Uitspraak
RECHTBANK Midden-Nederland
1.[gedaagde sub 1] V.O.F,
2.
[gedaagde sub 2],
3.
[gedaagde sub 3],
4.
[gedaagde sub 4],
1.De procedure
- de akte van [eiseres] met producties;
- het getuigenverhoor van 24 april 2024;
- het getuigenverhoor van 5 september 2024;
2.De kern van de zaak
3.De beoordeling
[eiseres] is niet-ontvankelijk in haar vordering tegenover [gedaagde sub 1]
inde loods, zodat daaruit niet kan worden afgeleid wat de staat van de aardappelen binnen was. Ten slotte heeft [A] verklaard dat het weliswaar warm en vochtig was in de loods (en dat het ook een warme zomer was), maar dat hij geen rottingsgeur heeft geroken. De verklaring van [A] levert daarom geen bewijs op in het voordeel van [eiseres] .
€ 178,-(plus de verhoging zoals vermeld in de beslissing)