Uitspraak
RECHTBANK MIDDEN-NEDERLAND
1.Het verloop van de procedure
2.Het verzoek
3.De beoordeling
waaronder het gebruik van communicatiemiddelen.
Rechtbank Midden-Nederland
In deze zaak heeft de Rechtbank Midden-Nederland op 19 december 2024 een beschikking gegeven inzake een zorgmachtiging voor een betrokkene, geboren in 1991 in Somalië. De officier van justitie had verzocht om een zorgmachtiging voor de duur van twaalf maanden, omdat betrokkene lijdt aan een psychische stoornis die mogelijk valt onder het schizofreniespectrum. De rechtbank heeft vastgesteld dat aan alle voorwaarden van de Wet verplichte geestelijke gezondheidszorg is voldaan. Tijdens de mondelinge behandeling op dezelfde dag zijn zowel betrokkene als een verpleegkundige gehoord. De rechtbank oordeelde dat betrokkene ernstig nadeel ondervindt door zijn psychische toestand, wat zich uit in ernstige verwaarlozing en maatschappelijke teloorgang. Ondanks het verzet van betrokkene tegen de voorgestelde medicatie, concludeerde de rechtbank dat de zorg niet op vrijwillige basis kan worden verleend. Betrokkene was niet in staat om een weloverwogen afweging te maken over de medicatie, wat zijn wilsbekwaamheid in twijfel trok. De rechtbank heeft de zorgmachtiging verleend voor een jaar, met specifieke maatregelen voor verplichte zorg, waaronder het toedienen van medicatie en het verrichten van medische controles. De rechtbank heeft ook geoordeeld dat er geen minder bezwarende alternatieven zijn en dat de toegewezen zorg evenredig en effectief is. De beschikking is mondeling gegeven en in het openbaar uitgesproken, met de mogelijkheid tot cassatie.