ECLI:NL:RBMNE:2024:7173
Rechtbank Midden-Nederland
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Niet-ontvankelijkheid van het beroep wegens te late indiening
In deze uitspraak van de Rechtbank Midden-Nederland, enkelvoudige kamer, wordt het beroep van eiser tegen de heffingsambtenaar van de Belastingsamenwerking gemeenten en hoogheemraadschap Utrecht behandeld. Eiser heeft op 19 augustus 2024 beroep ingesteld tegen een uitspraak op bezwaar van 1 juli 2024. De rechtbank heeft vastgesteld dat het beroep te laat is ingediend, aangezien het besluit op 5 juli 2024 bekend is gemaakt en het beroepschrift uiterlijk op 16 augustus 2024 ontvangen had moeten zijn. De rechtbank heeft het beroepschrift echter pas op 19 augustus 2024 ontvangen, wat betekent dat het beroep niet tijdig is ingediend.
De rechtbank heeft partijen niet uitgenodigd voor een zitting, omdat dit in deze zaak niet nodig was. Eiser is op 25 september 2024 door de rechtbank geïnformeerd over de te late indiening en kreeg de kans om te reageren, maar heeft geen reactie gegeven. Hierdoor kon de rechtbank het beroep niet inhoudelijk behandelen. De rechtbank concludeert dat het beroep kennelijk niet-ontvankelijk is op basis van artikel 8:54 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb). Er is geen sprake van een vergoeding van proceskosten. De uitspraak is openbaar uitgesproken op 19 november 2024 door rechter R.C. Stijnen, in aanwezigheid van griffier A.C. van de Biesebos.