ECLI:NL:RBMNE:2024:7028

Rechtbank Midden-Nederland

Datum uitspraak
16 december 2024
Publicatiedatum
20 december 2024
Zaaknummer
16-600107-11
Instantie
Rechtbank Midden-Nederland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Verlenging van de tbs-maatregel met één jaar na voorwaardelijke beëindiging

Op 16 december 2024 heeft de Rechtbank Midden-Nederland, zittingsplaats Utrecht, uitspraak gedaan in de zaak betreffende de verlenging van de terbeschikkingstelling (tbs) van een betrokkene, geboren in 1966. De rechtbank heeft de vordering van de officier van justitie om de tbs-maatregel met twee jaar te verlengen, afgewezen en in plaats daarvan de maatregel met één jaar verlengd. Dit besluit is genomen op basis van verschillende rapporten, waaronder een verlengingsadvies van de reclassering en een Pro Justitia-rapport van een psychiater. De rechtbank heeft vastgesteld dat er bij de betrokkene nog steeds sprake is van verschillende stoornissen, maar dat het recidiverisico binnen het huidige kader als laag wordt ingeschat. De reclassering heeft een geschikte woning voor de betrokkene in het vooruitzicht gesteld, wat bijdraagt aan de beslissing om de tbs-maatregel te verlengen. De rechtbank heeft geoordeeld dat de veiligheid van anderen en de algemene veiligheid van personen een verlenging van de tbs-maatregel vereisen, en dat er binnen een jaar gronden aanwezig kunnen zijn voor een beëindiging van de maatregel. De beslissing is openbaar uitgesproken en de rechtbank heeft de termijn van de terbeschikkingstelling met één jaar verlengd.

Uitspraak

RECHTBANK MIDDEN-NEDERLAND

Strafrecht
Zittingsplaats Utrecht
Parketnummer: 16-600107-11 (vordering verlenging tbs)
Beslissing op grond van artikel 6:6:10 van het Wetboek van Strafvordering van de meervoudige kamer voor strafzaken van 16 december 2024
in de zaak van de officier van justitie tegen de ter beschikking gestelde:
[betrokkene] ,
geboren op [geboortedatum] 1966 te [geboorteplaats] ,
wonende aan de [adres] , [postcode] [woonplaats] ,
hierna te noemen: betrokkene.

1.De stukken

De rechtbank heeft acht geslagen op de zich in het dossier bevindende stukken waaronder:
  • het vonnis van deze rechtbank van 30 november 2011 waarbij betrokkene onder meer ter beschikking is gesteld met bevel tot verpleging van overheidswege, omdat hij zich schuldig heeft gemaakt aan wederspannigheid, belediging, bedreigingen en beschadiging;
  • stukken waaruit blijkt dat de terbeschikkingstelling is ingegaan op 25 december 2011;
  • de beslissing van deze rechtbank van 5 maart 2024 waarbij de termijn van de terbeschikkingstelling voor het laatst is verlengd met één jaar en waarbij de verpleging van overheidswege is beëindigd onder voorwaarden;
  • de vordering van de officier van justitie van 6 november 2024 die strekt tot verlenging van de terbeschikkingstelling met twee jaar;
  • het verlengingsadvies van Inforsa van 16 oktober 2024 opgemaakt door D. Panella (reclasseringswerker) inhoudend het advies om de terbeschikkingstelling te verlengen met twee jaar;
  • het Pro Justitia-rapport van 16 september 2024, opgemaakt door M.M. Sprock (psychiater);
  • het voortgangsverslag omtrent de lichamelijke en geestelijke gesteldheid van de betrokkene over de periode 30 april 2024 tot en met 30 juli 2024.

2.Het onderzoek ter terechtzitting

De behandeling van de zaak heeft op 2 december 2024 ter terechtzitting plaatsgevonden.
Daarbij zijn gehoord:
  • de officier van justitie mr. L.H. van der Veldt;
  • de betrokkene, bijgestaan door zijn raadsvrouw mr. T.C. Schouten, advocaat te Utrecht;
  • de reclasseringswerker D. Panella.

3.Het standpunt van de reclassering

Het standpunt van de reclassering blijkt uit het onder 1 genoemde rapport. De deskundige voornoemd heeft ter zitting het advies van de reclassering toegelicht.
Het standpunt luidt – zakelijk weergegeven – dat er bij de betrokkene nog steeds sprake is van een stoornis. Het recidiverisico binnen het huidige kader wordt als laag ingeschat.
Het advies ter zitting luidt, anders dan geadviseerd in het rapport van 16 oktober 2024, de terbeschikkingstelling te verlengen voor de duur van één jaar. De reclassering heeft een zeer geschikte woning op het oog waar betrokkene na de tbs-maatregel hopelijk terecht zou kunnen. Dit is een woning bij het terrein van [instelling] , zijn huidige woonomgeving. Waar de reclassering eerder dacht dat een verhuizing mogelijk ontregelend en daarmee risico verhogend zou kunnen zijn, is dat niet het geval bij deze woning. Betrokkene wil graag naar deze woning toe en kent de omgeving goed. Dat geeft rust, in plaats van onrust. Betrokkene kan alleen van deze woning gebruik maken zonder forensisch kader. De reclassering schat in nog ongeveer een jaar nodig te hebben om deze verhuizing verder voor te bereiden en te realiseren. Gelet op deze ontwikkeling adviseert de reclassering de reeds voorwaardelijk beëindigde tbs-maatregel met 1 jaar te verlengen.

4.Het standpunt van de deskundige

De deskundige M.M. Sprock, psychiater, concludeert dat er bij betrokkene nog steeds sprake is van een stoornis. Bij beëindiging van de maatregel loopt op de langere termijn het risico op geweld op tot matig en op een zeden delict tot bovengemiddeld.
Het advies luidt de terbeschikkingstelling te verlengen voor de duur van één jaar.

5.Het standpunt van de officier van justitie

De officier van justitie heeft, anders dan vooraf gevorderd, ter zitting gevorderd de terbeschikkingstelling te verlengen voor de duur van één jaar, gelet op hetgeen ter zitting door de deskundige naar voren is gebracht.

6.Het standpunt van de verdediging

De verdediging kan zich vinden in de vordering van de officier van justitie.

7.Het oordeel van de rechtbank

Stoornis en/of gebrekkige ontwikkeling van geestvermogens
Uit het verlengingsadvies en de Pro Justitia-rapportage blijkt dat er nog steeds sprake is van stoornissen bij betrokkene, te weten een waanstoornis (in remissie), andere gespecificeerde persoonlijkheidsstoornis met antisociale en borderline trekken, stoornissen in alcohol-, cannabis- en amfetaminegebruik (overwegend in remissie in een gereguleerde omgeving), exhibitionismestoornis (in remissie) en transvestiestoornis met fetisjisme (in remissie).
RecidivegevaarVolgens deskundige Sprock en de reclassering is het risico op gewelds- en zedendelicten bij voortzetting van de maatregel laag. Daarbij stelt Sprock dat bij beëindiging van de maatregel het risico op geweld op de langere termijn oploopt tot matig en op een zedendelict tot bovengemiddeld.
De rechtbank heeft geen reden om aan de juistheid en betrouwbaarheid van de inhoud van het verlengingsadvies en de Pro Justitia-rapportage te twijfelen en neemt deze over.
Verlenging
Gelet op het advies van de reclassering en de deskundige en hetgeen overigens ter zitting naar voren is gekomen, is de rechtbank van oordeel dat de veiligheid van anderen dan wel de algemene veiligheid van personen verlenging van de terbeschikkingstelling eist. Zij is van oordeel dat wordt voldaan aan de vereisten van proportionaliteit en subsidiariteit.
Uit het verlengingsadvies en het Pro Justitia-rapport komt naar voren dat betrokkene meer wil drinken dan is toegestaan. Daarnaast heeft hij de wens uitgesproken te willen stoppen met zijn medicatie. De reclassering en de deskundige raden dit af. Betrokkene heeft aangegeven bij beëindiging van de tbs-maatregel zelf te zullen stoppen met het innemen van medicatie. Betrokkene woont momenteel begeleid bij [instelling] . Dit gaat goed. Omdat dit een doorstroomlocatie betreft, zal betrokkene hier op enig moment moeten verhuizen. Ter zitting is aangegeven door de reclassering dat zij een woning op het oog heeft die zeer geschikt zou kunnen zijn voor betrokkene. Dit betreft een woning in dezelfde wijk als waar betrokkene nu woont. Het is op dit moment onduidelijk hoe lang de wachttijd voor deze woning is en daarnaast is aangegeven dat betrokkene daar alleen kan wonen als hij geen forensische titel meer heeft en dus niet meer in het tbs-kader zit. Waar eerder gevreesd werd dat een verhuizing spanning met zich kan brengen voor betrokkene, wat zou kunnen leiden tot destabilisatie en psychische decompensatie, is dat bij een verhuizing naar deze woning veel minder het geval. Een verhuizing naar deze woning zou betrokkene rust geven volgens de deskundige.
De komende periode zal worden ingezet op het monitoren van het alcoholgebruik, zal worden gekeken naar de mogelijkheden met betrekking tot de medicatie en zal worden gezocht naar een andere woning voor betrokkene.
De rechtbank stelt op basis van het verlengingsadvies, de door de reclassering ter zitting gegeven toelichting en het Pro-Justitia rapport vast dat er binnen één jaar gronden aanwezig kunnen zijn die een beëindiging van de terbeschikkingstelling rechtvaardigen.
De rechtbank zal daarom de maatregel met één jaar verlengen.

8.De beslissing

De rechtbank verlengt de termijn van de terbeschikkingstelling van [betrokkene] , waarvan de verpleging van overheidswege eerder voorwaardelijk is beëindigd, voor de tijd van één (1) jaar.
Deze beslissing is genomen door mr. G.A. Bos, voorzitter, mrs. L.R.H. Koekoek en E. Post, rechters, in tegenwoordigheid van mr. I.J.A. Barends als griffier en in het openbaar uitgesproken op 16 december 2024.