In deze uitspraak van de Rechtbank Midden-Nederland, gedaan op 10 december 2024, is het beroep van eiseres gegrond verklaard. Eiseres had een aanvraag ingediend voor herbeoordeling van de kinderopvangtoeslag op 19 april 2023, maar verweerder, de Dienst Toeslagen, had niet tijdig beslist. Eiseres stelde dat de beslistermijn was overschreden en heeft op 7 augustus 2024 beroep ingesteld tegen het niet tijdig nemen van een besluit. De rechtbank heeft vastgesteld dat de beslistermijn inderdaad is overschreden, aangezien verweerder op 10 juni 2024 in gebreke was gesteld. De rechtbank heeft verweerder opgedragen om alsnog binnen een bepaalde termijn een besluit te nemen.
De rechtbank heeft in haar overwegingen benadrukt dat het bestuursorgaan verplicht is om binnen een redelijke termijn een besluit te nemen, en dat in dit geval de termijn van zes weken na de uitspraak voor het doen van een vooraankondiging geldt. Tevens is er een dwangsom van € 50,- per dag opgelegd voor elke dag dat verweerder de termijnen overschrijdt, met een maximum van € 15.000,-. Eiseres heeft recht op vergoeding van de proceskosten, die zijn vastgesteld op € 437,50, en het door haar betaalde griffierecht van € 51,- moet ook worden vergoed. De uitspraak is openbaar gemaakt en partijen zijn geïnformeerd over hun recht om in beroep te gaan bij de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State.