ECLI:NL:RBMNE:2024:7351

Rechtbank Midden-Nederland

Datum uitspraak
9 december 2024
Publicatiedatum
9 januari 2025
Zaaknummer
UTR 24/1216
Instantie
Rechtbank Midden-Nederland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht; Omgevingsrecht
Procedures
  • Voorlopige voorziening
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Voorlopige voorziening in bestuursrechtelijke zaak betreffende niet-ontvankelijk verklaring bezwaar

In deze zaak heeft de voorzieningenrechter van de Rechtbank Midden-Nederland op 9 december 2024 uitspraak gedaan in een verzoek om voorlopige voorziening. Verzoeker, vertegenwoordigd door mr. B.M. Kocken, had beroep ingesteld tegen een besluit van het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Almere, dat op 22 oktober 2024 het bezwaar van verzoeker tegen een eerder besluit van 17 oktober 2023 niet-ontvankelijk had verklaard. De voorzieningenrechter heeft het verzoek om voorlopige voorziening beoordeeld zonder partijen uit te nodigen voor een zitting, omdat het verzoek kennelijk niet-ontvankelijk was. Dit is mogelijk op grond van artikel 8:83, derde lid, van de Algemene wet bestuursrecht (Awb).

De voorzieningenrechter heeft vastgesteld dat er inmiddels een uitspraak is gedaan in de bodemzaak, waardoor er geen beroepsprocedure meer loopt. Dit betekent dat verzoeker geen verzoek om voorlopige voorziening kan indienen. De voorzieningenrechter heeft daarom het verzoek om voorlopige voorziening niet-ontvankelijk verklaard. Er is geen aanleiding voor een proceskostenveroordeling. De uitspraak is openbaar gedaan en een afschrift is verzonden aan de betrokken partijen. Tegen deze uitspraak staat geen rechtsmiddel open, zoals vermeld in artikel 8:81 van de Awb.

Uitspraak

RECHTBANK MIDDEN-NEDERLAND
Zittingsplaats Utrecht
Bestuursrecht
zaaknummer: UTR 24/7389

uitspraak van de voorzieningenrechter van 9 december 2024 in de zaak tussen

[verzoeker] , uit [woonplaats] , verzoeker

(gemachtigde: mr. B.M. Kocken),
en

het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Almere

(gemachtigde: mr. L.A. Sluiter).

Inleiding

Het college heeft met het besluit van 22 oktober 2024 het bezwaar van eiser tegen het primaire besluit van 17 oktober 2023 niet-ontvankelijk verklaard.
Verzoeker heeft beroep ingesteld tegen het besluit van 22 oktober 2024. Hij heeft de voorzieningenrechter verzocht om een voorlopige voorziening te treffen. Dit verzoek zal de voorzieningenrechter beoordelen.

Overwegingen

1. Op grond van artikel 8:83, derde lid, van de Algemene wet bestuursrecht (Awb) kan de voorzieningenrechter uitspraak doen zonder partijen uit te nodigen om op een zitting te verschijnen indien het verzoek kennelijk niet-ontvankelijk is. Na kennis te hebben genomen van de stukken ziet de voorzieningenrechter aanleiding om van deze bevoegdheid gebruik te maken. De voorzieningenrechter doet dus uitspraak buiten zitting.
2. Vandaag heeft de rechtbank uitspraak gedaan in het door verzoeker ingestelde beroep tegen het besluit van 22 oktober 2024 (zaaknummer UTR 24/6862). De voorzieningenrechter stelt dan ook vast dat er geen beroepsprocedure meer loopt. In dat geval kan iemand geen verzoek om voorlopige voorziening doen. [1] Het verzoek om voorlopige voorziening is daarom niet-ontvankelijk.
3. Voor een proceskostenveroordeling bestaat geen aanleiding.

Beslissing

De voorzieningenrechter verklaart het verzoek om voorlopige voorziening niet-ontvankelijk.
Deze uitspraak is gedaan door mr. V.E.H.G. Visser, voorzieningenrechter, in aanwezigheid van mr. M.H.L. Debets, griffier. De uitspraak is uitgesproken in het openbaar op 9 december 2024.
griffier voorzieningenrechter
Afschrift verzonden aan partijen op:

Rechtsmiddel

Tegen deze uitspraak staat geen rechtsmiddel open.

Voetnoten

1.Zie artikel 8:81 van de Awb.