In deze uitspraak van de Rechtbank Midden-Nederland, gedaan op 17 december 2024, is het beroep van eiseres gegrond verklaard. Eiseres had beroep ingesteld tegen de Dienst Toeslagen omdat deze niet tijdig had beslist op haar aanvraag van 5 augustus 2021 voor herbeoordeling van de kinderopvangtoeslag. De rechtbank heeft vastgesteld dat de beslistermijn door verweerder is overschreden, aangezien eiseres op 12 oktober 2022 in gebreke was gesteld en pas op 31 juli 2024 beroep heeft ingesteld. De rechtbank oordeelt dat verweerder alsnog binnen zes weken na de uitspraak een vooraankondiging moet doen en binnen twee weken na ontvangst van de zienswijze een besluit moet nemen. Tevens is er een dwangsom van € 50,- per dag opgelegd voor elke dag dat verweerder de termijnen overschrijdt, met een maximum van € 15.000,-. Eiseres krijgt ook een vergoeding voor de proceskosten van € 437,50 en het betaalde griffierecht van € 51,- moet door verweerder worden vergoed. De uitspraak benadrukt de noodzaak voor bestuursorganen om tijdig te beslissen op aanvragen en de gevolgen van het niet naleven van deze termijnen.