In deze uitspraak van de Rechtbank Midden-Nederland, gedaan op 10 december 2024, is het beroep van eiseres gegrond verklaard. Eiseres had beroep ingesteld tegen de Dienst Toeslagen omdat deze niet tijdig had beslist op haar aanvraag van 16 april 2021 voor herbeoordeling van de kinderopvangtoeslag. De rechtbank heeft vastgesteld dat de beslistermijn door verweerder is overschreden. Eiseres had verweerder op 5 september 2024 in gebreke gesteld, waarna zij op 19 september 2024 beroep heeft ingesteld. De rechtbank oordeelt dat verweerder alsnog een besluit moet nemen, en wel binnen een termijn van zes weken na verzending van de uitspraak. De rechtbank heeft ook bepaald dat verweerder een dwangsom van € 50,- per dag moet betalen voor elke dag dat hij de termijnen overschrijdt, met een maximum van € 15.000,-. Daarnaast moet verweerder de proceskosten van eiseres vergoeden, die zijn vastgesteld op € 437,50, en het betaalde griffierecht van € 51,-. De rechtbank merkt op dat zij geen mogelijkheden heeft om verweerder te verplichten een kopie van het dossier aan eiseres te verstrekken, aangezien dit geen besluit in de zin van de Algemene wet bestuursrecht (Awb) is.