Op 24 december 2024 heeft de Rechtbank Midden-Nederland, locatie Utrecht, een beschikking gegeven in een zaak betreffende het ontslag van een testamentair bewindvoerder en de benoeming van een opvolgend testamentair bewindvoerder. Het verzoek is ingediend door [verzoekster 1] en [verzoeker 2], waarbij [verzoeker 2] optreedt als wettelijk vertegenwoordiger van de minderjarige [minderjarige]. De verzoekers zijn de kinderen van de erflaatster, die op [datum] is overleden. De erflaatster had in haar testament van 7 maart 2019 haar kinderen als enige erfgenamen benoemd en [verweerder], de oom van de kinderen, als testamentair bewindvoerder aangesteld.
De procedure begon op 16 augustus 2024 met de indiening van het verzoekschrift, dat op 10 oktober 2024 werd gewijzigd. Tijdens de mondelinge behandeling op 19 december 2024 hebben de verzoekers hun zorgen geuit over het beheer van de nalatenschap door [verweerder]. Zij stelden dat hij grote bedragen naar zijn eigen rekening had overgemaakt en niet voldeed aan zijn verplichtingen om rekening en verantwoording af te leggen. De kantonrechter heeft vastgesteld dat [verweerder] in ernstige mate tekortgeschoten is in zijn taak als bewindvoerder, wat heeft geleid tot zijn ontslag.
De kantonrechter heeft [verzoeker 2] benoemd als opvolgend testamentair bewindvoerder, met de verplichting om een boedelbeschrijving in te leveren en jaarlijks rekening en verantwoording af te leggen aan de kantonrechter en aan [verzoekster 1]. De beschikking is uitvoerbaar bij voorraad verklaard, en het meer of anders verzochte is afgewezen. Tegen deze beslissing kan binnen drie maanden hoger beroep worden ingesteld bij het Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden.