ECLI:NL:RBMNE:2024:7352

Rechtbank Midden-Nederland

Datum uitspraak
27 november 2024
Publicatiedatum
9 januari 2025
Zaaknummer
11220781 \ UC EXPL 24-4896
Instantie
Rechtbank Midden-Nederland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Vordering tot betaling van verzekeringspremie en proceskosten door Unigarant N.V. tegen gedaagde

In deze civiele zaak, behandeld door de Kantonrechter van de Rechtbank Midden-Nederland, heeft Unigarant N.V. een vordering ingesteld tegen een gedaagde die een doorlopende reisverzekering bij hen had afgesloten. De gedaagde had de premie van € 35,95 voor de periode van 18 juli 2022 tot 18 juli 2023 niet betaald. Unigarant vorderde betaling van deze premie, plus rente en kosten. De kantonrechter heeft vastgesteld dat de gedaagde erkent dat hij de premie moet betalen, en heeft de vordering tot betaling van het bedrag van € 35,95 toegewezen.

Daarnaast vorderde Unigarant de wettelijke rente vanaf de vervaldatum van de ingebrekestelling. De kantonrechter heeft geoordeeld dat Unigarant aannemelijk heeft gemaakt dat de aanmaning op 8 februari 2024 naar het juiste adres van de gedaagde is gestuurd, en heeft de wettelijke rente toegewezen vanaf deze datum. Unigarant heeft ook vergoeding van buitengerechtelijke incassokosten gevorderd, welke door de kantonrechter zijn toegewezen op basis van het Besluit vergoeding voor buitengerechtelijke incassokosten.

De gedaagde heeft verweer gevoerd tegen de proceskosten, maar de kantonrechter heeft geoordeeld dat dit verweer niet slaagt. De kantonrechter heeft de gedaagde veroordeeld tot betaling van de proceskosten, die zijn begroot op € 367,39. Het vonnis is uitgesproken op 27 november 2024 door mr. D.A. van Steenbeek en is uitvoerbaar bij voorraad.

Uitspraak

RECHTBANKMIDDEN-NEDERLAND
Civiel recht
Kantonrechter
Zittingsplaats Utrecht
Zaaknummer: 11220781 \ UC EXPL 24-4896 CMR/51145
Vonnis van 27 november 2024
in de zaak van
UNIGARANT N.V., MEDE H.O.D.N. ANWB VERZEKEREN,
gevestigd in 's-Gravenhage,
eisende partij,
hierna te noemen: Unigarant,
gemachtigde: KVN Gerechtsdeurwaarders & Juristen,
tegen
[gedaagde],
wonend in [woonplaats] ,
gedaagde partij,
hierna te noemen: [gedaagde] ,
procederend in persoon.

1.De procedure

1.1.
Het verloop van de procedure blijkt uit:
- de dagvaarding,
- de e-mail van 30 juli 2024 met daarin de reactie van [gedaagde] ,
- de conclusie van repliek,
- de e-mail van 18 oktober 2024 met daarin de reactie van [gedaagde] .
1.2.
Hierna is bepaald dat er een vonnis komt.

2.De beoordeling

2.1.
[gedaagde] heeft op 13 juli 2011 bij Unigarant een doorlopende reisverzekering afgesloten. [gedaagde] heeft de premie van € 35,95 voor de periode 18 juli 2022 tot 18 juli 2023 niet betaald. Unigarant wil dat hij dat alsnog betaald, plus rente en kosten. De kantonrechter wijst deze vordering toe. Hierna wordt toegelicht waarom.
2.2.
[gedaagde] erkent dat hij een doorlopende reisverzekering heeft bij Unigarant en dat hij de premie moet betalen. Het bedrag van € 35,95 wordt daarom toegewezen.
2.3.
Unigarant vordert de wettelijke rente vanaf de vervaldag van de ingebrekestelling. Unigarant heeft niet uitgelegd welke ingebrekestelling zij bedoelt. De kantonrechter gaat daarom uit van de laatst gestuurde aanmaning van 8 februari 2024. [gedaagde] betwist weliswaar dat hij deze aanmaning heeft ontvangen, maar dat is niet aannemelijk. Unigarant heeft onderbouwd dat haar incassogemachtigde deze brief heeft gestuurd naar het adres waarop [gedaagde] staat ingeschreven. Unigarant mocht dus aannemen dat [gedaagde] op dat adres kon worden bereikt en dat de aanmaning daar is aangekomen. De aanmaning is ook niet retour gekomen. [gedaagde] heeft geen verdere omstandigheden aangevoerd waaruit volgt hij deze aanmaning niet heeft ontvangen. De wettelijke rente wordt dan ook toegewezen vanaf 23 februari 2024 (de vervaldatum van deze laatst gestuurde aanmaning).
2.4.
Unigarant vordert daarnaast vergoeding van de buitengerechtelijke incassokosten. Unigarant heeft aan [gedaagde] op 8 februari 2024 een aanmaning gestuurd die voldoet aan de eisen van artikel 6:96 lid 6 BW. Zoals hiervoor overwogen, is het verweer dat [gedaagde] deze aanmaning niet heeft ontvangen niet aannemelijk. De hoogte van de vordering zal worden getoetst aan het Besluit vergoeding voor buitengerechtelijke incassokosten (hierna: het Besluit). Unigarant heeft vergoeding van btw gevorderd over de vergoeding voor buitengerechtelijke kosten. Omdat Unigarant een van btw vrijgestelde prestatie heeft verricht, wordt de vergoeding verhoogd met btw. De gevorderde vergoeding voor buitengerechtelijke incassokosten is niet hoger dan het tarief dat in het Besluit is bepaald. Daarom wordt € 48,40 toegewezen.
2.5.
[gedaagde] stelt dat hij op 12 juli 2024 de dagvaarding heeft ontvangen. Hij vindt dat dat lang heeft geduurd en stelt dat hij nooit een e-mail of telefoontje heeft gehad om het op te kunnen lossen. De kantonrechter begrijpt dit als een verweer tegen de proceskosten, maar dit verweer slaagt niet. Unigarant en haar incassogemachtigde hebben meerdere keren contact gezocht met [gedaagde] . Een aantal aanmaningen is weliswaar naar het oude adres van [gedaagde] verstuurd, waardoor niet kan worden vastgesteld of [gedaagde] deze heeft ontvangen, maar dat komt voor rekening en risico van [gedaagde] . Het ligt namelijk op de weg van [gedaagde] om een adreswijziging door te geven aan Unigarant, zo volgt ook uit artikel 6 van de algemene voorwaarden die van toepassing zijn. Daarnaast heeft Unigarant ook meerdere e-mails gestuurd naar het e-mailadres [e-mailadres] . Volgens [gedaagde] is dat een verkeerd e-mailadres, maar dat is het e-mailadres dat hij bij de aanvraag van de doorlopende reisverzekering zelf heeft opgegeven. Als er iets in zijn contactgegevens wijzigt, ligt het op de weg van [gedaagde] om dat bij Unigarant te melden (zie in dit kader ook artikel 6 van de algemene voorwaarden). Dat hij de e-mails dus niet zou hebben ontvangen, komt ook voor zijn rekening en risico.
2.6.
[gedaagde] is in het ongelijk gesteld en moet daarom de proceskosten (inclusief nakosten) betalen. De proceskosten van Unigarant worden begroot op:
- kosten van de dagvaarding
137,39
- griffierecht
130,00
- salaris gemachtigde
80,00
(2 punten × € 40,00)
- nakosten
20,00
(plus de kosten van betekening zoals vermeld in de beslissing)
Totaal
367,39

3.De beslissing

De kantonrechter
3.1.
veroordeelt [gedaagde] om aan Unigarant te betalen een bedrag van € 84,35, te vermeerderen met de wettelijke rente als bedoeld in artikel 6:119 BW over het toegewezen bedrag, vanaf de respectieve vervaldata van de onderliggende facturen, tot de dag van volledige betaling,
3.2.
veroordeelt [gedaagde] in de proceskosten van € 367,39, te betalen binnen veertien dagen na aanschrijving daartoe, te vermeerderen met de kosten van betekening als [gedaagde] niet tijdig aan de veroordelingen voldoet en het vonnis daarna wordt betekend,
3.3.
verklaart dit vonnis uitvoerbaar bij voorraad.
Dit vonnis is gewezen door mr. D.A. van Steenbeek en in het openbaar uitgesproken op 27 november 2024.