ECLI:NL:RBMNE:2024:7242
Rechtbank Midden-Nederland
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Beoordeling van het beroep tegen beëindiging van de Ziektewet-uitkering
In deze zaak beoordeelt de rechtbank het beroep van eiser tegen de beëindiging van zijn uitkering op grond van de Ziektewet (ZW) per 29 augustus 2023. Eiser is het hier niet mee eens en voert aan dat hij niet in staat is om te werken gelet op zijn lichamelijke en psychische klachten. Het Uwv is het niet met eiser eens en blijft bij het bestreden besluit. De rechtbank beoordeelt het bestreden besluit aan de hand van de medische situatie op 29 augustus 2023, de datum in geding.
Eiser was voorheen werkzaam als medewerker winkelverkoper voor 26 uur per week en heeft zich op 14 april 2023 ziekgemeld. Het Uwv heeft na verzekeringsgeneeskundig onderzoek vastgesteld dat eiser geschikt is voor zijn eigen werk en heeft de ZW-uitkering per 29 augustus 2023 beëindigd. Eiser heeft bezwaar gemaakt tegen dit besluit, maar het Uwv heeft het bezwaar ongegrond verklaard. Eiser heeft vervolgens beroep ingesteld en aanvullende stukken ingediend.
De rechtbank stelt vast dat het Uwv zijn besluiten mag baseren op rapporten van verzekeringsartsen en arbeidsdeskundigen, mits deze rapporten zorgvuldig zijn opgesteld. Eiser heeft geen medische onderbouwing overgelegd die de beoordeling van het Uwv kan weerleggen. De rechtbank concludeert dat de medische beoordeling van het Uwv zorgvuldig is geweest en dat er geen aanleiding is om te twijfelen aan de geschiktheid van eiser voor zijn eigen werk. Het beroep van eiser wordt ongegrond verklaard, wat betekent dat hij geen recht meer heeft op een ZW-uitkering per 29 augustus 2023. Eiser krijgt geen vergoeding van proceskosten en het griffierecht wordt niet teruggegeven.