ECLI:NL:RBMNE:2024:7027

Rechtbank Midden-Nederland

Datum uitspraak
16 december 2024
Publicatiedatum
20 december 2024
Zaaknummer
16-700732-12
Instantie
Rechtbank Midden-Nederland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Verlenging van terbeschikkingstelling met voorwaarden en wijziging van voorwaarden

Op 16 december 2024 heeft de Rechtbank Midden-Nederland uitspraak gedaan in de zaak van de ter beschikking gestelde betrokkene, geboren in 1991, die eerder ter beschikking is gesteld na het plegen van doodslag op haar zoon. De rechtbank heeft de vordering van de officier van justitie tot verlenging van de terbeschikkingstelling met twee jaar en wijziging van de voorwaarden behandeld. De rechtbank heeft vastgesteld dat er nog steeds sprake is van een stoornis bij de betrokkene, waaronder een licht verstandelijke beperking en een persisterende depressieve stoornis. Het recidiverisico is verhoogd bij beëindiging van de maatregel. De rechtbank heeft het verzoek tot onderzoek naar een zorgmachtiging afgewezen, omdat de reclassering een positieve ontwikkeling signaleert, maar de behandeling nog niet is afgerond. De rechtbank heeft de terbeschikkingstelling met twee jaar verlengd en enkele voorwaarden gewijzigd, waaronder de verplichting tot meewerken aan reclasseringstoezicht en het ondergaan van behandeling in een zorginstelling. De rechtbank heeft het verzoek van de verdediging om de termijn van terbeschikkingstelling met één jaar te verlengen afgewezen, omdat er geen bijzondere omstandigheden zijn die dit rechtvaardigen. De beslissing is openbaar uitgesproken in aanwezigheid van de griffier.

Uitspraak

RECHTBANK MIDDEN-NEDERLAND

Strafrecht
Zittingsplaats Utrecht
Parketnummer: 16-700732-12
(vordering verlenging tbs en vordering wijziging voorwaarden)
Beslissing op grond van artikel 6:6:10 van het Wetboek van Strafvordering van de meervoudige kamer voor strafzaken van 16 december 2024
in de zaak van de officier van justitie tegen de ter beschikking gestelde:
[betrokkene] ,
geboren op [geboortedatum] 1991 te [geboorteplaats] ,
wonende aan de [adres] , [postcode] [woonplaats] ,
hierna te noemen: betrokkene.

1.De stukken

De rechtbank heeft acht geslagen op de zich in het dossier bevindende stukken waaronder:
  • het vonnis van deze rechtbank van 17 oktober 2019 waarbij betrokkene ter beschikking is gesteld, omdat zij zich schuldig heeft gemaakt aan de doodslag van haar zoon;
  • stukken waaruit blijkt dat de terbeschikkingstelling met voorwaarden is ingegaan op 17 december 2020;
  • de beschikking van deze rechtbank van 8 september 2022 waarbij de vordering tot omzetting van terbeschikkingstelling met voorwaarden naar terbeschikkingstelling met dwangverpleging is afgewezen;
  • de tussenbeslissing van het gerechtshof Arnhem-Leeuwarden van 25 november 2022 waarbij de zaak is heropend en geschorst voor onbepaalde tijd;
  • de beslissing van deze rechtbank van 28 november 2022 waarbij de termijn van terbeschikkingstelling met voorwaarden is verlengd met twee jaar;
  • de beslissing van het gerechtshof Arnhem-Leeuwarden van 12 januari 2023 waarbij de beslissing van deze rechtbank van 8 september 2022 is bevestigd met aanvulling van gronden;
  • de vordering van de officier van justitie van 31 oktober 2024 die strekt tot verlenging van de terbeschikkingstelling met twee jaar;
  • de vordering van de officier van justitie van 31 oktober 2024 die strekt tot wijziging van de voorwaarden;
  • het reclasseringsadvies van Reclassering Nederland van 15 oktober 2024 opgemaakt door D. Goet (reclasseringswerker), inhoudend het advies om de terbeschikkingstelling te verlengen met twee jaar en het wijzigen en toevoegen van voorwaarden;
  • het Pro Justitia-rapport van 19 juli 2024 opgemaakt door J. Heerschop (GZ-psycholoog);
  • de wettelijke aantekeningen omtrent de lichamelijke en geestelijke gesteldheid van de betrokkene over de periode 23 mei 2023 tot en met mei 2024.

2.Het onderzoek ter terechtzitting

De behandeling van de zaak heeft op 2 december 2024 ter terechtzitting plaatsgevonden. Daarbij zijn gehoord:
  • de officier van justitie, mr. L. van der Veldt;
  • de betrokkene, bijgestaan door haar raadsvrouw mr. I.A.C. van Mulbregt, advocaat te Den Haag;
  • de deskundige [deskundige] .

3.Het standpunt van de reclassering

Het standpunt van de reclassering blijkt uit het onder 1 genoemde rapport. De deskundige voornoemd heeft ter zitting het advies van de reclassering toegelicht.
Het standpunt luidt – zakelijk weergegeven – dat er bij de betrokkene nog steeds sprake is van een stoornis. Ook is het recidiverisico nog aanwezig. Mocht het huidige kader en begeleiding wegvallen dan zal dit risico snel oplopen tot hoog.
Het advies luidt de terbeschikkingstelling met voorwaarden te verlengen voor de duur van twee jaar.

4.Het standpunt van de deskundige

De deskundige J. Heerschop, GZ-psycholoog, heeft geen advies gegeven, omdat betrokkene heeft geweigerd aan het onderzoek mee te werken.

5.Het standpunt van de officier van justitie

De officier van justitie heeft naar aanleiding van het verhandelde ter zitting haar vordering strekkende tot verlenging van de terbeschikkingstelling met twee jaar en haar vordering strekkende tot wijziging van de voorwaarden gehandhaafd.

6.Het standpunt van de verdediging

De verdediging heeft primair verzocht om de beslissing aan te houden zodat er onderzoek kan worden gedaan naar de mogelijkheid van een zorgmachtiging. Subsidiair is verzocht om verlenging van de maatregel met één jaar. Ten aanzien van de voorwaarde waarin een locatieverbod wordt gevorderd, heeft de verdediging gesteld dat deze eerder niet is verzocht en opgelegd en ook niet is onderbouwd waarom deze thans wel noodzakelijk zou zijn. De verdediging heeft bezwaar tegen het toevoegen van deze voorwaarde omdat het voor betrokkene emotioneel belastend is.

7.Het oordeel van de rechtbank

Stoornis en/of gebrekkige ontwikkeling van geestvermogens
Uit het verlengingsadvies blijkt dat er nog steeds sprake is van een stoornis bij betrokkene, te weten een licht verstandelijke beperking, een andere gespecificeerde persoonlijkheidsstoornis en een persisterende depressieve stoornis.
RecidivegevaarHet recidivegevaar wordt bij beëindiging van de maatregel als verhoogd ingeschat.
De rechtbank heeft geen reden om aan de juistheid en betrouwbaarheid van de inhoud van het advies te twijfelen en neemt dit over.
Afwijzing verzoek tot onderzoek naar zorgmachtiging
Het verzoek tot het doen onderzoeken van de mogelijkheid van een zorgmachtiging wordt afgewezen gelet op het feit dat uit de rapportage van de reclassering blijkt dat er een positieve lijn zichtbaar is, maar de stapjes nog erg klein zijn. Er zal volgens de reclassering nog veel tijd nodig zijn voor de behandeling van betrokkene. Daarnaast wijst de rechtbank op hetgeen hierna wordt overwogen ten aanzien van de behandeling en het recidiverisico van betrokkene.
Verlenging
Gelet op het advies van de reclassering en hetgeen overigens ter zitting naar voren is gekomen, is de rechtbank van oordeel dat de veiligheid van anderen dan wel de algemene veiligheid van personen of goederen verlenging van de terbeschikkingstelling eist. Zij is van oordeel dat wordt voldaan aan de vereisten van proportionaliteit en subsidiariteit.
Uit het verlengingsadvies komt naar voren dat betrokkene vanaf januari 2023 op een Very Intensive Care afdeling binnen [locatie 1] verblijft. De behandeling verloopt wisselend en het contact kenmerkt zich door haar stemmingswisselingen. Betrokkene had nog steeds stiekem contact met mannelijke medecliënten. Vanaf december 2023 is er een lichte vooruitgang zichtbaar. Betrokkene maakt meer gebruikt van de begeleiding, geeft haar hulpvragen aan, is meer open over haar contact met anderen en geeft haar grenzen beter aan. Betrokkene volgt daarnaast therapieën en gaat naar arbeid. De huidige therapieën zijn nog niet afgerond en binnenkort zullen er nieuwe therapieën starten. De behandeling is daarmee nog niet afgerond. De leefgebieden ‘relatie partner, gezin en familie’ en ‘psychosociaal functioneren’ worden gezien als delictgerelateerd.
De komende periode zullen de behandelingen worden voortgezet. Gezien de lage responsiviteit en de complexe problematiek van betrokkene acht de reclassering het nodig de maatregel te verlengen voor de duur van twee jaar. Betrokkene is nog te veel afhankelijk van begeleiding en externe structuur om de risico’s laag te houden. Een beëindiging van de maatregel zou een directe verhoging van de risico’s betekenen.
De rechtbank gaat voorbij aan het verzoek van betrokkene om de termijn van terbeschikkingstelling vooralsnog met één jaar te verlengen. Het uitgangspunt van de rechtbank is dat, wanneer aannemelijk is geworden dat de behandeling meer tijd in beslag zal nemen dan één jaar, de terbeschikkingstelling - behoudens bijzondere omstandigheden - verlengd dient te worden met een termijn van twee jaar.
De rechtbank stelt op basis van het verlengingsadvies en de door de deskundige ter zitting gegeven toelichting vast dat niet te verwachten is dat binnen één jaar gronden aanwezig kunnen zijn die een beëindiging van de terbeschikkingstelling met voorwaarden zou rechtvaardigen en een verlenging van de terbeschikkingstelling met een termijn van één jaar zou bij betrokkene de verwachting kunnen wekken dat dit wel het geval zou zijn. De rechtbank ziet geen aanleiding een vinger aan de pols te houden en er is geen sprake van een bijzondere omstandigheid die een verlenging met één jaar vereist. Het motiveren van betrokkene is niet een dergelijke uitzondering.
De rechtbank zal daarom de maatregel met twee jaar verlengen.
Wijziging voorwaarden
De rechtbank wijzigt de voorwaarde die ziet op de time-out zodat deze in overeenstemming is met de huidige rechtspraak.
De rechtbank wijst af de toevoeging van de voorwaarde van een locatieverbod in de Wijk [locatie 2] te [plaats] . De rechtbank overweegt hiertoe dat dit locatieverbod bij vonnis niet is opgelegd, de verdediging hier bezwaar tegen heeft en thans onvoldoende is gemotiveerd waarom de reclassering en de officier van justitie daar nu wel een reden voor zien.

8.De beslissing

De rechtbank wijst af het verzoek tot aanhouding teneinde het doen onderzoeken van de mogelijkheid van een zorgmachtiging.
De rechtbank verlengt de termijn van de terbeschikkingstelling met voorwaarden van [betrokkene] met twee (2) jaar.
De rechtbank wijzigt de voorwaarden in die zin dat deze komen te luiden (de wijzigingen zijn vetgedrukt):
1. Recidive
Betrokkene maakt zich niet schuldig aan een strafbaar feit.
2. Meewerken aan reclasseringstoezicht
  • Betrokkene meldt zich op afspraken bij de reclassering. De reclassering bepaalt hoe vaak dat nodig is.
  • Betrokkene laat een of meer vingerafdrukken nemen en laat een geldig identiteitsbewijs zien. Dit is nodig om de identiteit van betrokkene vast te stellen.
  • Betrokkene houdt zich aan de aanwijzingen van de reclassering. De reclassering kan aanwijzingen geven die nodig zijn voor de uitvoering van het toezicht of om betrokkene te helpen bij het naleven van de voorwaarden.
  • Betrokkene helpt de reclassering aan een actuele foto waarop haar gezicht herkenbaar is. Deze foto is nodig voor opsporing bij ongeoorloofde afwezigheid.
  • Betrokkene werkt mee aan huisbezoeken.
  • Betrokkene geeft de reclassering inzicht in de voortgang van begeleiding en/of behandeling door andere instellingen of hulpverleners.
  • Betrokkene vestigt zich niet op een ander adres zonder toestemming van de reclassering.
  • Betrokkene werkt mee aan het uitwisselen van informatie met personen en instanties die contact hebben met betrokkene, als dat van belang is voor het toezicht.
3. Opname in een zorginstelling
Betrokkene laat zich opnemen in een FPC/FPK/ FPA of een soortgelijke zorginstelling, te bepalen door de justitiële instantie die verantwoordelijk is voor plaatsing. De opname duurt zolang de reclassering en zorginstelling dat nodig vindt. Zij houdt zich aan de huisregels en de aanwijzingen die de zorginstelling geeft voor de behandeling. Het innemen van medicijnen kan onderdeel zijn van de behandeling.
4. Ambulante behandeling
Betrokkene laat zich behandelen door een forensische polikliniek of een soortgelijke zorgverlener, te bepalen door de reclassering. De behandeling start, indien nodig, aansluitend aan de klinische opname. De behandeling duurt zolang de reclassering dat nodig vindt. Zij houdt zich aan de huisregels en de aanwijzingen die de zorgverlener geeft voor de behandeling. Het innemen van medicijnen kan onderdeel zijn van de behandeling.
5. Zorg voor kinderen
Betrokkene zal geen zorg dragen voor kinderen van zichzelf en/of anderen. Omgang met kinderen zal in het bijzijn van een andere volwassene en na overleg met de reclassering plaats vinden. Betrokkene zal zich houden aan aanwijzingen van instanties betrokken bij minderjarigen.
6. Anticonceptie en zwangerschap
Betrokkene zal niet stoppen met het gebruik van anticonceptiemiddelen zonder de reclassering en behandelaar hiervan tijdig in kennis te stellen. In het geval van een zwangerschap geeft zij de reclassering toestemming om een melding bij Veilig Thuis/SAVE te doen. Betrokkene zal betrokkenheid/begeleiding door deze instellingen accepteren.
7. Begeleid wonen of maatschappelijke opvang
Betrokkene verblijft, indien nodig, in een instelling voor begeleid/beschermd wonen of maatschappelijke opvang, te bepalen door de reclassering. Het verblijf start aansluitend aan de klinische opname. Het verblijf duurt zolang de reclassering dat nodig vindt. Betrokkene houdt zich aan de huisregels en het dagprogramma dat de instelling in overleg met de reclassering voor haar heeft opgesteld.
8. Relatie
Betrokkene zal open communiceren over haar relaties naar de reclassering en de betrokken behandelaar(s). Zij zal meewerken aan relatiegesprekken, indien geïndiceerd.
9. Netwerk
Betrokkene zal openheid geven over haar sociale netwerk. Zij geeft de reclassering en betrokken behandelinstelling, toestemming contact op te nemen met alle relevante referenten en derden uit haar netwerk.
10. Financiën
Betrokkene zal inzicht geven in de financiën en indien de reclassering dat nodig acht meewerken aan externe begeleiding als Stadsgeldbeheer of soortgelijke instelling.

11.Meewerken aan time-out

Als de reclassering dat nodig vindt en betrokkene daarmee instemt, kan betrokkene voor een time-out worden opgenomen in een Forensisch Psychiatrisch Centrum (FPC) of andere instelling. Deze time-out duurt totdat de reclassering of betrokkene deze beëindigt, maar maximaal zeven weken, met de mogelijkheid van verlenging met nog eens maximaal zeven weken, tot maximaal veertien weken per jaar.

12. Niet naar het buitenland
Betrokkene gaat niet naar het buitenland of naar de Nederlandse Antillen zonder toestemming van het Openbaar Ministerie.
Deze beslissing is genomen door mr. L.R.H. Koekoek, voorzitter, mrs. G.A. Bos en E. Post, rechters, in tegenwoordigheid van mr. I.J.A. Barends als griffier en in het openbaar uitgesproken op 16 december 2024.