ECLI:NL:RBMNE:2024:7149

Rechtbank Midden-Nederland

Datum uitspraak
4 november 2024
Publicatiedatum
24 december 2024
Zaaknummer
24/5423
Instantie
Rechtbank Midden-Nederland
Type
Uitspraak
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Niet-ontvankelijkheid van het beroep wegens niet-betaling griffierecht en gebrek aan beroepsgronden

Op 4 november 2024 heeft de Rechtbank Midden-Nederland uitspraak gedaan in een bestuursrechtelijke zaak, waarbij eiser, woonachtig in een onbekende plaats, in beroep ging tegen een besluit. Het beroep werd ingediend op 7 november 2023, maar de rechtbank kon de zaak niet inhoudelijk behandelen omdat eiser het griffierecht van € 50,- niet had betaald. De rechtbank heeft eiser op 29 mei 2024 een aangetekende brief gestuurd met de mededeling dat het griffierecht binnen vier weken betaald moest worden. Deze brief werd echter als onbestelbaar geretourneerd. Vervolgens is de brief op 4 juli 2024 per gewone post verzonden, maar eiser heeft het griffierecht niet betaald en geen reden opgegeven voor de niet-betaling.

Daarnaast heeft de rechtbank vastgesteld dat eiser geen kopie van het besluit en geen beroepsgronden heeft ingediend. Op 21 februari 2024 heeft de rechtbank eiser een brief gestuurd waarin hij de gelegenheid kreeg om deze gebreken te herstellen, maar eiser heeft hierop niet gereageerd. Gezien het feit dat het griffierecht niet is betaald en er geen beroepsgronden zijn ingediend, heeft de rechtbank geoordeeld dat het beroep kennelijk niet-ontvankelijk is op basis van artikel 8:54 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb). De rechtbank heeft besloten dat er geen proceskostenvergoeding zal plaatsvinden. De uitspraak is gedaan door rechter S.C.A. van Kuijeren, in aanwezigheid van griffier A.C. van de Biesebos, en is openbaar uitgesproken op 4 november 2024.

Uitspraak

RECHTBANK MIDDEN-NEDERLAND

Zittingsplaats Utrecht
Bestuursrecht
zaaknummer: UTR 23/5423

uitspraak van de enkelvoudige kamer van 4 november 2024 in de zaak tussen

[eiser] , uit [woonplaats] , eiser,

en

Onbekende verweerder, verweerder.

Procesverloop

Deze uitspraak gaat over het beroep dat eiser heeft ingediend op 7 november 2023.

Overwegingen

1. De rechtbank nodigt partijen niet uit voor een zitting, omdat dat in deze zaak niet nodig is. Eiser heeft namelijk het griffierecht niet betaald, waardoor de rechtbank de zaak niet inhoudelijk kan behandelen. Hieronder legt de rechtbank dat verder uit.
2. Iemand die in beroep gaat moet griffierecht betalen. Dit staat in artikel 8:41, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht (Awb). In dit geval is het griffierecht € 50,-.
3. Als het griffierecht niet (op tijd) wordt betaald is de hoofdregel dat de rechtbank het beroep niet inhoudelijk mag behandelen. Soms is dat anders. Dan is er een geldige reden waarom het griffierecht niet door de rechtbank is ontvangen. Het gaat dan om omstandigheden waar eiser niets aan kan doen.
4. De rechtbank heeft eiser op 29 mei 2024 een aangetekende brief gestuurd, waarin staat dat eiser het griffierecht binnen vier weken moet betalen aan de rechtbank. Deze brief is onbestelbaar aan de rechtbank geretourneerd. Hierna is deze brief, ter voldoening aan het bepaalde in artikel 8:38 van de Awb, op 4 juli 2024 per gewone post verzonden aan eiser. Daarbij is vermeld dat de in de brief van 29 mei 2024 genoemde termijn niet opnieuw aanvangt.
5. De rechtbank heeft het bedrag niet ontvangen. Eiser heeft daar geen reden voor gegeven.
6. De rechtbank stelt verder vast dat eiser geen kopie van het besluit en geen beroepsgronden heeft ingediend. De rechtbank heeft eiser op 21 februari 2024 een brief gestuurd, waarin staat dat hij deze gebreken uiterlijk 20 maart 2024 kan herstellen. Deze brief is volgens de track en trace bezorgd en voor ontvangst getekend op 23 februari 2024. Eiser heeft niet gereageerd op deze brief. Eiser heeft niet gereageerd op deze brief.
7. Het beroep zal niet inhoudelijk worden behandeld. Het beroep is kennelijk niet-ontvankelijk (artikel 8:54 Awb).
8. Van een vergoeding van de proceskosten is geen sprake.

Beslissing

De rechtbank verklaart het beroep niet-ontvankelijk.
Deze uitspraak is gedaan door mr. S.C.A. van Kuijeren, rechter, in aanwezigheid van A.C. van de Biesebos, griffier. De beslissing is in het openbaar uitgesproken op
4 november 2024.
griffier rechter
Afschrift verzonden aan partijen op:

Bent u het niet eens met deze uitspraak?

Als u het niet eens bent met deze uitspraak kunt u een brief sturen naar de rechtbank waarin u uitlegt waarom u het er niet mee eens bent. Dit heet een verzetschrift. U moet dit verzetschrift indienen binnen 6 weken na de dag waarop deze uitspraak is verzonden. U ziet deze datum op de stempel die hierboven staat. Als u graag een zitting wilt waarbij u persoonlijk uw mening aan de rechter kunt geven, kunt u dit in uw verzetschrift aangeven.