ECLI:NL:RBMNE:2024:7013
Rechtbank Midden-Nederland
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Niet-ontvankelijkheid van het beroep wegens ontbreken van een besluit
Op 18 december 2024 heeft de Rechtbank Midden-Nederland uitspraak gedaan in de zaak met zaaknummer UTR 24/4530. Deze uitspraak betreft het beroep dat eiser op 26 mei 2024 heeft ingediend. De rechtbank heeft besloten om partijen niet uit te nodigen voor een zitting, omdat dit in deze zaak niet noodzakelijk werd geacht. Het beroepschrift voldeed niet aan de wettelijke eisen, waardoor de rechtbank de zaak niet inhoudelijk kon behandelen. Volgens artikel 6:5 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb) dient iemand die in beroep gaat een kopie van het besluit in te dienen waartegen hij/zij in beroep gaat. Eiser heeft dit niet gedaan, wat de rechtbank noopte tot het niet-ontvankelijk verklaren van het beroep.
De rechtbank heeft eiser op 4 juli 2024 een brief gestuurd met het verzoek om binnen vier weken een kopie van het besluit op te sturen. Eiser heeft hierop niet gereageerd. Op 12 september 2024 heeft de rechtbank een aangetekende brief gestuurd met hetzelfde verzoek, waarbij ook werd aangegeven dat het beroep niet-ontvankelijk verklaard zou kunnen worden als niet aan het verzoek werd voldaan. Ook op deze brief heeft eiser niet gereageerd. Gezien het ontbreken van de benodigde documentatie, heeft de rechtbank besloten het beroep niet inhoudelijk te behandelen en het beroep kennelijk niet-ontvankelijk te verklaren op basis van artikel 8:54 Awb. Eiser krijgt geen gelijk en er wordt geen vergoeding van proceskosten toegekend.
De uitspraak is gedaan door mr. R.C. Stijnen, rechter, in aanwezigheid van L. El Kabch, griffier, en is openbaar uitgesproken op 18 december 2024. Eiser is geïnformeerd over de mogelijkheid om een verzetschrift in te dienen als hij het niet eens is met deze uitspraak.