In deze uitspraak van de Rechtbank Midden-Nederland, gedaan op 9 december 2024, is het beroep van eiseres gegrond verklaard. Eiseres had beroep ingesteld omdat de Dienst Toeslagen niet tijdig had beslist op haar aanvraag van 20 april 2022 voor herbeoordeling van de kinderopvangtoeslag. De rechtbank heeft vastgesteld dat de beslistermijn is overschreden, aangezien eiseres verweerder op 3 juni 2024 in gebreke heeft gesteld en het beroep pas op 11 september 2024 is ingediend. De rechtbank heeft verweerder opgedragen om alsnog binnen een bepaalde termijn een besluit te nemen.
De rechtbank heeft bepaald dat verweerder binnen zes weken na de uitspraak een vooraankondiging moet doen en binnen twee weken na ontvangst van de zienswijze of na het verstrijken van de termijn van zes weken een besluit moet nemen. Tevens is er een dwangsom van € 50,- per dag opgelegd voor elke dag dat verweerder de termijnen overschrijdt, met een maximum van € 15.000,-. Eiseres heeft recht op vergoeding van de proceskosten, die zijn vastgesteld op € 437,50, en het door haar betaalde griffierecht van € 51,- moet ook worden vergoed.
De uitspraak benadrukt de noodzaak voor bestuursorganen om tijdig besluiten te nemen en de gevolgen van het niet naleven van deze termijnen, waaronder de mogelijkheid van het opleggen van een dwangsom. De rechtbank heeft ook verwezen naar eerdere rechtspraak van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State over de termijnen voor het nemen van besluiten in vergelijkbare zaken.