In deze zaak heeft de rechtbank Midden-Nederland op 18 december 2024 uitspraak gedaan in een verzoek om zorgmachtiging, ingediend door de officier van justitie voor een betrokkene, geboren in 1986. De rechtbank had eerder op 29 februari 2024 een zorgmachtiging verleend voor de duur van twaalf maanden, maar deze beschikking werd op 25 oktober 2024 door de Hoge Raad vernietigd en terugverwezen naar de rechtbank voor verdere behandeling. De rechtbank ontving een second opinion van psychiater prof. dr. F.E. Scheepers, die bevestigde dat de betrokkene lijdt aan een neurocognitieve ontwikkelingsstoornis en een bipolaire stemmingsstoornis. Tijdens de mondelinge behandeling op 12 december 2024 zijn de betrokkene, haar advocaat, en een psychiater gehoord. De rechtbank concludeerde dat de betrokkene niet langer verplicht zorg nodig heeft, omdat haar toestand is verbeterd en zij vrijwillig medicatie neemt. De rechtbank wees het verzoek om zorgmachtiging af, met de overweging dat de betrokkene in staat is om haar behandeling voort te zetten zonder verplichte zorg. De beschikking is openbaar uitgesproken en er staat cassatie open tegen deze beslissing.