4.3Het oordeel van de rechtbank
16-157924-24
Bewijsmiddelen
De aangifte van [slachtoffer 1]
Ik fietste op zaterdag 11 mei 2024 omstreeks 11.30 uur vanaf het centrum van Utrecht via de [straat 1] in de richting van de [straat 2] te Utrecht . Ik zag dat er vlak voor het viaduct waar ik onderdoor moest, een man stond. Ik zag dat de man een ontbloot bovenlijf had, maar nog wel een broek aanhad. Ik kan deze man als volgt omschrijven:
Huidskleur: licht getint
Lengte: 185 cm
Postuur: gespierd
Haar: donker haar
Leeftijd : 25 jaar - 35 jaar.
Ik zal deze man vanaf nu man 1 noemen in de aangifte. Op het moment dat ik man l passeerde zag ik dat man l op mij afstapte en zijn hand opstak. Ik stopte hierop met fietsen en deed mijn koptelefoon af. Ik zag en voelde dat man 1 mijn bovenlichaam op verschillende plekken betastte met zijn beide handen. Ik zei in de Engelse taal no tegen man 1 en probeerde man 1 van mij af te duwen.
Op het moment dat ik weg wilde fietsen zag en voelde ik hoe man 1 een arm om mijn keel klemde. Ik voelde hoe man l zijn arm strak om mijn keel hield. Ik voelde dat ik hierdoor weinig tot geen adem kon halen. Ik voelde dus de arm van man l om mijn keel. Ik voelde dat man 1 met veel kracht aan mijn keel en nek trok richting de grond. Door de kracht van man l werd ik van mijn fiets getrokken en viel ik met mijn beide knieën op de grond en vervolgens kwam ik met een harde klap op de linkerkant van mijn hoofd terecht. Ik voelde dat de arm van man 1 nog steeds om mijn keel geklemd zat. Ik voelde dat man 1 zijn arm met dezelfde kracht tegen mijn keel aanzat zodat ik weinig tot moeilijk adem kon halen. Ik voelde dat man l half op mij lag. Ik lag half op mijn linkerkant, half op mijn rug.
Heel soms vond ik ruimte tijdens het klemmen om mijn keel om te kunnen krijsen, maar de meeste tijd kon dit niet. Ik voelde dat man 1 mij niet los wilde laten. Omdat man 1 mijn armen en benen gedeeltelijk blokkeerden met zijn lichaam kon ik weinig weerstand bieden. Ik had mijn armen naar beneden langs mijn lichaam. Ik probeerde met mijn handen man l van mij weg te duwen, maar ik had daar te weinig kracht voor.
Ik voelde vervolgens dat er aan man 1 werd getrokken die mij nog steeds aan het verwurgen was. Ik voelde dat wij heen en weer gingen. Ik voelde dat de klem om mijn keel nog steeds net zo strak werd gehouden door de man als daarvoor. Hierna voelde ik dat er meer gewicht op mijn lichaam kwam. Ik probeerde ondertussen om uit de verwurging van man l te komen door mijn hoofd onder zijn arm vandaan te bewegen. Ik voelde dat dit niet lukte. Ik voelde dat man 1 zijn arm constant om mijn keel geklemd hield. Ik kreeg hierdoor ook nog steeds geen lucht. Doordat de persoon met man 1 bleef worstelen om hem van mij los te krijgen, is het mij uiteindelijk met veel moeite gelukt om uit de verwurging van man 1 te komen.
Ik had echt ademnood gehad gedurende de hele verwurging door man 1 en merkte dat mijn lichaam geen lucht meer in zich had.
Op dit moment voelt mijn nek en rug enorm pijnlijk en stijf aan. Ik zie ook dat mijn kaak aan de linkerkant blauw begint te kleuren. Ik heb ook op mijn beide knieën schaafwonden en mijn knieën voelen pijnlijk aan. Ik voel mij nu in shock en heel angstig.
De letselrapportage
Naam: [slachtoffer 1]
Geboortedatum: [geboortedatum 2] 1999
datum letselonderzoek 11-05-2024
schatting duur verdere genezing zichtbare letsels 2 weken
- puntbloedingen in gelaat
- onderhuidse bloeding met zwelling op behaarde hoofdhuid
- oppervlakkige huidbeschadiging kaakrand links
- oppervlakkig letsel linker thorax
- oppervlakkige huidbeschadiging knieën
- gegroepeerd rond beide ogen kleine rode puntvormige huidverkleuringen. In mindere mate ook rode puntvormige huidverkleuringen op beide wangen. Puntbloedingen zijn kleine oppervlakkige bloeduitstortingen en kunnen ontstaan door grote druk in de bloedvaten in het weefsel of kunnen ontstaan door een medische aandoening
- Midden op behaarde hoofdhuid, links van het midden een rode verkleuring van de huid en een zwelling van enkele cm in doorsnede soort gemelde toedracht bij het letsel Verdachte is gevallen
- Binnenzijde onderooglid links en rechts een rood en gezwollen slijmvlies met rode puntvormige verkleuringen
- op linker onderkaakrand in een lijn onder het linker oor een halvemaan streepvormige huidverkleuring van ongeveer 2 cm past gemelde toedracht bij letsel mogelijk
- Op linker voorzijde romp net onder linker schouder enkele grillig gevormde oppervlakkige huidbeschadigingen van enkele mm en een streepvormige oppervlakkige huidbeschadiging van ong 1 cm (krasletsel) past gemelde toedracht bij letsel mogelijk
- Op rechterknie meerdere oppervlakkige grillig gevormde huidbeschadigingen met losse huidschilfers
- beschrijving Op linkerknie een oppervlakkige huidbeschadiging van ongeveer 1 cm in lengte en 2 mm in breedte
De verklaring van getuige [getuige]
Op zaterdag 11 mei 2024 omstreeks 11.30 uur bevond ik mij op de [straat 3] te Utrecht . Ik zag dat er een voor mij onbekende man, vanaf nu te noemen 'verdachte' een voor mij onbekende vrouw aanviel. Ik kan deze persoon als volgt omschrijven:
- Man;
- ongeveer 30-32 jaar oud;
- getinte huiskleur;
- zwart/donker gekruld haar;
- lichtkleurige broek;
- zonder T-shirt. Deze hing om zijn schouder.
Ik zag dat de verdachte met zijn rechterarm het hoofd van de vrouw vasthield, tussen zijn romp en zijn boven- en onderarm. Ik zag heel duidelijk dat de verdachte met zeer veel kracht deed. Ik zag dat de verdachte dit voor de duur van ongeveer 15-20 seconden deed. Ik zag dat de keel van de vrouw werd dichtgeknepen en dat de vrouw, ten gevolge hiervan, in doodsnood was. Ik heb daarop direct ingegrepen door naar de man toe te rennen en de man te ontzetten van de vrouw. Dit deed ik omdat ik duidelijk dat de vrouw in nood was. Ook zag ik dat de vrouw als het ware aan het spartelen was om zich los te rukken van de verdachte. Ik rende hierop naar de verdachte en heb in alle macht de vrouw van de verdachte getracht te ontzetten door hem van achteren vast te pakken en hem aan zijn nek te pakken en naar achteren te bewegen. Ik voelde en zag dat dit moeilijk was omdat ik voelde dat de verdachte zijn spieren flink aanspande. Ik voelde en zag dat de verdachte uiteindelijk de vrouw losliet, ten gevolge van mijn handelen. Ik zag dat de verdachte hierop achter mij aan rende en schreeuwde in de Nederlandse taal: "Allemaal weg!" en "Oprotten!"
De aanhouding van verdachte
Op zaterdag 11 mei 2024 omstreeks 11:35 uur, kregen wij, de opdracht om te gaan naar het [straat 4] . Ik hoorde dat daar een man zou zijn die vrouwen aanviel. Ik hoorde dat het zou gaan om een man met het volgende signalement:
- Bruin krullend haar;
- ontbloot bovenlijf;
- grijze joggingsbroek.
Diezelfde dag omstreeks 11:40 uur, reden wij op de [straat 3] . Ik zag dat er een man met bruin krullend haar op de grond midden op straat lag. Ik zag dat de man volledig naakt was. Ik zag dat de man zichzelf aan het masturberen was. Ik vroeg wat de man aan het doen was. Ik zag dat de man opstond en allebei zijn vuisten balden. Ik zag dat de man zijn ogen dichtkneep terwijl hij meerdere vuistslagen richting mij bleef maken. Ik zag dat de man niet reageerde op aanspreken. Ik zag dat de man plat op zijn buik ging liggen met zijn handen op zijn rug. Hierop hadden wij de man aangehouden. Ik hoorde geen reactie van de man op aanspreken. Ik zag dat de man zijn ogen dicht bleef knijpen. Ik hoorde dat hij zacht in zichzelf aan het fluisteren was. Ik kon hier niks van maken. Ik voelde dat de man op sommige momenten ineens bewegingen begon te maken. Ik voelde dat dit ook weer snel stopte.
Ik kon de man als volgt omschrijven:
-Licht getint;
-rond de 30 jaar oud;
-rond de 1,70m lang;
-slank/dun postuur.
-bruin krullend haar;
-stoppelbaard.
Ik zag dat op de grond wat kleding stukken lagen. Ik zag dat de kleding op de grond lag naast waar wij hem aantroffen. Ik zag dat het ging om een grijze joggingsbroek, zwarte onderbroek, zwarte sokken en groen/witte schoenen.
De man werd mij later op bureau bekend als: [verdachte] , geboren op [geboortedatum 1] 1991 te [geboorteplaats] .
Bewijsoverweging
Voor een bewezenverklaring van een poging tot doodslag moet sprake zijn van (voorwaardelijk) opzet, gericht op de dood van het slachtoffer. Voorwaardelijk opzet op dat gevolg is aanwezig indien de verdachte zich willens en wetens heeft blootgesteld aan de aanmerkelijke kans dat de dood zou kunnen intreden. Het zal moeten gaan om een kans die naar algemene ervaringsregels aanmerkelijk is te achten. Verdachte moet die kans ook bewust hebben aanvaard.
Op grond van voornoemde bewijsmiddelen acht de rechtbank de primair ten laste gelegde poging tot doodslag wettig en overtuigend bewezen. Verdachte heeft slachtoffer [slachtoffer 1] aangesproken, vastgepakt en in een wurggreep genomen. Verdachte heeft zijn arm om haar keel geslagen en met kracht haar keel dichtgedrukt. Het slachtoffer verkeerde in hevige ademsnood. Dit blijkt niet alleen uit de verklaring van het slachtoffer en de getuige, maar ook uit het letsel, in het bijzonder de rode puntvormige huidverkleuringen in haar ogen en gezicht. Uit het met kracht de keel van het slachtoffer dichtdrukken door verdachte blijkt naar de uiterlijke verscijningsvorm dat hij, verdachte willens en wetens de aanmerkelijke kans heeft aanvaard dat het slachtoffer als gevolg van zijn handelen zou komen te overlijden.
16-157297-24
Bewijsmiddelen
De verklaring van verdachte ter terechtzitting
Op 9 mei 2024 was ik samen met mijn broer [slachtoffer 2] (de rechtbank begrijpt: [slachtoffer 2] ) bij mijn moeder thuis in Utrecht . Ik zag op de televisie de opdracht staan dat ik mijn broer moest aanvallen.
Het proces-verbaal ter plaatse
Op donderdag 9 mei 2024 omstreeks 21.50 uur. Wij kregen een melding te gaan naar de [adres 2] te [plaats] .
Enkele minuten later kwamen wij ter plaatse. Wij zagen dat een man een broodmes vast had. Later bleek dit te zijn slachtoffer [slachtoffer 2] . [slachtoffer 2] verklaarde het genoemde mes zojuist te hebben afgepakt van zijn broer [verdachte] . Wij zagen dat de ons later bekende [verdachte] op een muurtje zat naast de bovengenoemde woning.
Ik, [verbalisant] , zag wat bloed op de hand van [slachtoffer 2] . Ook zag ik lichte bulten op het hoofd van [slachtoffer 2] .
[slachtoffer 2] verklaarde dat hij op de bank lag te slapen. Dat hij vervolgens wakker werd omdat [verdachte] hem meerdere vuistslagen gaf op het hoofd en op het lichaam en dit met kracht deed. Toen [slachtoffer 2] weg wilde komen pakte [verdachte] een mes uit de keukenla en trachtte [slachtoffer 2] te steken. [slachtoffer 2] verklaarde ons dat [verdachte] meerdere steekbewegingen te hebben gemaakt, maar dit kon afweren. [slachtoffer 2] wilde vluchten via de voordeur, maar die was op slot. [slachtoffer 2] verklaarde dat [verdachte] dit gedaan moet hebben. Vervolgens kon hij het mes afpakken. Hoe dit precies is gegaan wist hij niet te verklaren. [slachtoffer 2] verklaarde dat hij toch naar buiten kon vluchten en de politie snel ter plaatse was.
Het gesprek met het slachtoffer
Ik hoorde [slachtoffer 2] het volgende aan mij verklaren:
"Wat ik kan vertellen, wat er gisteren gebeurt is. Nadat we wat gegeten hadden ging ik liggen op de bank. Ik hoorde wat gerommel en voelde meteen dat ik klappen kreeg. Ik weet niet hoeveel klappen ik had gehad, voor mijn gevoel waren dat best veel. Klappen kwamen best hard aan. Ik heb nu last van mijn hoofd en mijn onderrug. Ik loop ook best moeilijk nu. Nadat ik [verdachte] mij had geslagen wilde ik weglopen, alleen de voordeur was op slot. Op dat moment zag ik dat hij naar de keuken liep. Kort daarop zag ik dat hij met een mes naar voren gericht op mij afkwam lopen. Ik had meteen zijn hand beet gepakt, waar hij het mes mee vast hield. Ik voelde dat hij best veel kracht had. Uiteindelijk was het mij toch gelukt om het mes van hem af te pakken. Hierdoor liep ik ook een snee op aan mijn vinger. Ik weet niet wat er gebeurt zou zijn als ik het mes niet van hem had afgepakt. Vervolgens vluchtte ik via de achterdeur (tuindeur) naar buiten en had meteen de politie gebeld."