ECLI:NL:RBMNE:2024:7362
Rechtbank Midden-Nederland
- Beschikking
- Rechtspraak.nl
Ontbinding arbeidsovereenkomst ondanks opzegverbod wegens ziekte in het belang van de werknemer
In deze zaak heeft de kantonrechter van de Rechtbank Midden-Nederland op 28 maart 2024 uitspraak gedaan in een verzoek tot ontbinding van een arbeidsovereenkomst. De verzoekende partij, een besloten vennootschap, heeft verzocht om ontbinding van de arbeidsovereenkomst met de verwerende partij, die sinds 15 oktober 2019 in dienst was. De verwerende partij had zich op 13 maart 2023 ziek gemeld, en de bedrijfsarts had geadviseerd om mediation te overwegen vanwege een verstoorde arbeidsverhouding. De verzoekende partij stelde dat er geen vertrouwen meer was in een vruchtbare voortzetting van de arbeidsrelatie en dat herplaatsing niet mogelijk was. De verwerende partij betwistte de verwijten, maar vroeg wel om een beëindigingsvergoeding van € 15.600,00 bruto.
De kantonrechter heeft vastgesteld dat er sprake is van een verstoorde arbeidsverhouding en dat de verzoekende partij in redelijkheid niet kan worden gevergd om de arbeidsovereenkomst voort te zetten. Echter, er was ook een opzegverbod wegens ziekte. De kantonrechter heeft geoordeeld dat, ondanks dit opzegverbod, het verzoek tot ontbinding moest worden ingewilligd omdat het in het belang van de werknemer was om de arbeidsrelatie te beëindigen. De emotionele impact van de arbeidsrelatie op de verwerende partij was significant, en het was duidelijk dat contact met de verzoekende partij haar herstel belemmerde.
De kantonrechter heeft de arbeidsovereenkomst ontbonden per 1 mei 2024 en de verzoekende partij veroordeeld tot betaling van de beëindigingsvergoeding. De proceskosten zijn gecompenseerd, waarbij beide partijen hun eigen kosten dragen. Deze beschikking is openbaar uitgesproken door mr. M.J. Slootweg.