ECLI:NL:RBMNE:2024:7422

Rechtbank Midden-Nederland

Datum uitspraak
20 november 2024
Publicatiedatum
23 januari 2025
Zaaknummer
11159957 \ UC EXPL 24-4113
Instantie
Rechtbank Midden-Nederland
Type
Uitspraak
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Betaling van factuur voor geluidsstudio door klassiek zangeres

In deze civiele zaak, behandeld door de Kantonrechter van de Rechtbank Midden-Nederland, vordert eiser, een eigenaar van een geluidsstudio, betaling van een factuur van € 747,90 van gedaagde, een klassiek zangeres. De factuur is op 15 februari 2023 verzonden, maar gedaagde heeft deze niet betaald. Eiser vordert daarnaast buitengerechtelijke incassokosten en proceskosten. Gedaagde betwist de vordering en stelt dat er een mondelinge afspraak was voor een vaste prijs van € 450,00, maar biedt geen onderbouwing voor deze claim. De kantonrechter oordeelt dat er geen bewijs is voor de afgesproken prijs en dat eiser zijn tijd correct heeft geregistreerd. De kantonrechter wijst de vordering tot betaling van de factuur toe, maar wijst de vordering voor buitengerechtelijke incassokosten af omdat eiser geen bewijs van een aanmaning heeft overgelegd. Gedaagde wordt veroordeeld tot betaling van de proceskosten, die zijn begroot op € 669,04. De uitspraak is gedaan op 20 november 2024.

Uitspraak

RECHTBANKMIDDEN-NEDERLAND
Civiel recht
Kantonrechter
Zittingsplaats Utrecht
Zaaknummer: 11159957 \ UC EXPL 24-4113 RvdH/1037
Vonnis van 20 november 2024
in de zaak van
[eiser] h.o.d.n. [handelsnaam],
te [plaats 1] ,
eisende partij,
hierna te noemen: [eiser] ,
gemachtigde: R. van Dijk, Juristu Incasso Juristen B.V.,
tegen
[gedaagde],
te [plaats 2] ,
gedaagde partij,
hierna te noemen: [gedaagde] ,
procederend in persoon.

1.De procedure

1.1.
Het verloop van de procedure blijkt uit:
- de dagvaarding met producties 1 tot en met 7,
- de conclusie van antwoord,
- de conclusie van repliek met productie 8,
- de conclusie van dupliek.
1.2.
De kantonrechter heeft besloten dat de uitspraak vandaag is.

2.Waar gaat deze zaak over?

2.1.
[eiser] heeft een geluidsstudio en [gedaagde] is klassiek zangeres. [gedaagde] heeft [eiser] benaderd om gebruik te maken van zijn studio. [eiser] was aanwezig om opnames te maken en die te mixen. [eiser] heeft voor zijn diensten op 15 februari 2023 een factuur met een totaalbedrag van € 747,90 aan [gedaagde] gestuurd. [gedaagde] heeft die niet betaald. [eiser] vordert in deze procedure betaling van het factuurbedrag, de buitengerechtelijke incassokosten en de proceskosten.
2.2.
[gedaagde] is het niet eens met de vorderingen van [eiser] . Op de stellingen van partijen wordt hierna, voor zover nodig, nader ingegaan.
3. De beoordeling
3.1.
[gedaagde] moet de factuur van [eiser] betalen. De buitengerechtelijke incassokosten hoeft [gedaagde] niet te betalen. Hierna legt de kantonrechter uit waarom.
De factuur
3.2.
In de eerste plaats heeft [gedaagde] alleen maar in algemene bewoordingen gesteld dat zij mondeling met [eiser] een vaste prijs van € 450,00 heeft afgesproken. Een (begin van) een onderbouwing voor deze stelling ontbreekt. De kantonrechter gaat er daarom van uit dat [eiser] en [gedaagde] geen vaste prijs hebben afgesproken. [eiser] heeft bovendien toegelicht dat hij nooit een vaste prijsafspraak maakt, omdat het van tevoren moeilijk is in te schatten hoeveel tijd er nodig is. [eiser] heeft € 450,00 wel als grove schatting genoemd, maar dat bindt hem niet.
3.3.
In de tweede plaats stelt [gedaagde] dat [eiser] meer tijd in rekening heeft gebracht dan hij daadwerkelijk aan haar heeft besteed. Volgens [gedaagde] werden de opnames onderbroken door privé aangelegenheden van [eiser] en liet [eiser] [gedaagde] met regelmaat wachten. Er is ook geen (begin van) een onderbouwing van deze stelling.. [eiser] heeft daarentegen een overzicht verstrekt waarin hij de tijd heeft bijgehouden. [gedaagde] heeft geen van de specifieke posten in dat overzicht betwist. De kantonrechter gaat daarom uit van de door [eiser] in rekening gebrachte tijdsbesteding/diensten.
3.4.
Het voorgaande betekent dat [gedaagde] de factuur moeten betalen. Zij is de wettelijke rente verschuldigd met ingang van de datum van de dagvaarding, omdat [eiser] niet heeft toegelicht waarom [gedaagde] al per 15 maart 2023 in verzuim verkeerde. Op dat moment was de betaaltermijn van de factuur namelijk nog niet verstreken.
Buitengerechtelijke incassokosten
3.5.
[eiser] vordert vergoeding van buitengerechtelijke incassokosten, maar hij heeft geen aanmaning als bedoeld in artikel 6:96 lid 6 BW ingediend bij zijn processtukken. De vergoeding voor buitengerechtelijke kosten wordt daarom afgewezen; de kantonrechter kan niet controleren of een correcte aanmaning is verstuurd.
De proceskosten
3.6.
[gedaagde] is in het ongelijk gesteld en moet daarom de proceskosten (inclusief nakosten) betalen. De proceskosten van [eiser] worden begroot op:
- kosten van de dagvaarding
113,54
- griffierecht
218,00
- salaris gemachtigde
270,00
(2 punten × € 135,00)
- nakosten
67,50
(plus de kosten van betekening zoals vermeld in de beslissing)
Totaal
669,04

4.De beslissing

De kantonrechter
4.1.
veroordeelt [gedaagde] om aan [eiser] te betalen een bedrag van € 747,90, te vermeerderen met de wettelijke rente als bedoeld in artikel 6:119 BW over het toegewezen bedrag, met ingang van 22 mei 2024, tot de dag van volledige betaling,
4.2.
veroordeelt [gedaagde] in de proceskosten van € 669,04, te betalen binnen veertien dagen na aanschrijving daartoe, te vermeerderen met de kosten van betekening als [gedaagde] niet tijdig aan de veroordelingen voldoet en het vonnis daarna wordt betekend,
4.3.
verklaart dit vonnis uitvoerbaar bij voorraad,
4.4.
wijst het meer of anders gevorderde af.
Dit vonnis is gewezen door mr. J.G. Nicholson en in het openbaar uitgesproken op 20 november 2024.