ECLI:NL:RBMNE:2024:7147

Rechtbank Midden-Nederland

Datum uitspraak
4 november 2024
Publicatiedatum
24 december 2024
Zaaknummer
24/4169
Instantie
Rechtbank Midden-Nederland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht; Bestuursprocesrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Beroep tegen beslissing op bezwaar inzake naheffingsaanslagen

Op 4 november 2024 heeft de Rechtbank Midden-Nederland uitspraak gedaan in een bestuursrechtelijke zaak tussen een eiser en de heffingsambtenaar van de Belastingsamenwerking gemeenten & hoogheemraadschap Utrecht. De eiser had op 17 augustus 2023 beroep ingesteld tegen de beslissing op bezwaar van 26 juli 2023, waarin hij niet-ontvankelijk was verklaard omdat hij te laat een bezwaarschrift had ingediend. In de beslissing op bezwaar had de verweerder uit coulance zes van de acht naheffingsaanslagen vernietigd, maar de eiser was van mening dat ook de overige twee aanslagen vernietigd hadden moeten worden.

Op 18 januari 2024 heeft de verweerder aan de eiser medegedeeld dat de naheffingsaanslag waartegen beroep was ingesteld niet langer zou worden gehandhaafd en uit coulance zou worden vernietigd. De rechtbank heeft in haar overwegingen vastgesteld dat partijen niet uitgenodigd hoefden te worden voor een zitting, omdat de verweerder volledig tegemoet was gekomen aan de bezwaargronden van de eiser. Hierdoor was het geschil tussen eiser en verweerder opgehouden te bestaan.

De rechtbank heeft geconcludeerd dat er geen procesbelang meer was en heeft het beroep van de eiser niet-ontvankelijk verklaard. Tevens is bepaald dat de verweerder het door de eiser betaalde griffierecht van € 50,- moet vergoeden. De uitspraak is openbaar uitgesproken en de griffier was A.C. van de Biesebos.

Uitspraak

RECHTBANK MIDDEN-NEDERLAND

Zittingsplaats Utrecht
Bestuursrecht
zaaknummer: UTR 23/4169

1.a

uitspraak van de enkelvoudige kamer van 4 november 2024 in de zaak tussen

[eiser] , uit [woonplaats] , eiser,

en
de heffingsambtenaar van de Belastingsamenwerking gemeenten & hoogheemraadschap Utrecht, verweerder,
(gemachtigde: mr. W.G. Vos).

Procesverloop

Deze uitspraak gaat over het beroep dat eiser heeft ingesteld op 17 augustus 2023 tegen de beslissing op bezwaar van verweerder van 26 juli 2023.
De bezwaarprocedure ging over acht naheffingsaanslagen. In de beslissing op bezwaar is eiser niet-ontvankelijk verklaard, omdat hij te laat een bezwaarschrift heeft ingediend. Wel heeft verweerder uit coulance in de beslissing op bezwaar zes van de acht naheffingsaanslagen vernietigd. Eiser is hiertegen in beroep gegaan, omdat hij vond dat ook de twee naheffingsaanslagen die niet vernietigd waren door verweerder in de beslissing op bezwaar, vernietigd hadden moeten worden.
Verweerder heeft op 18 januari 2024 aan eiser medegedeeld dat zij de naheffingsaanslag waartegen beroep was ingesteld niet langer zal handhaven en uit coulance zal vernietigen.

Overwegingen

1.De rechtbank nodigt partijen niet uit voor een zitting, omdat dat in deze zaak niet nodig is. Hieronder legt de rechtbank dat verder uit.
2. Bij brief van 18 januari 2024 heeft verweerder aan eiser medegedeeld dat zij tegemoetkomt aan de bezwaargronden van eiser en de naheffingsaanslagen niet meer zal handhaven en zal vernietigen.
3. De rechtbank stelt vast dat verweerder volledig aan eiser zijn bezwaar tegemoet is gekomen. Het geschil tussen eiser en verweerder houdt daardoor op te bestaan. Aangezien niet is gebleken van enig belang bij vernietiging van het bestreden besluit, moet het beroep wegens het ontbreken van procesbelang niet-ontvankelijk worden verklaard.
4. Van een vergoeding van de proceskosten is geen sprake.
5. Omdat verweerder aan het beroep is tegemoetgekomen, ziet de rechtbank aanleiding te bepalen dat verweerder het door eiser betaalde griffierecht van € 50,- aan hem vergoedt.

Beslissing

De rechtbank:
- verklaart het beroep niet-ontvankelijk;
- bepaalt dat verweerder het griffierecht dat eiser heeft betaald moet vergoeden.
Deze uitspraak is gedaan door mr. R.C. Stijnen, rechter, in aanwezigheid van
A.C. van de Biesebos, griffier. De beslissing is in het openbaar uitgesproken op
4 november 2024.
griffier rechter
Afschrift verzonden aan partijen op:

Bent u het niet eens met deze uitspraak?

Als u het niet eens bent met deze uitspraak kunt een brief sturen naar de rechtbank waarin u uitlegt waarom u het er niet mee eens bent. Dit heet een verzetschrift. U moet dit verzetschrift indienen binnen 6 weken na de dag waarop deze uitspraak is verzonden. U ziet deze datum op de stempel die hierboven staat. Als u graag een zitting wilt waarbij u persoonlijk uw mening aan de rechter kunt geven, kunt u dit in uw verzetschrift aangeven.