ECLI:NL:RBMNE:2024:7286
Rechtbank Midden-Nederland
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Niet-ontvankelijkheid van beroep inzake last onder dwangsom voor bouwwerken zonder vergunning
In deze zaak gaat het om een geschil tussen eisers en het college van burgemeester en wethouders van de gemeente De Ronde Venen over een last onder dwangsom die is opgelegd vanwege het bouwen van een schutting en fietsenoverkapping zonder vergunning. De eisers hebben bezwaar gemaakt tegen het besluit van het college, maar de rechtbank heeft geoordeeld dat zij geen procesbelang meer hebben, aangezien zij de woning waarin de bouwwerken zijn geplaatst, hebben verkocht. De eigendomsoverdracht vond plaats op 15 november 2024, terwijl het beroep op 10 december 2024 werd behandeld. De rechtbank heeft vastgesteld dat de eisers ten tijde van het indienen van het beroep belanghebbenden waren, maar dat dit belang is vervallen door de verkoop van de woning. De rechtbank heeft geconcludeerd dat een inhoudelijke beoordeling van het beroep niet meer relevant is, omdat de gevolgen van de last onder dwangsom alleen van belang zijn voor de nieuwe eigenaar van de woning. Daarom heeft de rechtbank het beroep niet-ontvankelijk verklaard, wat betekent dat er geen inhoudelijke beoordeling van de gronden in beroep plaatsvond. De eisers krijgen geen griffierecht terug en ook geen vergoeding van proceskosten.