In deze uitspraak van de Rechtbank Midden-Nederland, zittingsplaats Utrecht, wordt het beroep van eiseres tegen de afwijzing van haar verzoek om terugbetaling van een persoonlijke lening beoordeeld. Eiseres, die gedupeerd is door de toeslagenaffaire, had een lening afgelost met compensatie die zij ontving. De Minister van Financiën, als verweerder, had eerder bepaald dat de lening niet in aanmerking kwam voor terugbetaling omdat deze niet volledig opeisbaar was vóór 1 juni 2021. Eiseres maakte bezwaar tegen deze beslissing, maar het bestreden besluit werd gehandhaafd. De rechtbank oordeelt dat de afwijzing van het verzoek om terugbetaling niet onevenredig is en dat het vertrouwensbeginsel niet is geschonden. De rechtbank concludeert dat de afwijzing van het verzoek om terugbetaling in stand blijft, en dat eiseres geen recht heeft op terugbetaling van het griffierecht of vergoeding van proceskosten.