ECLI:NL:RBMNE:2024:7156

Rechtbank Midden-Nederland

Datum uitspraak
21 november 2024
Publicatiedatum
24 december 2024
Zaaknummer
24/2078
Instantie
Rechtbank Midden-Nederland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht; Bestuursprocesrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Niet-ontvankelijkheid van het beroep wegens niet-betaling griffierecht

In deze uitspraak van de Rechtbank Midden-Nederland, enkelvoudige kamer, op 21 november 2024, wordt het beroep van eiser tegen het besluit van het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Amersfoort behandeld. Eiser heeft beroep ingesteld tegen een besluit van 8 februari 2024, maar heeft het griffierecht van € 187,- niet betaald. De rechtbank heeft partijen niet uitgenodigd voor een zitting, omdat de zaak niet inhoudelijk kon worden behandeld door het ontbreken van de betaling van het griffierecht. Eiser heeft verzocht om vrijstelling van het griffierecht, maar dit verzoek is afgewezen omdat hij niet voldoet aan de criteria voor betalingsonmacht. De rechtbank heeft eiser herhaaldelijk geïnformeerd over de noodzaak van betaling en heeft hem een termijn gesteld om het griffierecht te voldoen. Ondanks deze waarschuwingen heeft eiser geen geldige reden gegeven voor het niet betalen van het griffierecht. De rechtbank concludeert dat het beroep kennelijk niet-ontvankelijk is op basis van artikel 8:54 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb). Er is geen sprake van een vergoeding van proceskosten. De uitspraak is openbaar uitgesproken en partijen zijn geïnformeerd over de mogelijkheid om in verzet te gaan tegen deze uitspraak binnen zes weken na verzending.

Uitspraak

RECHTBANK MIDDEN-NEDERLAND

Zittingsplaats Utrecht
Bestuursrecht
zaaknummer: UTR 24/2078

uitspraak van de enkelvoudige kamer van 21 november 2024 in de zaak tussen

[eiser] , uit [woonplaats] , eiser,

en

het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Amersfoort,

(gemachtigde: mr. J.A. van Kippersluis).

Procesverloop

Deze uitspraak gaat over het beroep van eiser tegen het besluit van verweerder van 8 februari 2024.

Overwegingen

1. De rechtbank nodigt partijen niet uit voor een zitting, omdat dat in deze zaak niet nodig is. Eiser heeft namelijk het griffierecht niet betaald, waardoor de rechtbank de zaak niet inhoudelijk kan behandelen. Hieronder legt de rechtbank dat verder uit.
2. Iemand die in beroep gaat moet griffierecht betalen. Dit staat in artikel 8:41, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht (Awb). In dit geval is het griffierecht € 187,-.
3. Als het griffierecht niet (op tijd) wordt betaald is de hoofdregel dat de rechtbank het beroep niet inhoudelijk mag behandelen. Soms is dat anders. Dan is er een geldige reden waarom het griffierecht niet door de rechtbank is ontvangen. Het gaat dan om omstandigheden waar eiser niets aan kan doen.
4. Eiser heeft gevraagd of hij het griffierecht niet hoeft te betalen, omdat hij dit bedrag niet kan betalen. In de brief van 31 mei 2024 heeft de rechtbank eiser gevraagd naar nadere gegevens over zijn inkomen en vermogen. Op 31 mei 2024 heeft eiser hierop gereageerd. De rechtbank heeft eiser op 8 augustus 2024 een brief gestuurd waarin staat dat zijn verzoek om vrijstelling van het griffierecht is afgewezen. Reden is dat eiser niet voldoet aan de criteria voor betalingsonmacht. Eiser heeft toegelicht waarom vereniging Sociaal & Groen het griffierecht niet kan voldoen. Echter, het beroep is ingesteld door eiser en niet door de vereniging. Dat de vereniging het griffierecht dus niet kan voldoen, maakt in onderhavige procedure niets uit, omdat de betalingsonmacht op eiser persoonlijk moet zien. Uit het beroepschrift volgt niet dat eiser beroep heeft ingesteld in zijn hoedanigheid als voorzitter van vereniging Sociaal & Groen.
5. In de brief van de rechtbank van 8 augustus 2024 stond tevens dat eiser het griffierecht moet betalen. Eiser heeft een nieuwe nota griffierecht ontvangen op 8 augustus 2024 waarbinnen een termijn werd gesteld waarin eiser het griffierecht diende over te maken. De rechtbank heeft eiser voorts op 6 september 2024 een aangetekende brief verzonden aan eiser, waarin staat dat eiser het griffierecht binnen vier weken moet betalen aan de rechtbank. Deze brief is volgens de track and trace bezorgd en voor ontvangst getekend op 10 september 2024.
6. De rechtbank heeft het bedrag niet ontvangen. Eiser heeft daar geen geldige reden voor gegeven.
7. Het beroep zal niet inhoudelijk worden behandeld. Het beroep is kennelijk niet-ontvankelijk (artikel 8:54 Awb).
8. Van een vergoeding van de proceskosten is geen sprake.

Beslissing

De rechtbank verklaart het beroep niet-ontvankelijk.
Deze uitspraak is gedaan door mr. B. Fijnheer, rechter, in aanwezigheid van A.C. van de Biesebos, griffier. De beslissing is in het openbaar uitgesproken op 21 november 2024.
(De griffier is verhinderd de uitspraak
mede te ondertekenen).
griffier rechter
Afschrift verzonden aan partijen op:

Bent u het niet eens met deze uitspraak?

Als u het niet eens bent met deze uitspraak kunt u een brief sturen naar de rechtbank waarin u uitlegt waarom u het er niet mee eens bent. Dit heet een verzetschrift. U moet dit verzetschrift indienen binnen 6 weken na de dag waarop deze uitspraak is verzonden. U ziet deze datum op de stempel die hierboven staat. Als u graag een zitting wilt waarbij u persoonlijk uw mening aan de rechter kunt geven, kunt u dit in uw verzetschrift aangeven.