In deze uitspraak van de Rechtbank Midden-Nederland op 18 december 2024, wordt het beroep van eiseressen beoordeeld, omdat het college van burgemeester en wethouders niet tijdig heeft beslist op hun bezwaar tegen de verleende standplaatsvergunning voor de verkoop van kebab, Turkse pizza en snacks. Eiseressen hebben op 12 maart 2024 bezwaar gemaakt, maar het college heeft verzuimd om binnen de wettelijk voorgeschreven termijn van twaalf weken een besluit te nemen. Na een ingebrekestelling op 17 juni 2024, heeft het college wederom geen besluit genomen.
De rechtbank oordeelt dat het beroep gegrond is, omdat het college niet tijdig heeft beslist. Op basis van artikel 8:54 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb) doet de rechtbank uitspraak zonder zitting. De rechtbank bepaalt dat het college binnen twee weken na verzending van de uitspraak alsnog een besluit op het bezwaar moet nemen. Tevens wordt een dwangsom van € 100,- per dag opgelegd voor elke dag dat de beslistermijn wordt overschreden, met een maximum van € 15.000,-.
Daarnaast wordt het college veroordeeld tot betaling van het griffierecht van € 371,- en een proceskostenvergoeding van € 437,50 aan eiseressen, omdat zij een professionele juridische hulpverlener hebben ingeschakeld. De rechtbank hanteert een wegingsfactor van 0,5, aangezien de zaak van licht gewicht is en enkel de overschrijding van de beslistermijn betreft. De uitspraak is openbaar uitgesproken en een afschrift is verzonden aan de betrokken partijen.