ECLI:NL:RBMNE:2024:7168

Rechtbank Midden-Nederland

Datum uitspraak
27 november 2024
Publicatiedatum
24 december 2024
Zaaknummer
24/4727
Instantie
Rechtbank Midden-Nederland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht; Bestuursprocesrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Niet-ontvankelijkheid van het beroep wegens te late indiening

In deze zaak heeft eiseres op 1 juli 2024 beroep ingesteld tegen een besluit van het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Lelystad, dat op 15 mei 2024 bekend is gemaakt. De rechtbank heeft vastgesteld dat het beroepschrift te laat is ingediend, aangezien het pas op 5 juli 2024 door de rechtbank is ontvangen. De rechtbank heeft partijen niet uitgenodigd voor een zitting, omdat de zaak niet inhoudelijk kon worden behandeld door de te late indiening van het beroep. Eiseres heeft in een brief van 12 september 2024 aangegeven dat zij van mening is dat zij tijdig beroep heeft ingesteld, omdat zij het beroepschrift op 1 juli 2024 heeft geschreven en op diezelfde dag heeft verzonden. Eiseres stelt dat de vertraging in de bezorging door PostNl de oorzaak is van de te late ontvangst door de rechtbank. De rechtbank heeft deze redenering echter verworpen en geoordeeld dat er geen geldige reden is voor de te late indiening. De termijn voor het indienen van beroep bedraagt zes weken, en in dit geval had het beroepschrift uiterlijk op 27 juni 2024 ontvangen moeten zijn. De rechtbank heeft geconcludeerd dat het beroep niet-ontvankelijk is, en er is geen sprake van een vergoeding van proceskosten. De uitspraak is gedaan door mr. S.G.M. van Veen en is openbaar uitgesproken op 27 november 2024.

Uitspraak

RECHTBANK MIDDEN-NEDERLAND

Zittingsplaats Utrecht
Bestuursrecht
zaaknummer: UTR 24/4727

uitspraak van de enkelvoudige kamer van 27 november 2024 in de zaak tussen

[eiseres] , uit [woonplaats] , eiseres,

en
het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Lelystad,verweerder.

Procesverloop

Deze uitspraak gaat over het beroep dat eiseres heeft ingediend op 1 juli 2024 tegen het besluit op bezwaar van verweerder van 15 mei 2024.

Overwegingen

1. De rechtbank nodigt partijen niet uit voor een zitting, omdat dat in deze zaak niet nodig is. Eiseres is namelijk te laat met het indienen van beroep, waardoor de rechtbank de zaak niet inhoudelijk kan behandelen. Hieronder legt de rechtbank dat verder uit.
2. Een beroep moet worden ingediend binnen zes weken nadat het besluit bekend is gemaakt (artikelen 6:7 en 6:8 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb)). In artikel 3:41 van de Awb staat hoe dat bekendmaken gebeurt. Op grond van artikel 6:9 van de Awb is een beroep tijdig ingediend, indien het voor het einde van de termijn is ontvangen.
3. In dit geval is het besluit bekendgemaakt op 15 mei 2024. Het beroepschrift had dus uiterlijk op 27 juni 2024 door de rechtbank ontvangen moeten zijn. De rechtbank heeft het beroepschrift ontvangen op 5 juli 2024. Dat is dus te laat. De hoofdregel is dan dat de rechtbank het beroep niet inhoudelijk mag behandelen. Soms is dat anders. Dan is er een geldige reden waarom het beroepschrift te laat door de rechtbank is ontvangen. Het gaat dan om omstandigheden waar eiseres niets aan kan doen.
4. De rechtbank heeft eiseres bij aangetekende brief van 3 september 2024 in de gelegenheid gesteld om uiterlijk 17 september 2024 te laten weten waarom zij het beroep na afloop van de beroepstermijn heeft ingediend. Eiseres heeft op voorgaand verzoek van de rechtbank gereageerd op 12 september 2024. In haar brief van 12 september 2024 schrijft eiseres dat zij van mening is dat tijdig beroep is ingesteld. Zij stelt dat zij het beroepschrift op 1 jul 2024 heeft geschreven en het dezelfde dag op de post heeft gedaan en er van uit mag gaan dat het de volgende dag – op 2 juli 2024 – zal worden bezorgd. Dat het dan te laat zou zijn ontvangen door de rechtbank is volgens eiseres te wijten aan PostNl omdat zij de post te laat hebben geleverd. Eiseres is van mening dat zij met het beroepschrift van 1 juli 2024 ruim op tijd beroep heeft ingesteld.
5. De rechtbank volgt eiseres niet en oordeelt dat geen sprake is van een geldige reden en sprake is van omstandigheden waar eiseres niets aan kan doen. De rechtbank heeft het beroepschrift op 5 juli 2024 ontvangen. Ook als de rechtbank het beroepschrift op 2 juli 2024 zou hebben ontvangen is dat te laat omdat die datum niet binnen de beroepstermijn van zes weken valt. De termijn van zes weken voor het instellen van beroep begint te lopen op de dag nadat verweerder de beslissing op bezwaar heeft genomen. In dit geval is dat 16 mei 2024. Als binnen zes weken beroep ingesteld moet worden, betekent dat de rechtbank het beroepschrift uiterlijk op 27 juni 2024 moet hebben ontvangen.
6. Het beroep zal dan ook niet inhoudelijk worden behandeld en de rechtbank zal geen uitspraak over het beroep doen. Het beroep is kennelijk niet-ontvankelijk (artikel 8:54 Awb).
7. Van een vergoeding van de proceskosten is geen sprake.

Beslissing

De rechtbank verklaart het beroep niet-ontvankelijk.
Deze uitspraak is gedaan door mr. S.G.M. van Veen, rechter, in aanwezigheid van
A.C. van de Biesebos, griffier. De beslissing is in het openbaar uitgesproken op
27 november 2024.
griffier rechter
Afschrift verzonden aan partijen op:

Bent u het niet eens met deze uitspraak?

Als u het niet eens bent met deze uitspraak kunt u een brief sturen naar de rechtbank waarin u uitlegt waarom u het er niet mee eens bent. Dit heet een verzetschrift. U moet dit verzetschrift indienen binnen 6 weken na de dag waarop deze uitspraak is verzonden. U ziet deze datum op de stempel die hierboven staat. Als u graag een zitting wilt waarbij u persoonlijk uw mening aan de rechter kunt geven, kunt u dit in uw verzetschrift aangeven.