ECLI:NL:RBMNE:2024:7060

Rechtbank Midden-Nederland

Datum uitspraak
13 november 2024
Publicatiedatum
23 december 2024
Zaaknummer
10848234 \ ME VERZ 23-142
Instantie
Rechtbank Midden-Nederland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Beschikking
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Verzoek tot nietigverklaring van besluiten van de Vereniging van Eigenaren met betrekking tot de financiële huishouding en ontslag van de bestuurder

In deze zaak heeft de kantonrechter van de Rechtbank Midden-Nederland op 13 november 2024 uitspraak gedaan in een verzoekschrift van [verzoekster] tot nietigverklaring van besluiten van de Vereniging van Eigenaren (VvE) [naam 1]. De verzoekster, vertegenwoordigd door mr. R.D. van der Woude van DAS Nederlandse Rechtsbijstand Verzekeringmaatschappij N.V., heeft de nietigheid van besluiten van de VvE aangevochten die betrekking hebben op de financiële huishouding, waaronder de goedkeuring van de exploitatierekeningen en de benoeming van de bestuurder. De VvE, vertegenwoordigd door mr. F.P.W. Kralt, heeft verweer gevoerd tegen de verzoeken van [verzoekster]. De procedure omvatte verschillende ingediende stukken, waaronder verzoekschriften, verweerschriften en aanvullende producties, en culminerend in een mondelinge behandeling op 31 juli 2024.

De kantonrechter heeft vastgesteld dat de besluiten van de VvE van 21 november 2023 tot vaststelling en goedkeuring van de balans en de exploitatierekening over het jaar 2021 nietig zijn, omdat deze in strijd met de wet tot stand zijn gekomen. De rechter heeft geoordeeld dat de VvE niet de juiste procedure heeft gevolgd bij het vaststellen van deze besluiten, en dat de administratie van de VvE niet correct was gescheiden van die van de hoofdvereniging. De verzoekster heeft ook verzocht om de besluiten tot ontslag van de bestuurder [verweerder] en benoeming van een externe beheerder te agenderen, maar dit verzoek is afgewezen omdat het onderwerp eerder was behandeld en de vergadering had besloten het niet opnieuw te bespreken.

De kantonrechter heeft de verzoeken van [verzoekster] afgewezen, behoudens het verzoek tot nietigverklaring van het besluit tot vaststelling en goedkeuring van de balans en de exploitatierekening van VvE [naam 1] over het jaar 2021. De proceskosten zijn gecompenseerd, waarbij iedere partij de eigen kosten draagt.

Uitspraak

RECHTBANK MIDDEN-NEDERLAND

Civiel recht
kantonrechter
locatie Lelystad
zaaknummer: 10848234 ME VERZ 23-142 BS/43497
Beschikking van 13 november 2024
inzake
[verzoekster],
wonende te [plaats 1] ,
verder ook te noemen [verzoekster] ,
verzoekende partij,
gemachtigde: DAS Nederlandse Rechtsbijstand Verzekeringmaatschappij N.V.,
mr. R.D. van der Woude,
tegen:
de vereniging
VERENIGING VAN EIGENAARS [naam 1],
gevestigd te [plaats 2] ,
verder ook te noemen VvE [naam 1] ,
verwerende partij,
gemachtigde: mr. F.P.W. Kralt.
en
[verweerder]
wonende te [plaats 2] ,
in persoon verschenen.

1.De procedure

1.1.
De procedure blijkt uit:
- het verzoekschrift (met producties 1 t/m 21), ingekomen op 19 december 2023;
- de oproepbrieven van 12 februari 2024 waarin de VvE, [verzoekster] en alle andere
stemgerechtigden bij name zijn opgeroepen om op 21 mei 2024 (desgewenst) op het
verzoek te worden gehoord (waarbij een kopie van het verzoekschrift is gevoegd voor de
stemgerechtigden);
- de aanvullende producties 22 tot en met 40 van [verzoekster] , ten behoeve van de mondelinge
behandeling op 21 mei 2024, ingekomen op 14 mei 2024;
- het verweerschrift van [verweerder] (met 2 producties), ingekomen op 15 mei 2024;
- het verweerschrift van VvE (met producties 1 t/m 9), ingekomen op 16 mei 2024;
- het aanvullende verweer van [verweerder] (met aanvullende productie 3), ingekomen op
16 mei 2024;
- het bericht van de rechtbank van 16 mei 2024, waarin partijen wordt meegedeeld dat de
mondelinge behandeling zal worden verplaatst;
- de oproepbrieven van 18 juli 2024 waarin de VvE, [verzoekster] en alle andere
stemgerechtigden bij name zijn opgeroepen om (desgewenst) op het verzoek te worden
gehoord (waarbij een kopie van het verzoekschrift is gevoegd voor de stemgerechtigden);
- de aanvullende producties 41 tot en met 46 van [verzoekster] , ten behoeve van de mondelinge
behandeling, ingekomen op 18 juli 2024;
- het aanvullende verweer van [verweerder] , ingekomen op 22 juli 2024;
- de mondelinge behandeling op 31 juli 2024 waarbij [verzoekster] , bijgestaan door mr. R.D.
van der Woude (werkzaam bij Das), [verweerder] als bestuurder en stemgerechtigde en de
VvE, bijgestaan door mr. F.P.W. Kralt zijn verschenen en het woord hebben gevoerd;
- de spreekaantekeningen van mr. Van der Woude;
- de akte uitlating spreekaantekeningen van [verweerder] ingekomen op 28 augustus 2024;
- de akte uitlating spreekaantekeningen van de VvE (met productie 10 t/m 14), ingekomen op
28 augustus 2024.
1.2.
Ten slotte is beschikking bepaald op heden.

2.De feiten

2.1.
Bij notariële akte van splitsing van 22 september 1982 (hierna: de akte van hoofdsplitsing) heeft de [onderneming 1] “ [onderneming 1] " B.V., gevestigd te [plaats 3] (hierna: [onderneming 1] ),
destijds eigenaresse van het perceel bouwterrein gelegen te [plaats 2] aan de [straat 1] /hoek [straat 2] , waar thans het onderhavige appartementencomplex op staat, de eigendom van dit appartementencomplex gesplitst in twee appartementsrechten:
  • het appartementsrecht (index 1.) omvattende de bevoegdheid tot het uitsluitend gebruik van – kort gezegd – een woningencomplex; en
  • het appartementsrecht (index 2.) omvattende de bevoegdheid tot het uitsluitend gebruik van een complex parkeerruimten.
2.2.
Bij de akte van hoofdsplitsing is tevens de (hoofd)vereniging Vereniging van Eigenaars
[naam 2]opgericht (hierna: de VvE [naam 2] ).
2.3.
Op 22 september 1982 is eveneens een notariële akte van ondersplitsing verleden, waarbij [onderneming 1] het voornoemde appartementsrecht index 1 van de hoofdsplitsing heeft gesplitst in 32 appartementsrechten. Bij deze ondersplitsing is de Vereniging van Eigenaars
[naam 1](de VvE) opgericht.
2.4.
De huidige bestuurder van de VvE [naam 1] is [verweerder] .
2.5.
[verzoekster] is rechthebbende van 1 van de 32 voornoemde appartementsrechten gelegen aan de [straat 1] [nummeraanduiding 1] - [nummeraanduiding 2] te [plaats 2] , kadastraal bekend als gemeente [gemeente] sectie [letter] nummer [.] .
2.6.
In de akte van hoofdsplitsing is het reglement van splitsing opgenomen.
2.7.
De akte van ondersplitsing bevat eveneens het reglement van splitsing (hierna: het splitsingsreglement). In het splitsingsreglement zijn, voor zover hier van belang, de volgende bepalingen opgenomen:
“E. Jaarlijkse exploitatierekening en begroting en te storten bijdragen
Artikel 18. (…)
3.b. Na afloop van elk boekjaar wordt ter berekening van de na te vermelden definitieve bijdrage door iedere eigenaar verschuldigd, door de administrateur een exploitatierekening opgesteld over dat boekjaar en ter vaststelling aan de jaarlijkse vergadering voorgelegd. In deze rekening zullen de schulden en de kosten van dat boekjaar worden opgenomen.
Artikel 37. (…)
5. Besluiten tot het doen van niet-begrote uitgaven, worden door de vergadering genomen met volstrekte meerderheid van stemmen, met dien verstande dat besluiten tot het doen van niet begrote uitgaven die tien procent van de totale begroting van dat jaar te boven gaan slechts kunnen worden genomen met een meerderheid van tenminste drie/vierde van het aantal uitgebrachte stemmen in een vergadering, waarin een aantal eigenaars tegenwoordig of vertegenwoordigd is, dat tenminste twee/derde van het totaal aantal Stemmen kan uitbrengen.
In een vergadering, waarin minder dan twee/derde van het in de vorige zin bedoelde maximum aantal stemmen kan worden uitgebracht, kan geen geldig besluit worden
genomen.
In dat geval zal een nieuwe vergadering worden uitgeschreven, te houden niet vroeger dan twee en niet later dan zes weken na de eerste.
In de oproep tot deze vergadering zal mededeling worden gedaan, dat de komende vergadering een tweede vergadering is als bedoeld in dit artikel. In deze vergadering
zal over de aanhangige onderwerpen een besluit kunnen worden genomen ongeacht het aantal stemmen, dat ter vergadering kan worden uitgebracht.
6. Het in het vorige lid bepaalde geldt niet voor uitgaven met betrekking tot posten, die door de vergadering overeenkomstig artikel 18 lid l en artikel 32 1id 2 op de jaarlijkse begroting zijn geplaatst voor zover deze posten met niet meer dan tien procent overschreden worden, of voor uitgaven waarvoor een Speciale reserve is gevormd.
2.8.
Op 31 november 2023 is een vergadering van eigenaars, (hierna: de vergadering), gehouden. Over het vaststellen van de agenda is in de notulen, voor zover relevant, het volgende opgenomen:

3vaststellen van de agenda
Mw [verzoekster] : [letterlijk] de vorige keer [27-3-2023] is duidelijk aangegeven dat wordt niet besloten over bepaalde punten, [A (voornaam)] [ [A] ] heeft gezegd wij gaan besluiten over wel of niet externe beheerder, toen is gezegd wij wachten op de controle van extern en naar aanleiding daarvan gaan de punten weer op de agenda, dat is niet gebeurd, dus sowieso de notulen kloppen niet bij deze al want er is niet besloten over ontslag bestuurder of ontslag voorzitter van de vergadering maar is besloten over wel of niet externe beheerder, en dat heeft [A (voornaam)] duidelijk aangegeven en heb jij [= [A] ] ook gezegd en volgende vergadering dan gaan wij naar aanleiding van de controle van externe bureau kijken wat moet gebeuren en dat is niet gebeurd, ik heb de punten [ontslag bestuurder] doorgegeven maar jij [= [verweerder] ] weigert die op de agenda te zetten.
[verweerder] [letterlijk] ja, omdat wij de vorige keer over besloten hebben
Mw [B] : [letterlijk] volgens mij hebben wij dat [besluit over ontslag bestuurder] de vorige keer besloten
[verzoekster] [letterlijk] nee, externe beheerder dat heeft [A (voornaam)] gedaan
[B] [letterlijk] dat is afgeketst
[verzoekster] [letterlijk ja precies maar verder omdat externe beheerder
[B] [letterlijk] is afgeketst
[verzoekster] [letterlijk] juist en dan
[B] [letterlijk] er is volgens mij niet afgesproken dat wij dat weer op de agenda zouden zetten
[verzoekster] [letterlijk] ja maar de rest van de agenda is niet besloten, is helemaal niet besloten over ontslag bestuurder, is helemaal niet besloten over ontslag voorzitter, is besloten wel of niet externe bestuurder.
[Op 25-11-2023 is de geluidopname van de vergadering op 27-3-2023 beluisterd; daaruit blijkt dat niet is besloten of afgesproken dat de agendapunten van de 2e vergadering van 27-3-2023 weer op de agenda zouden komen; minuut 44: [verweerder] wil dat besloten wordt over ontslag bestuurder; dat is gebeurd]”
2.9.
Op de vergadering van 21 november 2023, zijn onder meer de volgende besluiten genomen:
7vaststellen en goedkeuren van de balans per 31-12-2022 van VvE [naam 2] .
Over het voorstel wordt gestemd: 10 voor, 2 tegen en 4 eigenaars stemmen niet; het voorstel is aangenomen.
8vaststellen en goedkeuren van de exploitatierekening over 2022 VvE [naam 2] .
Over het voorstel wordt gestemd: 10 voor, 2 tegen en 4 eigenaars stemmen niet; het voorstel is aangenomen.
9vaststellen en goedkeuren van de balans per 31-12-2022 van VvE [naam 1] .
Over het voorstel wordt gestemd: 9 voor, 2 tegen en 5 eigenaars stemmen niet; het voorstel is aangenomen.
10vaststellen en goedkeuren van de exploitatierekening over 2022 VvE [naam 1] .
Over het voorstel wordt gestemd: 9 voor, 2 tegen en 5 eigenaars stemmen niet; het voorstel is aangenomen.
11besluit over het voorstel om het exploitatieoverschot over 2022 niet terug geven aan de eigenaars, maar toe te voegen aan de reserve.
Over het voorstel wordt gestemd: 14 voor, 1 tegen, 1 eigenaar stemt niet; het voorstel is aangenomen.(…)
14vaststellen en goedkeuren van de balans per 31-12-2021 met gewijzigde opstelling van VvE [naam 1] (ontving u ook op 26-3-2023)
[verweerder] : kantonrechter Berendsen heeft 2021 met dezelfde indeling en splitsing als die over 2022 goedgekeurd.
[verzoekster] : die gewijzigde opstelling is niet door twee eigenaars gecontroleerd en daarom mag er niet over gestemd worden.
Over het voorstel wordt gestemd:13 voor, 2 tegen, 1 eigenaars stemt niet; het voorstel is aangenomen.
15vaststellen en goedkeuren van de exploitatierekening over 2021 met gewijzigde opstelling van VvE [naam 1] (ontving u ook op 26-3-2023)
[verweerder] : kantonrechter Berendsen heeft 2021 met dezelfde indeling en splitsing als die over 2022 goedgekeurd.
[verzoekster] : die gewijzigde opstelling is niet door twee eigenaars gecontroleerd en daarom mag er niet over gestemd worden.
Over het voorstel wordt gestemd:12 voor, 2 tegen, 2 eigenaars stemt niet; het voorstel is aangenomen. (…)
17vaststellen van de exploitatierekening over 2024 van VvE [naam 1] waaruit het – voorlopige – bedrag van ieders bijdrage in de gemeenschappelijke kosten 2024 volgt. Op basis van de voorgestelde begroting blijft ieders bijdrage voor 2024 gelijk aan die van 2023
[verweerder] beantwoordt enkele vragen waaronder de vraag over de toevoeging aan het reservefonds. De € 17.000 a € 18.000 die per jaar wordt gereserveerd is niet verhoogd omdat het onderhoudplan laatzien dat het voldoende is om het onderhoud en vernieuwing in de komende jaren te laten doen.
Over het voorstel wordt gestemd:14 voor, 1 tegen, 1 eigenaar stemt niet; het voorstel is aangenomen. (… )
21de asfaltlaag op het dak van de parkeerplaats te laten vervangen waarbij ongeveer 20% voor rekening van VvE [naam 1] komt en 80% voor [onderneming 2] BV; ongeveer 20% is het deel tussen onze geven en de trottoirbanden; ongeveer omdat het nog precies wordt gemeten net voor de uitvoering van het werk; kosten volgens de laatste aanbieding, die van 7-3-2023, €124.274 + 21% = 150.900 x 20% = 30.200 (er is geen teer in het asfalt vastgesteld)
[verweerder] herhaalt dat ons deel nog precies zal worden gemeten. Mw [B] zal haar vraag over de putten nog toelichten.
Over het voorstel wordt gestemd: 11 voor 4 tegen, 1 eigenaar stemt niet; het voorstel is aangenomen. (…)
24-2agendapunt voorgesteld door [verzoekster] , [nummeraanduiding 1] - [nummeraanduiding 2] : zij vraagt om een nieuwe voordeur wegens tocht met HR ++ glas
De tocht kan waarschijnlijk worden opgelost door het monteren van het ELLEN tochtprofiel. De Sluiting van slaapkamerraam kan strakker worden afgesteld, zoals dat bij [nummeraanduiding 3] - [nummeraanduiding 4] is uitgevoerd. Dat zal worden gedaan.
Over het voorstel wordt gestemd: 1 voor, 14 tegen, 1 eigenaar stemt niet; het voorstel is verworpen. (…)
26-7Besluit tot vernietiging van de overeenkomst tot de plaatsing van zonnepanelen die met de installateur is gesloten.
Over het voorstel wordt gestemd: 1 stem voor en 14 tegen, 1 eigenaar stemt niet; het voorstel is verworpen.
26-8Besluit tot het ongedaanmaken van de uitvoering die aan de overeenkomst tot het plaatsen van zonnepanelen is gegeven door:
  • Het terugvorderden van de installateur van de bedragen die voor uitvoering van deze overeenkomst aan hem/haar zijn betaald.
  • Het vorderen van de installateur dat hij/zij de installatie van de zonnepanelen ongedaan maakt.
Over het voorstel wordt gestemd: 1 stem voor en 14 tegen, 1 eigenaar stemt niet; het voorstel is verworpen.
26-9Besluit om namens de VvE vernietiging te vorderen van de overeenkomst tot plaatsing van de zonnepanelen en ongedaanmaking te vorderen van de uitvoering die aan de overeenkomst is gegeven.
Over het voorstel wordt gestemd: 1 stem voor en 14 tegen, 1 eigenaar stemt niet; het voorstel is verworpen.
26-10Besluit om zo nodig in een gerechtelijke procedure voornoemde vernietiging en ongedaanmaking af te dwingen.
Over het voorstel wordt gestemd: 1 stem voor en 14 tegen, 1 eigenaar stemt niet; het voorstel is verworpen.
26-11Besluit om de bestuurder, dhr, [verweerder] aansprakelijk te stellen voor de schade die de vereniging en haar leden door de onrechtmatig gegeven opdracht hebben geleden.
Over het voorstel wordt gestemd: 1 stem voor en 14 tegen, 1 eigenaar stemt niet; het voorstel is verworpen.
26-12Besluit om namens de VvE vergoeding te vorderen van dhr. [verweerder] van de schade die de vereniging en haar leden door de onrechtmatig gegeven opdracht hebben geleden.
Over het voorstel wordt gestemd: 1 stem voor en 14 tegen, 1 eigenaar stemt niet; het voorstel is verworpen.
26-13Besluit om zo nodig in een gerechtelijke procedure vergoeding van voornoemde schade af te dwingen.
Over het voorstel wordt gestemd: 1 stem voor en 14 tegen, 1 eigenaar stemt niet; het voorstel is verworpen.”

3.Het verzoek en het verweer

3.1.
[verzoekster] verzoekt de kantonrechter om de besluiten van de Vergadering van de VvE [naam 1] van 21 november 2023 inzake de punten 7, 8, 9, 10, 11, 14, 15, 17, 21, 24-2 en 26-7 en 26-13 te vernietigen dan wel nietig te verklaren.
[verzoekster] verzoekt daarnaast het besluit van het bestuur om de door [verzoekster] op 30 augustus 2023 ingediende agendapunten: ontslag van de heer [verweerder] , benoeming van ander lid als bestuurder/beheerder of benoeming extern bestuurder/beheerder niet te agenderen te vernietigen of nietig te verklaren.
Verder verzoekt [verzoekster] haar een vervangende machtiging te verlenen
om de heer [verweerder] te ontslaan en als bestuurder en als beheerder te benoemen [C] van [onderneming 3] , althans een externe beheerder en bestuurder;
voor het voor rekening van de VvE repareren en zo nodig vervangen van de voordeur in haar appartement door een nieuwe deur met een raam van HR ++ glas.
Ten slotte verzoekt [verzoekster] de VvE [naam 1] , [verzoekster] daarvan uitgesloten, te veroordelen in de kosten van het geding.
3.2.
De VvE [naam 1] en [verweerder] voeren verweer.
3.3.
Op de stellingen van partijen zal hierna, voor zover voor de beoordeling van belang, nader worden ingegaan.

4.De beoordeling

Inleiding
4.1.
Door [verzoekster] is in de afgelopen jaren met wisselend succes verschillende procedures gevoerd tot nietig verklaring dan wel vernietiging van de door de VvE [naam 1] genomen besluiten. Zo zijn de besluiten tot vaststelling
van de jaarrekeningen over de jaren 2018, 2019 en 2020 en besluiten tot vaststellen van
de exploitatiebegroting voor 2020 en 2022 door de kantonrechter nietig verklaard,
omdat deze onder meer ook betrekking hebben op de administratie van de hoofdsplitsing
VvE [naam 2] . Tevens zijn de besluiten vernietigd om het exploitatieoverschot over 2018,
2019 en 2020 niet terug te geven aan de eigenaars, maar toe te voegen aan de algemene
reserves. Voorts is het besluit tot vaststellen van het MJOP in 2020 vernietigd, alsmede
het besluit tot het vaststellen van het bedrag ter uitvoering van het onderhoudsplan.
4.2.
Het verzoek om de besluiten van 1 juni 2022 tot goedkeuring van de balans per 31 december 2021 alsmede de exploitatierekening over 2021 alsmede ook de toevoeging van het exploitatieoverschot 2021 aan de algemene reserves, nietig te verklaren is op 31 mei
2023 afgewezen. Tegen deze beschikking is hoger beroep aangetekend. Het Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden heeft bij beschikking van 26 maart 2024 bovengenoemde onderdelen in de beschikking van de kantonrechter bekrachtigd wegens het ontbreken van belang omdat de VvE in haar vergadering van 21 november 2023 ten aanzien van de balans per 31 december 2021 alsmede de exploitatierekening over 2021 nieuwe besluiten heeft genomen, zodat daarmee de besluiten van 1 juni 2022 zijn komen te vervallen. Het Gerechtshof overweegt verder nog:
“(..) Het resultaat dat [verzoekster] met haar verzoek beoogt, te weten gescheiden administraties en gescheiden jaarstukken, is inmiddels bereikt. Voor de VvE [naam 1] zijn op basis van de - van die van de VvE [naam 2] - afgescheiden administratie, een nieuwe balans en jaarrekening opgemaakt, die zijn vastgesteld op 21 november 2023 (Zie hiervoor 4.4).(..)”
4.3.
Op 21 april 2022 heeft de kantonrechter een besluit van de VvE [naam 1] om zonnepanelen op het dak te plaatsen, waarvan de op te wekken elektriciteit wordt gebruikt voor gemeenschappelijke zaken of, voor zover deze niet gebruikt kan worden, verkocht aan de energieleverancier, vernietigt wegens strijd met de redelijkheid en billijkheid. De kantonrechter heeft hiertoe overwogen dat het onduidelijk is of en in welke mate [onderneming 2] B.V. (VvE [naam 2] ) wil bijdragen aan de kosten van de zonnepanelen en dat de VvE ten onrechte een afwijkende kostenverdeling aan VvE [naam 2] heeft voorgesteld. Het Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden heeft in haar beschikking van 5 april 2023 de beschikking van de kantonrechter bekrachtigd.
Ontvankelijkheid
4.4.
In beginsel is de rechtbank bevoegd te oordelen omtrent de nietigheid dan wel vernietigbaarheid van een besluit van een orgaan van een rechtspersoon (ex art. 2:14 en
art. 2:15 BW). Volgens het bepaalde in art. 5:130 BW geschiedt – in afwijking van art. 2:15 lid 3 BW – de vernietiging van een besluit van een orgaan van de vereniging van eigenaars door een uitspraak van de kantonrechter. Voor het laten vaststellen van de nietigheid van een besluit ontbreekt echter een soortelijke, afwijkende regeling.
4.5.
In eerdere beschikkingen tussen partijen heeft de kantonrechter hierover ook al overwogen dat dit strikt genomen tot gevolg heeft dat voor het laten vaststellen van de nietigheid van de onderhavige besluiten een dagvaardingsprocedure bij de rechtbank moet worden gevolgd. Echter, ingeval de kantonrechter zich niet bevoegd zou achten om over de nietigheid te oordelen, zou dit tot gevolg hebben dat de onderhavige zaak, voor dat gedeelte, naar de rechtbank (sector civiel) ter verdere behandeling moet worden doorverwezen. De consequentie hiervan zou zijn dat twee verschillende rechters over hetzelfde besluit en hetzelfde samenhangend feitencomplex zouden moeten oordelen. Deze weergegeven gang van zaken rijmt niet met het uitgangspunt zoals dat door de wetgever voor de dagvaardingsprocedure is vastgelegd in artikel 94 Rv, te weten dat samenhangende zaken vanuit een oogpunt van doelmatigheid zo veel mogelijk door één en dezelfde rechter moeten worden behandeld en beslist. In deze zaak is ook evident sprake van samenhang tussen de verzoeken tot nietig verklaring en vernietiging. De kantonrechter acht zich, gelet op het vorenstaande en vanuit proceseconomisch oogpunt, in de onderhavige zaak (ook) bevoegd kennis te nemen van het verzoek ten aanzien van de nietigheid van de besluiten.
4.6.
De kantonrechter dient vervolgens te beoordelen of [verzoekster] , gelet op het bepaalde in artikel 2:15 BW in samenhang met artikel 5:130 BW, haar verzoek tijdig heeft ingediend. Krachtens artikel 5:130 lid 2 BW dient [verzoekster] , binnen één maand na de dag waarop zij van het besluit kennis heeft genomen of heeft kunnen nemen, het verzoek tot vernietiging te doen. De besluiten zijn genomen op de vergadering van 21 november 2023 december 2022. [verzoekster] heeft haar verzoekschrift bij de rechtbank ingediend op 19 december 2023. Naar het oordeel van de kantonrechter heeft [verzoekster] het verzoek tijdig ingediend.
Wettelijk kader besluiten die zien op de financiële huishouding
4.7.
Op grond van art. 5:124 lid 2 BW is art. 2:10 lid 1 BW is het bestuur van elke vereniging van eigenaars (in casu zowel VvE [naam 2] als de VvE) verplicht om van de vermogenstoestand van de rechtspersoon een eigen, afzonderlijke administratie te voeren. De beide besturen zijn op grond van art. 32 lid 2 reglementen I en II elk verplicht om jaarlijks binnen vijf maanden na afloop van het boekjaar althans in ieder geval op grond 2:10 lid 2 BW jaarlijks binnen zes maanden na afloop van het boekjaar een eigen, afzonderlijke balans en staat van baten en lasten (exploitatierekening) op te maken. Uit de balans moeten de bezittingen en de schulden blijken, terwijl uit de exploitatierekening de inkomsten en uitgaven moeten blijken. In het verlengde hiervan bepaalt art. 32 lid 2 jo. 18 reglementen I en II alsmede art. 5:124 lid 3 BW jo. art. 5:135 BW jo.. art. 2:48 BW dat beide besturende balans en exploitatierekening met een toelichting ter goedkeuring aan de respectievelijke vergaderingen van eigenaars moeten voorleggen.
Vaststellen en goedkeuren balans VvE [naam 2] 2022 (Punt 7 notulen) en VvE [naam 1] 2022 (punt 9 notulen) en 2021 gewijzigde opstelling (punt 14 notulen), Vaststellen en goedkeuren exploitatierekening VvE [naam 2] 2022 (punt 8 notulen) en VvE [naam 1] 2021 gewijzigde opstelling (punt 15 notulen) en 2022 (punt 10 notulen), exploitatieoverschot 2022 naar algemene reserve (punt 11 notulen)
4.8.
De kantonrechter maakt onderscheid naar VvE [naam 2] enerzijds en VvE [naam 1] anderzijds en onderscheid naar 2021 en 2022.
4.8.1.
De kantonrechter is van oordeel dat het vaststellen en goedkeuren van de balans en exploitatierekening van VvE [naam 2] over de jaren 2021 en 2022 uiteindelijk toekomt aan VvE [naam 2] op grond van artikel 5:127 BW. Bij ondersplitsing geldt immers dat de stemmen van de appartementseigenaren wiens recht is gesplitst toekomen aan de gerechtigden tot de door ondersplitsing ontstane appartementsrechten. Deze stemmen worden in de vergadering van eigenaars (VvE [naam 2] ) uitgebracht door het bestuur van de bij de ondersplitsing opgerichte vereniging van eigenaars. Om tot correcte besluitvorming in de vergadering van eigenaars in de hoofdsplitsing te komen, is wel vereist dat daaraan voorafgaand in de vergaderingen van eigenaars van alle ondergesplitste appartementsrechten is voorvergaderd. Het is dus wel zo dat de stemgerechtigden in ondersplitsing zich dienen uit te laten over de balans en exploitatierekening van VvE [naam 2] . Echter uit de notulen van de vergadering van 21 november 2023 blijkt dat nu juist op het punt van het vaststellen van de balans en de exploitatierekening over de jaren 2021 en 2022 van VvE [naam 2] geen besluit is genomen. In de notulen is opgenomen dat dit agendapunt wordt overgeslagen. Een nietigverklaring of vernietiging van een niet genomen besluit ligt dan ook niet voor.
4.8.2.
Ten aanzien van de balans en exploitatierekening van VvE [naam 1] voor het jaar 2021 is de kantonrechter van oordeel dat het besluit in strijd met de wet tot stand is gekomen en derhalve nietig is. De kantonrechter overweegt daartoe het volgende. Uit de beschikking van het Gerechtshof van 26 maart 2024 volgt dat de balans en exploitatierekening 2021 van VvE [naam 1] eerder onderwerp van geschil is geweest. De balans en exploitatierekening is eerder op 1 juni 2022 door de vergadering vastgesteld en goedgekeurd. De vergadering van de VvE [naam 1] is teruggekomen op de oude besluiten van 1 juni 2022 en heeft deze vervangen door een nieuw besluit van 21 november 2023, waar thans tegen wordt opgekomen. Het gerechtshof heeft onder meer verder overwogen:
Het resultaat dat [verzoekster] met haar verzoek beoogt, te weten gescheiden administraties en gescheiden jaarstukken, is inmiddels bereikt. Voorde VvE [naam 1] zijn op basis van de - van die van de VvE [naam 2] - afgescheiden administratie, een nieuwe balans en jaarrekening opgemaakt, die zijn vastgesteld op 21 november2023 (zie hiervoor 4.4). Op 4 januari 2024 heeft de VvE [naam 2] besloten haar balans per 31 december 2021 en de exploitatierekening over 2021 goed te keuren en vast te stellen. In diezelfde vergadering zijn de balans per 31 december 2022 en de exploitatierekening over 2022 voor de VvE [naam 2] eveneens goedgekeurd en vastgesteld. De gescheiden balansen en jaarrekeningen weerspiegelen dat VvE [naam 1] en VvE [naam 2] inmiddels gescheiden administraties voeren. Tijdens de mondelinge behandeling bij het hof heeft [verweerder] ook toegelicht dat de administraties achteraf alsnog zijn gesplitst. Dat de administratie van VvE [naam 1] nu is afgescheiden van die van VvE [naam 2] wil overigens niet zeggen dat er geen rekening-courant verhouding tussen de beide VvE's· kan bestaan of dat de VvE [naam 1] geen vordering kan hebben op of schuld kan hebben aan VvE [naam 2] en/of [onderneming 2] B.V. die in de jaarstukken tot uitdrukking komt. Het voorgaande laat ook onverlet dat mogelijk de balans per 31 december 202 l en de exploitatierekening over 2021 van VvE [naam 1] zoals die zijn vastgesteld en goedgekeurd op 21 november 2023 niet juist zijn. Dat is echter een vraag die in deze procedure niet aan de orde is.
Nu sprake is van een gewijzigd besluit tot vaststelling en goedkeuring van de balans en exploitatierekening van 2021 voor VvE [naam 1] en de eerdere beslissing van de vergadering van 1 juni 2021 is komen te vervallen had het nieuwe te nemen besluit op grond van artikel 2:48 BW eerst ter toetsing moeten worden voorgelegd aan de kascommissie. Dat is niet gebeurd, zodat het besluit nietig is.
4.8.3.
Rest nog een beoordeling over de besluiten tot vaststelling van de balans en exploitatierekening over het jaar 2022, alsmede het overhevelen van het exploitatieoverschot naar de algemene reserve. Uit de notulen van de vergadering van 21 november 2023 maakt de kantonrechter op dat kennelijk [verzoekster] en mw. [D] op 19 januari 2023 zijn benoemd door de vergadering als leden van de kascommissie. [verzoekster] stelt dat mw. [D] als voorwaarde heeft gesteld dat een externe accountant zou worden ingeschakeld om ondersteuning te verlenen. [verzoekster] stelt verder dat op voorstel van [verweerder] hiervoor [onderneming 4] is voorgedragen. De vergadering zou daarmee akkoord zijn gegaan. Op 3 februari 2023 heeft [onderneming 4] aan [verzoekster] medegedeeld dat zij de kascontrole niet kunnen uitvoeren. Op initiatief van de bestuurder is toen voor ondersteuning [onderneming 5] B.V ingeschakeld voor controle van de exploitatie en de balans over het boekjaar 2022. [onderneming 5] B.V. heeft geadviseerd aan de benoemde leden van de kascommissie akkoord te gaan met de voorgelegde jaarstukken. [verzoekster] maakt thans bezwaar tegen het feit dat de bestuurder [onderneming 5] B.V. heeft ingeschakeld zonder daarvoor vooraf toestemming te hebben gevraagd aan de vergadering en dat daarmee het besluit van de vergadering tot vaststelling en goedkeuring van de balans en de exploitatierekening 2022 nietig is. De kantonrechter volgt [verzoekster] niet in haar standpunt. De kascommissie bestond uit de leden [verzoekster] en [D] , en dus niet ook uit [onderneming 5] B.V. Dat [D] als voorwaarde heeft gesteld dat een accountant ondersteuning verleend, is niet gebleken. [verzoekster] heeft de notulen van de vergadering van 19 januari 2023 waar dat uit zou volgen niet overgelegd. Uit de notulen van de vergadering van 21 november 2023 volgt dat [verzoekster] in overleg met [D] de werkzaamheden van de kascommissie heeft uitgevoerd en dat zij hebben geadviseerd de balans en exploitatie rekening af te keuren met dus voorbijgaan aan het advies van [onderneming 5] B.V. Bovendien heeft de kascommissie, bestaande uit [verzoekster] en [D] , een schriftelijke verklaring ingediend ten behoeve van de vergadering van 21 november 2023. Daarmee is genoegzaam voldaan aan de eisen van de wet.
4.8.4.
De kantonrechter heeft onvoldoende aanwijzingen dat de administratie van de VvE [naam 1] , nu deze administratie thans is gescheiden van die van die van VvE [naam 2] , geen getrouw beeld geeft van haar rechten en verplichtingen en ook overigens niet ingericht zou zijn volgens de wet (vergelijk artikel 2:10 BW) en het reglement. Het verzoekschrift beschrijft slechts in algemene termen de bezwaren van [verzoekster] tegen de door de bestuurder gevoerde administratie. Eerst bij de spreekkaantekeningen ter zitting wordt [verzoekster] iets concreter, maar volstaat voornamelijk door te verwijzen naar het verslag van de kascommissie en onderliggende producties zonder daarop een deugdelijke toelichting te geven. Dat mogelijk fouten in de administratie zijn opgenomen, die de kantonrechter overigens niet zonder nadere toelichting kan vaststellen, maakt nog niet dat het besluit tot vaststelling en goedkeuring van de balans en exploitatierekening over 2022 nietig is of moet worden vernietigd.
Vaststellen van de exploitatiebegroting 2024 van VvE [naam 1] (punt 17 notulen)
4.9.
[verzoekster] meent dat vaststelling van de exploitatiebegroting in strijd is met de wet dan wel met de het splitsingsreglement dan wel in strijd is met de redelijkheid en billijkheid. Een deugdelijke motivering ontbreekt echter. Voor zover [verzoekster] meent dat geen afzonderlijke administratie wordt gevoerd, omdat de administratie van de hoofdvereniging VvE [naam 2] is samengevoegd met die van VvE [naam 1] kan [verzoekster] daarin niet worden gevolgd. Ter vergadering is immers een afzonderlijke begroting voor VvE [naam 2] en een afzonderlijke begroting van VvE [naam 1] ingebracht. Als basisregel geldt dat de vorm van de begroting gelijk is, althans aansluit bij de financiële rapportages van VvE [naam 1] . Daarnaast moet de begroting sluitend zijn. Dat wil zeggen dat de ontvangsten de uitgaven moeten dekken. Er moet in een begrotingsjaar dus geen verlies worden geleden of dat verlies moet kunnen worden opgevangen door reserves of eigen vermogen. Dat moet dan wel weer in de begroting tot uitdrukking worden gebracht. De kantonrechter is van oordeel dat de begroting daaraan voldoet. De verplichtingen vanuit de VvE [naam 1] zijn in de begroting opgesomd en de mogelijke vorderingen op VvE [naam 2] c.q. [onderneming 2] B.V. zijn daarin verwerkt.
Vervangen van asfalt laag parkeerdek bijdrage VvE [naam 1] ad € 30.200,- (punt 21 notulen);
4.10.
De vergadering heeft met meerderheid van stemmen ingestemd met het voorstel van de bestuurder om de asfaltlaag op het dek van de parkeerplaats te laten vervangen, waarbij ongeveer 20% voor rekening van VvE [naam 1] komt en 80% voor [onderneming 2] B.V. onder de mededeling dat het precieze aandeel nog moet worden uitgemeten. De offerte van 7 maart 2023 bedraagt € 150.900,00, waarvan is begroot dat 20% voor rekening van VvE [naam 1] dient te komen, derhalve € 30.200,00. [verzoekster] meent dat geen reservering voor onderhoud van het asfalt is opgenomen en stelt dat het reservefonds een dergelijke investering niet toelaat. [verzoekster] beroept zich op artikel 37 lid 5 van de splitsingsakte waarin is opgenomen dat niet begrote uitgaven door de vergadering met volstrekte meerderheid van stemmen dient te worden genomen met dien verstande dat besluiten tot het doen van niet begrote uitgaven die tien procent van de totale begroting te boven gaat genomen moet worden met 3/4 van het aantal uitgebrachte stemmen, waarin het aantal eigenaars tenminste 2/3 van het aantal stemmen kan uitbrengen. Vaststaat dat tijdens de vergadering niet tenminste 2/3 van het aantal uit te brengen stemmen aanwezig of vertegenwoordigt waren. Deze bepaling geldt echter niet indien voor uitgaven met betrekking tot posten, die door de vergadering overeenkomstig artikel 18 lid 1 en artikel 32 lid 2 op de jaarlijkse begroting zijn geplaatst voor zover deze posten met niet meer dan tien procent overschreden worden of voor uitgaven waarvoor een speciale reservering is gevormd. Ter vergadering van 27 maart 2023 is het onderhoudsplan van VvE [naam 1] alsmede de exploitatiebegroting 2023 vastgesteld. Uit het door VvE [naam 1] overgelegde onderhoudsplan (productie 6 bij conclusie van antwoord) volgt onder punt 12 dat in het onderhoudsplan van VvE [naam 2] een aanbieding van [onderneming 6] is opgenomen van € 134.000 en dat daarvan een bedrag van € 27.000,00 ten laste komt van VvE [naam 1] . In de vergadering van 21 november 2023 is de begroting van de kosten aangepast en gevalideerd volgens de laatste aanbieding van [onderneming 6] . De kantonrechter is van oordeel dat gelet op het bovenstaande de vergadering met meerderheid van stemmen tot het bestreden besluit kon komen.
Besluit tot het niet instellen van vorderingen tegen de bestuurder en [onderneming 7] B.V. in verband met het door hem verstrekken van een opdracht tot het plaatsen van zonnepanelen (notulen punt 26-7 tot en met 26-13)
4.11.
In haar verzoekschrift komt [verzoekster] op tegen het besluit van de vergadering tot het niet instellen van de vorderingen tegen de bestuurder en [onderneming 7] B.V. in verband met het verstrekken van een opdracht tot plaatsing van zonnepanelen. Uit de notulen maakt de kantonrechter op dat de besluiten 26-7 tot en met 26-13 omtrent de kwestie van de zonnepanelen meer omvat dan het enkel instellen van vorderingen tegen de bestuurder en [onderneming 7] , te weten;
26-7 Besluit tot vernietiging van de overeenkomst tot de plaatsing van zonnepanelen die met de installateur is gesloten.
26-8 Besluit tot het ongedaan maken van de uitvoering die aan de overeenkomst tot het plaatsen van zonnepanelen is gegeven door
• Het terugvorderden van de installateur van de bedragen die voor uitvoering van deze
overeenkomst aan hem/haar zijn betaald.
• Het vorderen van de installateur dat hij/zij de installatie van de zonnepanelen ongedaan
maakt.
26-9 Besluit om namens de VvE vernietiging te vorderen van de overeenkomst tot plaatsing van de zonnepanelen en ongedaanmaking te vorderen van de uitvoering die aan de overeenkomst is gegeven
26-10 Besluit om zo nodig in een gerechtelijke procedure voornoemde vernietiging en ongedaanmaking af te dwingen.
26-11 Besluit om de bestuurder, dhr. [verweerder] aansprakelijk te stellen voor de schade die de vereniging en haar leden door de onrechtmatig gegeven opdracht hebben geleden.
26-12 Besluit om namens de VvE vergoeding te vorderen van dhr. [verweerder] van de schade die de vereniging en haar leden door de onrechtmatig gegeven opdracht hebben geleden
26-13 Besluit om zo nodig in een gerechtelijke procedure vergoeding van voornoemde schade af te dwingen.
De kantonrechter beperkt zich echter tot de weigering van de vergadering tot het instellen van vorderingen tegen [verweerder] als bestuurder en [onderneming 7] , zoals in de kop boven punt 43 van het verzoekschrift is vermeld, omdat het petitum in het verzoekschrift daarover geen verdere duidelijkheid verschaft.
4.12.
In de vergadering van 22 december 2022 heeft de vergadering besloten over te gaan tot plaatsing van zonnepanelen door [onderneming 7] . [verzoekster] is daartegen opgekomen bij verzoekschrift van 16 januari 2023. [verweerder] heeft ter uitvoering van het besluit van de vergadering op 15 februari 2023 aan [onderneming 7] opdracht gegeven tot plaatsing van de zonnepanelen. Bij beschikking van 26 mei 2023 heeft de kantonrechter het besluit van de vergadering nietig verklaard, althans in strijd geacht met de redelijkheid en billijkheid. De beschikking van de kantonrechter is bekrachtigd door het Gerechtshof bij beschikking van 5 april 2023. Het Hof heeft met de kantonrechter geoordeeld dat de zonnepanelen hebben te gelden als een gemeenschappelijke installatie op grond waarvan volgens vaste breukdelen de kosten moeten worden verdeeld tussen VvE [naam 1] (86%) en VvE [naam 2] (14%). Daarvan is ten onrechte door de vergadering afgeweken. Op zijn minst moet worden geoordeeld dat [verweerder] , als bestuurder, op de hoogte was van de bezwaren van [verzoekster] door kennisname van het verzoekschrift. Het had op de weg van [verweerder] dan ook gelegen die procedure af te wachten. Door al op 15 februari 2023 opdracht te geven aan [onderneming 7] heeft [verweerder] de VvE [naam 1] blootgesteld aan de aanmerkelijke kans en die ook aanvaard dat het besluit van de vergadering weleens nietig zou kunnen worden verklaard dan wel zou worden vernietigd. De handelswijze van [verweerder] is in dat verband op zijn minst bedenkelijk te noemen. [verweerder] kan zich niet verschuilen achter het standpunt dat hij de opdracht van de vergadering heeft uitgevoerd. Echter VvE [naam 1] en van [verweerder] stellen dat inmiddels [onderneming 2] (VvE [naam 2] ) zich bereid heeft verklaard af te rekenen volgens de in de splitsingsakte opgenomen breukdelen als bovengenoemd. De kantonrechter is niet duidelijk of terzake ook een besluit van de vergadering daaraan ten grondslag ligt, zo niet dan ligt het voor de hand dat dit alsnog gebeurt. Een andere beslissing zou immers leiden tot kapitaalvernietiging en is in strijd met de redelijkheid en billijkheid (artikel 2:8 BW).
4.13.
Het is de kantonrechter verder niet duidelijk wat [verzoekster] beoogt met haar verzoek tot het instellen van vorderingen tegen [verweerder] en [onderneming 7] . Voor [onderneming 7] geldt dat deze partij uitvoering heeft gegeven aan de opdracht. Dat [onderneming 7] mogelijk op de hoogte was van de bezwaren van [verzoekster] doet daar echter niet aan af. Niet valt in te zien welke vordering [verzoekster] meent te kunnen hebben op [onderneming 7] . [verzoekster] onderbouwt dat ook op geen enkele wijze. Dat de vergadering de plaatsing van de zonnepanelen wenselijk acht, volgt ook uit de besluitvorming in de vergadering van 21 november 2023. [verzoekster] overigens heeft zelf ook verklaard niet tegen zonnepanelen te zijn, integendeel, zodat niet duidelijk is wat thans nog het belang van [verzoekster] is bij haar verzoek om vorderingen tegen [verweerder] in te dienen (met toestemming van de vergadering). [verzoekster] volstaat in haar verzoekschrift door te stellen dat sprake is van onbehoorlijk bestuur en onrechtmatig handelen door zonder rechtsgeldig besluit zonnepanelen te plaatsen. Het besluit om hier geen consequenties aan te verbinden ten aanzien van het functioneren van de bestuurder en geen maatregelen te treffen om de geleden schade te verhalen is volgens [verzoekster] in strijd met de akte en het reglement. Een verdere onderbouwing van bijvoorbeeld de mogelijk door VvE [naam 1] en/of [verzoekster] geleden schade ontbreekt. Hoewel [verzoekster] terecht vraagtekens stelt bij het handelen van [verweerder] kunnen haar verzoeken wegens het ontbreken van enig te respecteren belang niet worden gehonoreerd.
Weigering verzoek eigenaar appartement met nummer [nummeraanduiding 1] - [nummeraanduiding 2] tot vervanging voordeur + vervangende machtiging (notulen 24-2)
4.14.
[verzoekster] heeft ter vergadering verzocht om een nieuwe voordeur voorzien van HR++ glas. De vergadering heeft dit geweigerd. [verzoekster] verzoekt thans vervangende machtiging te verlenen. Krachtens artikel 2 van het splitsingsreglement (ondersplitsing) is de deur gemeenschappelijk en komen kosten voor vervanging in beginsel voor rekening van de VvE [naam 1] . In de vergadering van 25 mei 2021 is aangegeven dat volgens deurenleveranciers en de bouwkundig adviseur [onderneming 8] een krom getrokken deur niet recht is te krijgen, en dat vervanging de oplossing is. De bestuurder heeft toen aangegeven dat het toch mogelijk moet zijn onder de huidige tochtrubbers een verdikking aan te laten brengen zodat het tochtrubber de deur weer zal raken. Dit is in verschillende woningen ook uitgevoerd. [verzoekster] wijst nog op een offerte van [onderneming 9] . Daarin is opgenomen dat de deur in de loop der jaren krom is getrokken en dat om de deur toch weer tocht dicht te krijgen de sponningen kunnen worden aangepast van het kozijn door aan de bovenzijde een extra lat aan te brengen en nieuwe tocht strippen aan te brengen. Dit wordt volgens [onderneming 9] wel als een noodoplossing gezien om de bestaande deur te behouden. Uit de notulen van 21 november 2023 wordt opgemaakt dat volgens de bestuurder de tocht waarschijnlijk kan worden opgelost door het monteren van het ELLEN tocht profiel. De kantonrechter is thans nog van oordeel dat het verzoek van [verzoekster] te prematuur is en onvoldoende is onderbouwd. Het is aan [verzoekster] een deugdelijk rapport van de toestand van de deur en de tocht eerst voor te leggen aan de vergadering, waarin precies wordt beschreven wat noodzakelijk is, vervanging of reparatie, en wat daar de kosten van zijn. Afhankelijk van de bevindingen van de deskundige kan dit leiden tot een verplichting tot vervanging van de deur op kosten van de VvE [naam 1] . Bij weigering komt dan een verzoek tot vervangende machtiging weer in beeld. Het verzoek wordt thans dan ook afgewezen.
Vervangende machtiging tot ontslag bestuurder en benoeming tot bestuurder en beheerder [C] van [onderneming 3]
4.15.
Op de vergadering van 19 december 2019 is er eerder gestemd over het voorstel tot ontslag van [verweerder] als bestuurder. De vergadering heeft het voorstel tot ontslag van de bestuurder destijds met overgrote meerderheid verworpen. Bij beschikking van 18 maart 2022 is op het verzoek tot ontslag en vervangende machtiging door een externe bestuurder van 16 juli 2021 afwijzend beschikt. Op 27 maart 2023 heeft op verzoek van de appartementsgerechtigden [A] , [verzoekster] en [D] een vergadering (benoemd als 2e vergadering) met als agendapunt het ontslag van [verweerder] als bestuurder van de VvE [naam 1] en benoeming van een extern beheerder [C] . De vergadering heeft die voorstellen volgens de door VvE [naam 1] overgelegde notulen afgewezen. [verzoekster] betwist dat op de vergadering van 27 maart 2023 is gestemd over het ontslag en de benoeming van een extern beheerder. Ter vergadering van 21 november 2023 heeft [verzoekster] haar bezwaren daarover kenbaar gemaakt en zich op het standpunt gesteld dat niet is gestemd over het ontslag van [verweerder] , maar slechts is gestemd over de benoeming van een extern beheerder. De kantonrechter stelt vast dat uit de notulen van de vergadering van 21 november 2023 volgt dat de notulen van de vergadering van 27 maart 2023 zijn vastgesteld door de vergadering. Uit die notulen volgt ook dat [verweerder] de geluidsopname van de vergadering van 27 maart 2023 heeft beluisterd op 25 november 2023 (dus na de vergadering) waaruit wordt afgeleid dat over het ontslag van [verweerder] als bestuurder wel zou zijn gestemd. De kantonrechter kan de juistheid van de stellingen van [verzoekster] niet met voldoende zekerheid vaststellen zodat het ervoor moet worden gehouden dat het ontslag op de vergadering van 27 maart 2023 aan de orde is geweest. Ter vergadering van 21 november 2023 heeft de vergadering besloten het voorgedragen agendapunt tot ontslag van [verweerder] als bestuurder en benoeming van een extern bestuurder/beheerder niet opnieuw op de agenda te zetten. [verzoekster] komt daar tegenop door thans opnieuw machtiging tot ontslag en benoeming van een extern beheerder/bestuurder te verlangen.
4.16.
Uitgangspunt is dat als niets is geregeld in het splitsingsreglement, artikel 2:8 BW bepaalt dat degenen die bij een VvE zijn betrokken zich redelijk tegenover elkaar moeten gedragen. Dit brengt mee dat wanneer een eigenaar een verzoek doet om een onderwerp te behandelen voor of op de vergadering, het bestuur niet op onredelijke gronden mag weigeren om dit onderwerp te agenderen. Het komt dus voor dat eigenaars een onderwerp opnieuw op de agenda willen laten plaatsen, zoals ook in het onderhavige geval, terwijl in een eerdere vergadering over dit onderwerp is gesproken en is besloten. In beginsel dient ook dit onderwerp opnieuw op de agenda te worden geplaatst. Het is vervolgens aan de vergadering of dat onderwerp ook daadwerkelijk (opnieuw) moet worden besproken. Het staat de vergadering vrij te besluiten dat onderwerp niet te behandelen, als eerder over dit onderwerp is besloten. Staat vast dat de vergadering over een bepaald onderwerp niet meer wil discussiëren en besluiten, dan kan het bestuur weigeren de agendapunten toe te voegen. Nu aangenomen moet worden dat het ontslag van [verweerder] en de benoeming van een extern bestuurder/beheerder eerder op 27 maart 2023 aan de orde is geweest, kon de vergadering, mede gelet op de korte tijdspanne tussen beide vergaderingen, besluiten het agendapunt niet opnieuw te bespreken. Het spreekt voor zich dat de vergadering met deze bevoegdheid voorzichtig moet omgaan. Niet op voorhand kan worden uitgesloten dat [verzoekster] dit agendapunt later opnieuw als agendapunt kan aandragen.
4.17.
Een ontslag van de bestuurder en benoeming van een extern bestuurder/beheerder is voorbehouden aan de vergadering van eigenaars (artikel 5:131 lid 2 BW en artikel 40 lid 1 en 2 van het splitsingsreglement). Voordat het de kantonrechter dus toekomt aan de vraag of het besluit tot het weigeren van ontslag onredelijk is en om een vervangende machtiging af te geven aan [verzoekster] om een bestuurder te mogen benoemen, zal, [verzoekster] onder de hierboven geschetste omstandigheden opnieuw eerst (gemotiveerd) aan de vergadering moeten verzoeken [verweerder] te ontslaan. Bij weigering om daarover een besluit te nemen of bij een afwijzende beslissing kan [verzoekster] zich wederom tot de rechter wenden. De kantonrechter komt dan ook thans niet toe aan een inhoudelijke behandeling van het vermeende wanbeleid door [verweerder] . Het verzoek van [verzoekster] zal daarom worden afgewezen.
Conclusie
4.18.
De verzoeken van [verzoekster] worden afgewezen behoudens het verzoek tot nietigverklaring van het besluit tot vaststelling en goedkeuring van de balans en de exploitatierekening van VvE [naam 1] over het jaar 2021.
Proceskosten
4.19.
De kantonrechter ziet aanleiding de proceskosten tussen partijen te compenseren met dien verstande dat iedere partij de eigen kosten draagt.

5.De beslissing

De kantonrechter
5.1.
verklaart de besluiten van vergadering van de VvE [naam 1] van 21 november 2023 tot vaststelling en goedkeuring van de balans en de exploitatierekening over het jaar 2021 nietig;
5.2.
wijst het anders of meer gevorderde af;
5.3.
compenseert de proceskosten in die zin dat iedere partij de eigen kosten draagt.
Deze beschikking is gegeven door mr. R.M. Berendsen, kantonrechter, en in het openbaar uitgesproken op 13 november 2024.