ECLI:NL:RBMNE:2024:7237
Rechtbank Midden-Nederland
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Verzoek om proceskostenvergoeding na intrekking beroep tegen Uwv
In deze uitspraak van de Rechtbank Midden-Nederland op 13 november 2024, wordt het verzoek van verzoekster om vergoeding van haar proceskosten beoordeeld. Verzoekster had eerder beroep ingesteld tegen een beslissing van het Uwv, waarin haar arbeidsongeschiktheid werd vastgesteld op 73,21% en zij in aanmerking kwam voor een loongerelateerde WGA-uitkering. Na wijziging van het besluit door het Uwv op 4 september 2024, waarbij verzoekster in aanmerking werd gebracht voor een IVA-uitkering, trok zij haar beroep in en verzocht de rechtbank om vergoeding van de proceskosten.
De rechtbank oordeelt dat het Uwv volledig tegemoet is gekomen aan het beroep van verzoekster en wijst het verzoek om proceskostenvergoeding toe. De proceskosten worden vastgesteld op € 2.187,50, inclusief kosten voor het indienen van het beroepschrift en het verschijnen ter zitting. Daarnaast verzoekt verzoekster om vergoeding van reiskosten en kosten voor een deskundigenrapport. De rechtbank kent een bedrag van € 81,54 toe voor reiskosten en € 1.215,14 voor het deskundigenrapport, wat de totale proceskosten op € 3.484,18 brengt.
De rechtbank bepaalt dat het Uwv deze kosten aan verzoekster moet vergoeden. De uitspraak is openbaar uitgesproken en partijen zijn geïnformeerd over de mogelijkheid tot verzet tegen deze uitspraak binnen zes weken na verzending.