In deze uitspraak van de Rechtbank Midden-Nederland, gedaan op 27 december 2024, is het beroep van eiseres gegrond verklaard. Eiseres had beroep ingesteld omdat de Dienst Toeslagen niet tijdig had beslist op haar aanvraag van 7 mei 2021 voor herbeoordeling van de kinderopvangtoeslag. De rechtbank heeft vastgesteld dat de beslistermijn is overschreden, aangezien eiseres de Dienst Toeslagen op 10 mei 2022 in gebreke heeft gesteld en pas op 18 augustus 2024 beroep heeft ingesteld. De rechtbank oordeelt dat de Dienst Toeslagen alsnog een besluit moet nemen, en wel binnen een termijn van zes weken na de uitspraak. De rechtbank heeft ook een dwangsom van € 50,- per dag opgelegd voor elke dag dat de Dienst Toeslagen de termijn overschrijdt, met een maximum van € 15.000,-. Daarnaast is eiseres in de proceskosten vergoed, tot een bedrag van € 437,50, en moet het griffierecht van € 51,- worden terugbetaald. De uitspraak benadrukt de noodzaak voor bestuursorganen om tijdig te beslissen op aanvragen en de gevolgen van het niet naleven van deze termijnen.