In deze uitspraak van de Rechtbank Midden-Nederland, gedaan op 11 december 2024, is het beroep van eiseres gegrond verklaard. Eiseres had beroep ingesteld tegen de Dienst Toeslagen omdat deze niet tijdig had beslist op haar aanvraag van 13 oktober 2023 voor herbeoordeling van de kinderopvangtoeslag. De rechtbank heeft vastgesteld dat de beslistermijn is overschreden, aangezien eiseres verweerder op 27 mei 2024 in gebreke heeft gesteld en het beroep pas op 16 augustus 2024 is ingediend. De rechtbank oordeelt dat verweerder alsnog een besluit moet nemen binnen een termijn van zes weken na verzending van de uitspraak. Indien deze termijn wordt overschreden, kan verweerder een dwangsom van € 50,- per dag opgelegd krijgen, met een maximum van € 15.000,-. Daarnaast heeft de rechtbank bepaald dat eiseres recht heeft op een vergoeding van de proceskosten, die door verweerder moet worden betaald. De proceskostenvergoeding is vastgesteld op € 437,50, en het door eiseres betaalde griffierecht van € 51,- moet ook worden vergoed. De uitspraak is openbaar gemaakt en partijen zijn geïnformeerd over hun recht om in beroep te gaan bij de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State.