Uitspraak
RECHTBANK MIDDEN-NEDERLAND
1.ONDERZOEK TER TERECHTZITTING
2.TENLASTELEGGING
(aanranding).
3.VOORVRAGEN
4.WAARDERING VAN HET BEWIJS
Uit het proces-verbaal van aangifte door [slachtoffer] blijkt onder meer het volgende, zakelijk weergegeven:
Ik was in het parkje bezig en was met een tuinslang de planten water aan het geven. Ik zag dat er een man bij mij in de buurt stond.
Omdat deze man vervelend aanwezig was heb ik tegen hem gezegd: Je moet aan de kant, ik moet er met de slang langs.
Ik ben toen voor de man langs gelopen. Toen ik langs hem liep voelde ik dat hij mij bij mijn achterwerk vastpakte. [2] Hij pakte mij met zijn hand midden op mijn achterwerk vast en ging met één (1) vinger richting mijn vagina. Ik voelde dat de vinger van de man op ongeveer 2 a 3 centimeter van mijn vagina af zat. Ik voelde dat hij druk uitoefende op mijn vagina. Het voelde alsof hij zijn vinger bij mij naar binnen wilde drukken.
Nadat hij mij vast had gepakt, riep ik naar hem: Rot op. Ik heb hem toen met de tuinslang een beetje nat gespoten. [3]
Uit het proces-verbaal van verhoor van verdachte van 26 september 2023 blijkt onder meer het volgende, zakelijk weergegeven:
A: Ja, want ze maakte mij nat. [5]
Uit het proces-verbaal van verhoor van getuige [getuige 1] blijkt onder meer het volgende, zakelijk weergegeven:
Uit het proces-verbaal van verhoor van getuige [getuige 2] blijkt onder meer het volgende, zakelijk weergegeven:
Ik zag dat mijn buurvrouw [slachtoffer] voor de deur stond. Ik zag direct dat zij in paniek was en dat zij zeer emotioneel was. Ik zag namelijk dat zij heftig aan het huilen was en ik hoorde dat zij zei dat zij zojuist was aangerand door een voor haar onbekende man.
Ik hoorde dat zij zei dat zij tegen haar wil bij haar billen was gegrepen en dat zij hier heftig van was geschrokken. Ik hoorde dat [slachtoffer] zei dat de man met zijn vinger bij haar kruis had gezeten. [7]
aanwees die haar zojuist had betast nog op ongeveer dezelfde locatie bevond.
Uit het proces-verbaal van bevindingen van aantreffen verdachte blijkt onder meer het volgende, zakelijk weergegeven:
Wij zagen dat een vrouw, naar wie later de melder [getuige 2] bleek, ons wenkte. Wij
hoorden dat de melder ons vertelde dat de man er nog steeds zou staan en wees hierbij naar het vlonder, nabij de [brug] . Wij zagen en hoorden dat zij naar een man wees en zei: "Dat is hem, dat is hem." [8] Wij hielden verdachte [verdachte] aan ter zake aanranding.
5.BEWEZENVERKLARING
6.STRAFBAARHEID VAN HET FEIT
7.STRAFBAARHEID VAN VERDACHTE
8.OPLEGGING VAN STRAF
9.BENADEELDE PARTIJ
[slachtoffer] aan verdachte de verplichting opleggen tot betaling aan de Staat van het bedrag van € 750, te vermeerderen met de gevorderde wettelijke rente vanaf 25 september 2023 tot de dag van volledige betaling. Als door verdachte niet wordt betaald, zal deze verplichting worden aangevuld met 15 dagen gijzeling, waarbij toepassing van de gijzeling de betalingsverplichting niet opheft.
10.TOEPASSELIJKE WETTELIJKE VOORSCHRIFTEN
11.BESLISSING
taakstraf van 80 uren;
40 dagen hechtenis;
- wijst de vordering van [slachtoffer] toe tot een bedrag
- veroordeelt verdachte tot betaling aan [slachtoffer] van het toegewezen bedrag, vermeerderd met de wettelijke rente vanaf
- veroordeelt verdachte ook in de kosten door de benadeelde partij gemaakt en ten behoeve van de tenuitvoerlegging van deze uitspraak nog te maken, tot op heden begroot op nihil;
- legt verdachte
- bepaalt dat verdachte van zijn verplichting tot het vergoeden van schade is bevrijd als hij op een van de hiervoor beschreven manieren de schade aan de benadeelde dan wel aan de Staat heeft vergoed.