ECLI:NL:RBMNE:2024:7152
Rechtbank Midden-Nederland
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Niet-ontvankelijkheid van het beroep wegens te late indiening
Op 4 november 2024 heeft de Rechtbank Midden-Nederland uitspraak gedaan in een bestuursrechtelijke zaak tussen een eiser en de heffingsambtenaar van de Belastingsamenwerking gemeenten & hoogheemraadschap Utrecht. De eiser had op 4 december 2023 beroep ingesteld tegen een besluit van de verweerder, dat op 16 oktober 2023 was genomen. De rechtbank heeft vastgesteld dat het beroepschrift niet tijdig was ingediend, aangezien de wettelijke termijn van zes weken na bekendmaking van het besluit op 20 oktober 2023 was verstreken. De uiterste datum voor indiening was 1 december 2023, maar het beroepschrift werd pas op 4 december 2023 ontvangen.
De rechtbank heeft partijen niet uitgenodigd voor een zitting, omdat dit in deze zaak niet nodig werd geacht. De rechtbank heeft eiser op 23 februari 2024 een brief gestuurd waarin hij werd verzocht om uiterlijk 8 maart 2024 te reageren op de te late indiening van het beroep. Eiser heeft echter niet gereageerd op deze brief. Gezien het feit dat het beroep niet tijdig was ingediend en er geen geldige redenen waren voor de vertraging, heeft de rechtbank geoordeeld dat het beroep niet-ontvankelijk is. De rechtbank heeft geen proceskostenvergoeding toegewezen, aangezien het beroep niet inhoudelijk is behandeld.
De uitspraak is openbaar uitgesproken en de rechtbank heeft de beslissing op 4 november 2024 genomen, ondertekend door rechter R.C. Stijnen en griffier A.C. van de Biesebos. Eiser is geïnformeerd over de mogelijkheid om een verzetschrift in te dienen als hij het niet eens is met de uitspraak, binnen zes weken na verzending van de uitspraak.