ECLI:NL:RBMNE:2024:7048

Rechtbank Midden-Nederland

Datum uitspraak
18 december 2024
Publicatiedatum
20 december 2024
Zaaknummer
11216878 \ AC EXPL 24-1718
Instantie
Rechtbank Midden-Nederland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht; Arbeidsrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Toewijzing vordering tot nakoming cao en schadevergoeding aan FNV

In deze zaak heeft de Federatie Nederlandse Vakbeweging (FNV) een vordering ingesteld tegen een besloten vennootschap, aangeduid als [gedaagde] B.V., met betrekking tot de naleving van de cao beroepsgoederenvervoer over de weg en verhuur van mobiele kranen. De FNV heeft de controle op de naleving van de cao opgedragen aan de Stichting VNB. Op 14 april 2022 heeft VNB [gedaagde] verzocht om binnen vier weken schriftelijk aan te tonen dat de cao correct is nageleefd. Ondanks herhaalde verzoeken om uitstel heeft [gedaagde] niet voldaan aan deze verplichting. FNV heeft daarom de rechtbank verzocht om [gedaagde] te veroordelen tot naleving van de cao en betaling van een schadevergoeding van € 10.650,00.

De kantonrechter heeft geoordeeld dat de vorderingen van FNV toewijsbaar zijn, aangezien [gedaagde] geen inhoudelijk verweer heeft gevoerd. De rechter heeft vastgesteld dat [gedaagde] in gebreke is gebleven met de naleving van de cao en dat de gevorderde dwangsom als prikkel dient om aan de verplichtingen te voldoen. De kantonrechter heeft [gedaagde] veroordeeld tot naleving van de cao en tot betaling van de schadevergoeding, evenals de proceskosten aan de zijde van FNV, die zijn begroot op € 1.609,82. Het vonnis is uitgesproken op 18 december 2024.

Uitspraak

RECHTBANK MIDDEN-NEDERLAND

Civiel recht
kantonrechter
locatie Amersfoort
zaaknummer: 11216878 AC EXPL 24-1718 YM/698
Vonnis van 18 december 2024
inzake
de rechtspersoonlijkheid bezittende vereniging
Federatie Nederlandse Vakbeweging,
gevestigd te Utrecht,
verder ook te noemen FNV,
eisende partij,
gemachtigde: Stichting VNB, vertegenwoordigd door mr. M.C.P. van Beers,
tegen:
de besloten vennootschap
[gedaagde] B.V.,
gevestigd te [vestigingsplaats] ,
verder ook te noemen [gedaagde] ,
gedaagde partij,
vertegenwoordigd door [A] .

1.De procedure

1.1.
Het verloop van de procedure blijkt uit:
- de dagvaarding met 39 producties
- de email van [A] namens [gedaagde] van 21 augustus 2024
- de zittingsaantekeningen van de griffier, waaruit blijkt dat namens FNV is verschenen mr. M.C.P. van Beers. [gedaagde] is, hoewel deugdelijk opgeroepen, niet verschenen.
1.2.
Ten slotte is vonnis bepaald.

2.Waar gaat deze zaak over?

2.1.
[gedaagde] oefent een koeriersbedrijf uit. Op de arbeidsovereenkomst met haar werknemers is de cao beroepsgoederenvervoer over de weg en verhuur van mobiele kranen van toepassing. Deze cao heeft een standaardkarakter. Dit houdt in dat partijen niet van de bepalingen van de cao mogen afwijken, tenzij dit in de cao uitdrukkelijk is toegestaan. In artikel 78 van deze cao is bepaald dat een werkgever op verzoek van een werknemersorganisatie (in dit geval FNV) binnen vier weken na een daartoe strekkend verzoek, schriftelijk moet aantonen dat de cao ten aanzien van een aantal met name genoemde artikelen correct is nageleefd. FNV heeft de controle op naleving van de cao opgedragen aan de Stichting VNB (hierna VNB).
2.2.
Op 14 april 2022 heeft VNB [gedaagde] verzocht om binnen 4 weken schriftelijk aan te tonen dat de cao correct is nageleefd en daartoe een aantal met name genoemde documenten aan haar te sturen. Op 22 oktober 2022 deelt VNB haar bevindingen met [gedaagde] . Haar was na bestudering van de ontvangen documenten duidelijk geworden dat [gedaagde] in strijd handelde met de artikelen 19, 21, 26a, 27, in combinatie met 29 lid 3 en 4, 40, 67a, 68 en 69 van de cao.
2.3.
[gedaagde] heeft hierna herhaaldelijk om uitstel gevraagd om nadere stukken aan te leveren, maar heeft hier niet aan voldaan. Op 21 augustus 2024 vraagt [gedaagde] bij email wederom om uitstel, dit keer tot 30 november 2024, om de gevraagde documenten aan te leveren. [gedaagde] erkent dat een aantal berekeningen fout waren en dat correcties uitgevoerd moeten worden. [gedaagde] laat tevens weten dat zij bereid is om aan alles mee te werken en wil niet dat de rechtbank haar een dwangsom oplegt.
2.4.
Tot op heden zijn de gevraagde documenten niet aangeleverd. FNV wil dan ook dat [gedaagde] veroordeeld wordt tot naleving van een aantal, in bepaalde perioden algemeen verbindend verklaarde, cao bepalingen alsmede uitbetaling aan de werknemers waar zij conform de cao recht op hebben, vermeerderd met de wettelijke verhoging, een en ander op straffe van een dwangsom. Ook wil FNV dat [gedaagde] veroordeeld wordt tot betaling van een schadevergoeding aan haar van € 10.650,00 en in de kosten van de procedure.

3.Wat vindt de kantonrechter?

3.1.
De vorderingen worden toegewezen, omdat [gedaagde] hiertegen geen inhoudelijk verweer heeft gevoerd en deze niet onrechtmatig of ongegrond zijn. [gedaagde] heeft slechts verzocht geen dwangsommen op te leggen, omdat zij bereid is om aan alles mee te werken. Feit is evenwel dat [gedaagde] op 14 april 2022 is aangeschreven door VNB en zij tot op heden haar verplichtingen uit hoofde van de toepasselijke cao niet correct nakomt. De door FNV gevorderde dwangsom dient als prikkel om na te komen. Deze wordt dan ook toegewezen, zij het voor een lager bedrag per overtreding en ook wordt aan de te verbeuren dwangsommen een maximum verbonden.
3.2.
Ook de gevorderde schadevergoeding ex artikel 3 lid 2 jo 4 Wet AVV wordt toegewezen. FNV heeft deze vordering voldoende onderbouwd en [gedaagde] heeft dit niet weersproken.
3.3.
[gedaagde] zal als de in het ongelijk gestelde partij in de proceskosten worden veroordeeld. De kosten aan de zijde van FNV worden begroot op:- dagvaarding € 138,82
- griffierecht € 524,00
- salaris gemachtigde € 812,00 (2 punten x tarief € 406,00)
- nakosten
€ 135,00
Totaal € 1.609,82

4.De beslissing

De kantonrechter
4.1.
veroordeelt [gedaagde] tot naleving van de algemeen verbindend verklaarde cao beroepsgoederenvervoer over de weg en verhuur van mobiele kranen over de perioden 1 oktober 2021 tot en met 31 december 2022, 13 januari 2023 tot en met 31 december 2023 en 24 april 2024 tot en met 31 december 2025 ten aanzien van de artikelen 19, 21, 25, 26a, 27, 29 lid 3 en 4, 40, 67a, 68, 69, 6 lid 4, 33 en 37 van de cao, alsmede de afgifte van deugdelijke berekeningen van het tegoed aan loon, overuren, vakantiesaldo en vakantiebijslag, die door correcte toepassing van de cao ontstaan voor alle werknemers die bij [gedaagde] in deze periodes in dienstbetrekking staan of hebben gestaan, samen met het overleggen van salarisspecificaties en betalingsbewijzen, een en ander op straffe van een dwangsom van
€ 100,00 per dag van elk hiervoor genoemd cao-artikel waarmee [gedaagde] in gebreke blijft, te rekenen vanaf vier weken na betekening van dit vonnis, tot een totaal maximum aan te verbeuren dwangsommen van € 25.000,00;
4.2.
veroordeelt [gedaagde] tot uitbetaling aan de betreffende werknemers van de loonaanspraken, toeslagen en/of vergoedingen die ten gevolge van de veroordeling achter 4.1. ontstaan, te vermeerderen met de wettelijke verhoging van 50% over de verschuldigde bedragen en de wettelijke rente, één en ander onder verbeurte van een dwangsom van
€ 100,00 per dag dat [gedaagde] niet aan deze veroordeling voldoet, te rekenen vanaf vier weken na betekening van dit vonnis en tot een maximum van € 25.000,00;
4.3.
veroordeelt [gedaagde] tot betaling van een bedrag van € 10.650,00 aan schadevergoeding ex artikel 15 Wet cao/artikel 3 Wet AVV en artikel 78 lid 1.c. van de cao, te vermeerderen met de wettelijke rente over dit bedrag vanaf de dag van dagvaarding tot aan de dag dat [gedaagde] geheel heeft betaald;
4.4.
veroordeelt [gedaagde] in de kosten van deze procedure, aan de zijde van FNV begroot op € 1.609,82, waarvan € 812,00 voor salaris gemachtigde, te betalen binnen veertien dagen na aanschrijving daartoe. Als [gedaagde] niet tijdig aan de veroordelingen voldoet en het vonnis daarna wordt betekend, dan moet [gedaagde] ook de kosten van betekening betalen;
4.5.
verklaart dit vonnis uitvoerbaar bij voorraad;
4.6.
wijst het meer of anders gevorderde af.
Dit vonnis gewezen door mr. Y.M. Vanwersch, kantonrechter en uitgesproken op 18 december 2024.