In deze uitspraak van de Rechtbank Midden-Nederland, gedaan op 2 december 2024, is het beroep van eiseres gegrond verklaard. Eiseres had beroep ingesteld tegen het niet tijdig nemen van een besluit door de Dienst Toeslagen op haar aanvraag van 20 februari 2023 voor herbeoordeling van de kinderopvangtoeslag. De rechtbank heeft vastgesteld dat de beslistermijn door verweerder is overschreden, aangezien eiseres op 15 april 2024 in gebreke is gesteld en pas op 16 juli 2024 beroep heeft ingesteld. De rechtbank heeft verweerder opgedragen om alsnog binnen een bepaalde termijn een besluit te nemen.
De rechtbank heeft ook een dwangsom opgelegd van € 50,- per dag voor elke dag dat verweerder de termijnen overschrijdt, met een maximum van € 15.000,-. Dit is in lijn met eerdere rechtspraak van de Afdeling bestuursrechtspraak. Eiseres heeft recht op vergoeding van de proceskosten, die zijn vastgesteld op € 437,50, en het door haar betaalde griffierecht van € 51,- moet ook worden vergoed. De rechtbank heeft de beslissing genomen dat verweerder binnen zes weken na de uitspraak een vooraankondiging moet doen en binnen twee weken na ontvangst van de zienswijze een besluit moet nemen.
De uitspraak benadrukt het belang van tijdige besluitvorming door bestuursorganen en de mogelijkheid voor eiseres om een dwangsom te vorderen bij niet-naleving van de termijnen. De rechtbank heeft de zaak openbaar uitgesproken en een afschrift van de uitspraak is verzonden aan de betrokken partijen.