ECLI:NL:RBMNE:2024:7222

Rechtbank Midden-Nederland

Datum uitspraak
19 december 2024
Publicatiedatum
24 december 2024
Zaaknummer
UTR 24/5788
Instantie
Rechtbank Midden-Nederland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht; Bestuursprocesrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Niet-ontvankelijkheid van het beroep wegens niet-betaling griffierecht

In deze uitspraak van de Rechtbank Midden-Nederland, gedateerd 19 december 2024, wordt het beroep van eiser tegen een besluit van het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Hilversum behandeld. Eiser had beroep ingesteld tegen een besluit dat op 9 april 2024 was genomen. De rechtbank heeft echter besloten om het beroep niet inhoudelijk te behandelen, omdat eiser het verschuldigde griffierecht van € 187,- niet had betaald. Volgens artikel 8:41, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht (Awb) is het betalen van griffierecht een vereiste voor het indienen van een beroep. De rechtbank heeft eiser op 9 oktober 2024 een aangetekende brief gestuurd met het verzoek om het griffierecht binnen vier weken te betalen. De brief werd op 17 oktober 2024 afgehaald, maar het griffierecht is niet ontvangen door de rechtbank. Eiser heeft geen geldige reden opgegeven voor het niet betalen van het griffierecht. Hierdoor kon de rechtbank het beroep niet inhoudelijk behandelen en werd het beroep kennelijk niet-ontvankelijk verklaard op basis van artikel 8:54 Awb. Eiser krijgt geen gelijk en er wordt geen vergoeding van proceskosten toegekend. De uitspraak is openbaar uitgesproken en partijen zijn geïnformeerd over de mogelijkheid om een verzetschrift in te dienen als zij het niet eens zijn met deze uitspraak.

Uitspraak

RECHTBANK MIDDEN-NEDERLAND

Zittingsplaats Utrecht
Bestuursrecht
zaaknummer: UTR 24/5788

uitspraak van de enkelvoudige kamer van 19 december 2024 in de zaak tussen

[eiser] , [woonplaats] , eiser,

(gemachtigde: mr. Görsültürk),
en
Het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Hilversum,verweerder
.

Procesverloop

Deze uitspraak gaat over het beroep van eiser tegen het besluit van verweerder van 9 april 2024.

Overwegingen

1. De rechtbank nodigt partijen niet uit voor een zitting, omdat dat in deze zaak niet nodig is. Eiser heeft namelijk het griffierecht niet betaald, waardoor de rechtbank de zaak niet inhoudelijk kan behandelen. Hieronder legt de rechtbank dat verder uit.
2. Iemand die in beroep gaat moet griffierecht betalen. Dit staat in artikel 8:41, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht (Awb). In dit geval is het griffierecht € 187,-.
3. Als het griffierecht niet (op tijd) wordt betaald is de hoofdregel dat de rechtbank het beroep niet inhoudelijk mag behandelen. Soms is dat anders. Dan is er een geldige reden waarom het griffierecht niet door de rechtbank is ontvangen. Het gaat dan om omstandigheden waar eiser niets aan kan doen.
4. De rechtbank heeft eiser op 9 oktober 2024 een aangetekende brief gestuurd, waarin staat dat eiser het griffierecht binnen vier weken moet betalen aan de rechtbank. Volgens de track and trace van PostNL is de brief op 17 oktober 2024 afgehaald bij het afhaalpunt.
5. De rechtbank heeft het bedrag niet ontvangen. Eiser heeft daar geen geldige reden voor gegeven.
6. Het beroep zal niet inhoudelijk worden behandeld en de rechtbank zal geen uitspraak over het beroep doen. Het beroep is kennelijk niet-ontvankelijk (artikel 8:54 Awb).
7. Eiser krijgt geen gelijk en daarom ook geen vergoeding van zijn proceskosten.

Beslissing

De rechtbank verklaart het beroep niet-ontvankelijk.
Deze uitspraak is gedaan door mr. B. Fijnheer, rechter, in aanwezigheid van C.A.A.W. van der Heijden, griffier. De beslissing is in het openbaar uitgesproken op 19 december 2024.
griffier rechter
Afschrift verzonden aan partijen op:

Bent u het niet eens met deze uitspraak?

Als u het niet eens bent met deze uitspraak kunt u een brief sturen naar de rechtbank waarin u uitlegt waarom u het er niet mee eens bent. Dit heet een verzetschrift. U moet dit verzetschrift indienen binnen 6 weken na de dag waarop deze uitspraak is verzonden. U ziet deze datum op de stempel die hierboven staat. Als u graag een zitting wilt waarbij u persoonlijk uw mening aan de rechter kunt geven, kunt u dit in uw verzetschrift aangeven.