In deze uitspraak van de Rechtbank Midden-Nederland, gedateerd 8 november 2024, wordt het beroep van eiseres, [instantie] U.A., behandeld. Eiseres heeft op 11 december 2023 een verzoek ingediend bij de Gedeputeerde Staten van Utrecht, maar verweerder heeft niet tijdig beslist. De rechtbank stelt vast dat de beslistermijn van zes maanden, zoals voorgeschreven in artikel 3:18, lid 1 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb), is overschreden. Eiseres heeft verweerder op 15 juni 2024 in gebreke gesteld, waarna de rechtbank oordeelt dat het beroep kennelijk gegrond is. De rechtbank bepaalt dat verweerder binnen twee weken na verzending van deze uitspraak alsnog een besluit moet nemen. Tevens wordt verweerder veroordeeld tot betaling van een dwangsom van € 100,- per dag voor elke dag dat de beslistermijn wordt overschreden, met een maximum van € 15.000,-. De hoogte van de dwangsom wordt vastgesteld op € 1.442,-, aangezien er al 42 dagen zijn verstreken sinds de ingebrekestelling. Daarnaast moet verweerder de proceskosten van eiseres vergoeden, die zijn vastgesteld op € 218,75, en het griffierecht van € 371,- terugbetalen. De uitspraak is openbaar uitgesproken en de griffier is C.A.A.W. van der Heijden.