Uitspraak
RECHTBANK MIDDEN-NEDERLAND
Zittingsplaats Utrecht
1.De stukken
- het extract van het arrest van het gerechtshof Amsterdam van 22 december 1997 waarbij betrokkene ter beschikking is gesteld met bevel tot verpleging van overheidswege, omdat hij zich schuldig heeft gemaakt aan moord, verkrachting en mishandeling;
- stukken waaruit blijkt dat de terbeschikkingstelling is ingegaan op 11 december 2000;
- de beslissing van deze rechtbank van 12 december 2022 waarbij de termijn van terbeschikkingstelling voor het laatst is verlengd met twee jaar;
- de beslissing van het gerechtshof Arnhem-Leeuwarden van 20 april 2023 waarin de beslissing van deze rechtbank van 12 december 2022 is bevestigd;
- de vordering van de officier van justitie van 23 oktober 2024 die strekt tot verlenging van de terbeschikkingstelling met verpleging met twee jaar;
- het verlengingsadvies van [instelling] van 7 oktober 2024, opgemaakt door [A] (hoofdbehandelaar) en prof. dr. [B] (psychiater en cultureel antropoloog), inhoudend het advies om de terbeschikkingstelling met verpleging te verlengen met twee jaar;
- het Pro Justitia-rapport van 4 april 2024 opgemaakt door prof. dr. mr. E.D.M. Masthoff (psychiater);
- het Pro Justitia-rapport van 15 mei 2024 opgemaakt door drs. B. Koudstaal (klinisch psycholoog);
- de wettelijke aantekeningen omtrent de lichamelijke en geestelijke gesteldheid van de betrokkene, over de periode 21 november 2022 tot en met 25 maart 2024.
2.Het onderzoek ter terechtzitting
- de officier van justitie, mr. L.H. van der Veldt;
- de betrokkene, bijgestaan door zijn raadsman mr. N.M. van Wersch, advocaat te Utrecht;
- de aan de kliniek verbonden deskundige [A] (digitaal).