk om de moeder te helpen bij het bevorderen van de schoolgang van [minderjarige] . Volgens de GI zijn nog niet alle doelen van de ondertoezichtstelling behaald en is het de bedoeling dat de moeder het komende jaar steeds meer zelfstandig in staat zal zijn om voor [minderjarige] (en het huishouden) zorg te dragen, zodat de hulpverlening langzamerhand afgeschaald kan worden.
4.2.
De moeder kan instemmen met de verlenging van de ondertoezichtstelling. Zij vindt het fijn dat de GI nog een jaar betrokken blijft om haar te ondersteunen nu alle hulpverlening loopt.

5.De beoordeling

5.1.
Op basis van de stukken en de zitting is de kinderrechter van oordeel dat is voldaan aan de wettelijke criteria genoemd in artikel 1:255 van het Burgerlijk Wetboek (BW). De kinderrechter verlengt daarom de ondertoezichtstelling van [minderjarige] voor de duur van een jaar. [1] De kinderrechter overweegt daartoe het volgende.
5.2.
Er zijn de afgelopen periode positieve stappen gezet, maar het is nog pril en er moet bezien worden hoe de hulpverlening de komende periode verloopt. Weekendpleegzorg zal binnenkort starten om te kijken of de moeder in de weekenden af en toe ontlast kan worden. Er zijn nog een aantal doelen waaraan gewerkt moet worden, zoals het bevorderen van de schoolgang van [minderjarige] , het behouden van een hygiënische veilige leefomgeving voor [minderjarige] en het bieden van voldoende structuur en stimulans aan [minderjarige] zodat hij zich goed kan ontwikkelen.
5.3.
Het is daarom belangrijk dat de GI betrokken blijft om de moeder te ondersteunen, zodat de door de GI gestelde doelen behaald kunnen worden. Ook komt de vader van [minderjarige] binnenkort weer bij [minderjarige] en de moeder wonen. Hier dient vanuit de GI ook aandacht voor te zijn. De huidige situatie moet gestabiliseerd worden, zodat de hulpverlening op den duur afgeschaald kan worden en de moeder er steeds meer zelfstandig, in samenwerking met de vader, voor zorg kan dragen dat [minderjarige] op een fijne manier opgroeit.

6.De beslissing

De kinderrechter:
6.1.
verlengt de ondertoezichtstelling van [minderjarige] tot 8 december 2025;
6.2.
verklaart deze beschikking uitvoerbaar bij voorraad.
Deze beslissing is gegeven en in het openbaar uitgesproken op 3 december 2024 door mr. D. van Bloemendaal, kinderrechter, in aanwezigheid van mr. I.R.S. Salomé als griffier, en op schrift gesteld op 17 december 2024.
!NIET VERWIJDEREN, PLAATS VOOR HANDTEKENING SECRETARIS!
!NIET VERWIJDEREN, PLAATS VOOR HANDTEKENING RECHTER!
!NIET VERWIJDEREN, PLAATS VOOR STEMPELS!
Hoger beroep tegen deze beschikking kan worden ingesteld:
  • door de verzoeker en degenen aan wie een afschrift van de beschikking is verstrekt of verzonden, binnen drie maanden na de dag van de uitspraak;
  • door andere belanghebbenden binnen drie maanden na de betekening daarvan of nadat de beschikking aan hen op een andere wijze bekend is geworden.
Het hoger beroep moet, door tussenkomst van een advocaat, worden ingediend bij de griffie van het gerechtshof te Arnhem-Leeuwarden.

Voetnoten

1.Artikel 1:260, eerste lid, BW.