In deze zaak vorderden de eisende partijen, bestaande uit Chubb European Group SE, Zurich Insurance Europe AG Netherlands Branch, en Nationale Nederlanden Schadeverzekeringen N.V. (hierna gezamenlijk aangeduid als 'Verzekeraars'), een verklaring voor recht dat de gedaagde partij, [gedaagde] B.V., aansprakelijk is voor de schade die Verzekeraars hebben geleden door wateroverlast in de technische ruimte van het revalidatiezwembad van de Koninklijke Nederlandse Voetbalbond (KNVB). De wateroverlast vond plaats op 29 juli 2019, en Verzekeraars stelden dat deze was veroorzaakt doordat een medewerker van [gedaagde] op 25 juli 2019 de oogdouche niet had uitgeschakeld. De rechtbank heeft echter geoordeeld dat niet is komen vast te staan dat de gedaagde partij tekort is geschoten in haar verplichtingen. De rechtbank concludeerde dat er onvoldoende bewijs was dat de wateroverlast uitsluitend het gevolg was van het handelen van [gedaagde]. De rechtbank wees de vorderingen van Verzekeraars af en oordeelde dat de gedaagde partij niet aansprakelijk was voor de schade. Tevens werden Verzekeraars veroordeeld in de proceskosten van de gedaagde partij, die op € 10.653,00 werden begroot.