In deze uitspraak van de Rechtbank Midden-Nederland, gedaan op 9 december 2024, is het beroep van eiseres gegrond verklaard. Eiseres, woonachtig in Curaçao, had op 8 augustus 2023 een aanvraag ingediend voor herbeoordeling van de kinderopvangtoeslag. Verweerder, de Dienst Toeslagen, heeft echter niet tijdig op deze aanvraag beslist. Eiseres heeft op 15 augustus 2024 verweerder in gebreke gesteld, waarna zij op 7 september 2024 beroep heeft ingesteld tegen het niet tijdig nemen van een besluit. De rechtbank heeft vastgesteld dat de beslistermijn is overschreden en dat verweerder alsnog een besluit moet nemen. De rechtbank heeft daarbij een termijn van zes weken na verzending van de uitspraak vastgesteld voor verweerder om een vooraankondiging te doen, gevolgd door een besluit binnen twee weken na ontvangst van de zienswijze. Tevens is er een dwangsom van € 50,- per dag opgelegd voor elke dag dat verweerder de termijnen overschrijdt, met een maximum van € 15.000,-. Eiseres heeft recht op vergoeding van de proceskosten, die zijn vastgesteld op € 437,50, en het door haar betaalde griffierecht van € 51,- moet door verweerder worden vergoed.