ECLI:NL:RBMNE:2024:7351
Rechtbank Midden-Nederland
- Voorlopige voorziening
- V.E.H.G. Visser
- M.H.L. Debets
- Rechtspraak.nl
Voorlopige voorziening in bestuursrechtelijke zaak betreffende niet-ontvankelijk verklaring bezwaar
In deze zaak heeft de voorzieningenrechter van de Rechtbank Midden-Nederland op 9 december 2024 uitspraak gedaan in een verzoek om voorlopige voorziening. Verzoeker, vertegenwoordigd door mr. B.M. Kocken, had beroep ingesteld tegen een besluit van het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Almere, dat op 22 oktober 2024 het bezwaar van verzoeker tegen een eerder besluit van 17 oktober 2023 niet-ontvankelijk had verklaard. De voorzieningenrechter heeft het verzoek om voorlopige voorziening beoordeeld zonder partijen uit te nodigen voor een zitting, omdat het verzoek kennelijk niet-ontvankelijk was. Dit is mogelijk op grond van artikel 8:83, derde lid, van de Algemene wet bestuursrecht (Awb).
De voorzieningenrechter heeft vastgesteld dat er inmiddels een uitspraak is gedaan in de bodemzaak, waardoor er geen beroepsprocedure meer loopt. Dit betekent dat verzoeker geen verzoek om voorlopige voorziening kan indienen. De voorzieningenrechter heeft daarom het verzoek om voorlopige voorziening niet-ontvankelijk verklaard. Er is geen aanleiding voor een proceskostenveroordeling. De uitspraak is openbaar gedaan en een afschrift is verzonden aan de betrokken partijen. Tegen deze uitspraak staat geen rechtsmiddel open, zoals vermeld in artikel 8:81 van de Awb.