Uitspraak
1.De procedure
- de conclusie van antwoord in conventie en van eis in reconventie;
- de brief waarin een mondelinge behandeling is bepaald;
- de mondelinge behandeling van 4 september 2024, waarvan door de griffier aantekeningen zijn gemaakt.
2.De beoordeling
Kern van de zaak
hoofdverblijfhad in het gehuurde. [eiser] stelt dat hij sinds de zomer van 2020 bij zijn overgrootmoeder woont. [gedaagde] betwist dat, omdat [eiser] pas sinds 23 januari 2023 op dit adres staat ingeschreven. [eiser] heeft aannemelijk gemaakt dat hij in ieder geval sinds begin 2022 bij zijn overgrootmoeder woont. [eiser] heeft namelijk op 23 april 2022 bij [gedaagde] een verzoek tot inwoning ingediend. Het ligt voor de hand dat zo’n verzoek wordt gedaan als de aanvrager ook daadwerkelijk op dat adres woont of wil gaan wonen. Ook heeft [eiser] loonstroken vanaf juni 2022 overgelegd waaruit blijkt dat hij dit adres bij zijn werkgever heeft opgegeven. Bovendien volgt uit de door [eiser] overgelegde verklaringen dat [eiser] al een aantal jaren bij zijn overgrootmoeder woonde. De kantonrechter gaat er daarom van uit dat [eiser] zijn hoofdverblijf had in het gehuurde.
duurzame gemeenschappelijke huishoudinghadden, moet worden beantwoord aan de hand van alle omstandigheden van het geval in hun onderling verband. Op [eiser] rust een verzwaarde stelplicht. Hij moet voldoende concrete feiten aanvoeren om aan te tonen dat er een gemeenschappelijke huishouding was.
- [eiser] heeft een verklaring van mevrouw [A] van [thuiszorgorganisatie] overgelegd. Zij is zorgmedewerker en heeft thuiszorg verleend aan de overgrootmoeder van [eiser] . Zij verklaart dat [eiser] de laatste drie jaar van het leven van overgrootmoeder bij haar woonde en dat overgrootmoeder daardoor thuis kon blijven wonen. Deze verklaring zegt niks concreets over een gemeenschappelijk huishouden of over de duurzaamheid daarvan. Ook staat niet in de verklaring dat [eiser] zorg verleende aan zijn overgrootmoeder of dat hij haar mantelzorger was, terwijl [gedaagde] tijdens een gesprek met de vader van [eiser] op 20 december 2023 heeft aangegeven daar waarde aan te hechten. Bovendien staat de verklaring niet op briefpapier van [thuiszorgorganisatie] , terwijl [gedaagde] daar uitdrukkelijk om had verzocht;
- [eiser] heeft daarnaast tien verklaringen overgelegd van verschillende familieleden en vrienden van de familie. Ook deze verklaringen bevatten geen concrete feiten en omstandigheden waaruit volgt dat [eiser] een
- tot slot heeft [eiser] gesteld dat hij en zijn grootmoeder de kosten van het huishouden deelden. Om dit te onderbouwen heeft [eiser] drie facturen/bonnen overgelegd voor de aanschaf van een airconditioning-unit, rolgordijnen, een pannenset en een bestek set. Op de facturen staan de naam van [eiser] en het adres van de woonwagen van zijn overgrootmoeder. Het is dus aannemelijk dat [eiser] deze spullen heeft gekocht voor in de woonwagen, maar ook dat is onvoldoende voor het aannemen van een duurzame gemeenschappelijke huishouding. Het gaat immers maar om een aantal aankopen en dat zegt niets over het bestaan van gemeenschappelijke huishouding met een duurzaam karakter. [eiser] heeft verder ook niet concreet kunnen maken hoe hij en zijn overgrootmoeder de financiën regelden. [eiser] stelt dat hij contant betaalde aan zijn overgrootmoeder en dat zij beiden ongeveer voor de helft een bijdrage leverden aan het huishouden en de boodschappen. Maar er zijn geen stukken overgelegd waaruit is af te leiden dat dat inderdaad zo ging. Ook is niet gebleken hoeveel hij aan zijn overgrootmoeder betaalde, hoe vaak hij dat deed en hoe werd bijgehouden dat beiden ongeveer de helft van de kosten betaalden.
Nou, laat de thuiszorg eventjes wat op papier zetten. Dan hebben we in ieder geval een bewijs. Want ik moet een bewijs hebben van, als er gedoe van komt, dat we dan kunnen zeggen: maar goed hij was mantelzorger”
(…) Kijk, en als er niemand kraait dan vind ik het ook allemaal prima. Maar je weet zelf, er hoeft maar ééntje op te staan en te zeggen van: joh wat is dit voor gezeik.”.
Ja, inschrijving van school. Huisarts, of brief huisarts of thuiszorg. (…)”.