ECLI:NL:RBMNE:2024:7003

Rechtbank Midden-Nederland

Datum uitspraak
20 december 2024
Publicatiedatum
20 december 2024
Zaaknummer
C/16/585961 / KG ZA 24-639 MS/2170
Instantie
Rechtbank Midden-Nederland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht; Arbeidsrecht
Procedures
  • Kort geding
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Verbod op landelijke staking bij apotheken tijdens de Kerstweek

Op 20 december 2024 heeft de Rechtbank Midden-Nederland in Utrecht uitspraak gedaan in een kort geding tussen de werkgeversorganisaties ASKA en WZOA en de vakbonden CNV en FNV. De zaak betreft een aangekondigde landelijke staking bij apotheken op 23, 24 en 27 december 2024, die door ASKA en WZOA als onrechtmatig werd bestempeld. De voorzieningenrechter heeft geoordeeld dat de staking een ernstige inbreuk op de volksgezondheid met zich meebrengt, vooral gezien de timing tijdens de Kerstweek, wanneer veel mensen afhankelijk zijn van medicatie. ASKA en WZOA vorderden een verbod op de staking, en de voorzieningenrechter heeft dit verbod grotendeels toegewezen, met de beperking dat het verbod geldt van 23 tot 30 december 2024. De rechter oordeelde dat de staking een onaanvaardbaar risico voor de gezondheid van patiënten met zich meebrengt, en dat de belangen van de volksgezondheid zwaarder wegen dan het recht op collectieve actie. De vordering om een dwangsom op te leggen werd afgewezen, evenals de vordering om de leden van CNV en FNV op te roepen mee te werken aan de uitvoering van het vonnis. De proceskosten werden gecompenseerd, waarbij elke partij de eigen kosten draagt.

Uitspraak

RECHTBANK Midden-Nederland

Civiel recht
Zittingsplaats Utrecht
Zaaknummer: C/16/585961 / KG ZA 24-639 MS/2170
Vonnis in kort geding van 20 december 2024
in de zaak van
de vereniging met volledige rechtsbevoegdheid
1.
ASSOCIATIE VAN KETENAPOTHEKEN,
statutair gevestigd te Leidschendam en kantoorhoudende te ’s-Gravenhage,
de vereniging met volledige rechtsbevoegdheid
2.
WERKGEVERSVERENIGING ZELFSTANDIGE OPENBARE APOTHEKERS,
statutair gevestigd te ’s-Gravenhage en kantoorhoudende te Noordwijk,
eisende partijen,
hierna samen te noemen: ASKA en WZOA,
advocaten: mr. S.F. Sagel en mr. M.B. Kerkhof,
tegen
de vereniging met volledige rechtsbevoegdheid
1.
CHRISTELIJK NATIONALE VAKVERBOND,
statutair gevestigd te Utrecht,
de vereniging met volledige rechtsbevoegdheid
2.
FEDERATIE NEDERLANDSE VAKBEWEGING,
statutair gevestigd te Utrecht,
gedaagde partijen,
hierna samen te noemen: CNV en FNV,
advocaten: mr. L.C.J. Sprengers en mr. A. Terpstra.

1.De procedure

1.1.
Het verloop van de procedure blijkt uit:
- de dagvaarding met producties;
- de producties van CNV en FNV;
- de mondelinge behandeling van 19 december 2024, waarvan de griffier aantekeningen heeft gemaakt
- de pleitnota van ASKA en WZOA
- de pleitnota van CNV en FNV.
1.2.
Ten slotte is vonnis bepaald.
1.3.
In verband met de spoedeisendheid van de zaak is op 20 december 2024 vonnis uitgesproken. Het onderstaande vormt hiervan de nadere schriftelijke uitwerking en is op 20 december 2024 vastgesteld.

2.De zaak in het kort

2.1.
CNV en FNV hebben een landelijke staking bij apotheken op 23, 24 en 27 december 2024 aangekondigd. ASKA en WZOA vorderen een verbod op deze staking. De voorzieningenrechter wijst dit verbod grotendeels toe omdat een beperking van het recht op collectieve actie in dit geval dringend noodzakelijk is ter bescherming van de volksgezondheid en van kwetsbare mensen in onze samenleving.

3.De achtergrond van de zaak

3.1.
ASKA en WZOA zijn werkgeversorganisaties in de apotheekbranche. Zij zijn met CNV en FNV in onderhandeling over een nieuwe cao Apotheken. De cao Apotheken 2021-2024 liep tot 1 juli 2024. ASKA en WZOA zijn tot nu toe niet aan de eisen van CNV en FNV tegemoetgekomen. Zij hebben laten weten dat zij begrip hebben voor de vraag van apothekersassistenten om een forse loonsverhoging en verbetering van hun arbeidsvoorwaarden, maar dat zij van de overheid en de zorgverzekeraars niet voldoende financiële middelen krijgen om aan deze wensen tegemoet te kunnen komen. Verzoeken van verschillende maatschappelijke organisaties aan de overheid om meer geld beschikbaar te stellen, hebben niets opgeleverd.
3.2.
CNV en FNV hebben vanwege de impasse in de cao-onderhandelingen verschillende collectieve acties georganiseerd. De collectieve acties zijn verdeeld in drie fasen. In de eerste fase, die op 2 september 2024 is gestart en doorloopt tijdens de overige fasen, gaat het om stiptheidsacties. Deze hebben plaatsgevonden bij apotheken door het hele land. De acties zijn in een tweede fase, die is gestart op 6 september 2024, uitgebreid met werkonderbrekingen van kortere of langere duur op regionaal niveau. Bij de derde fase, die is gestart op 12 november 2024, gaat het om een landelijke werkstaking. Die hebben tot nu toe op 12 en 27 november 2024 plaatsgevonden.
3.3.
ASKA en WZOA en CNV en FNV hebben verschillende keren veiligheidsoverleg gevoerd over de aangekondigde collectieve acties om te voorkomen dat de veiligheid en gezondheid van patiënten in gevaar zou komen. Op 15 oktober 2024 zijn veiligheidsafspraken gemaakt voor fase 3. Daarbij is onder meer afgesproken dat er een aanzegtermijn van 72 uur is voor landelijke fase 3 acties (exclusief het weekend). Na landelijke acties vindt een evaluatie plaats om te bespreken of er andere of aanvullende afspraken nodig zijn. CNV en FNV zijn via een calamiteitentelefoon beschikbaar voor apothekers waar wordt gestaakt om problemen op te lossen of te voorkomen. Ook is er een lijst van specifieke apotheken waarvoor specifieke afspraken zijn gemaakt, omdat een staking bij die specifieke apotheken grotere of andere gevolgen heeft dan bij de meeste openbare apotheken.
3.4.
CNV en FNV hebben op 16 december 2024 aangekondigd dat er op 23, 24 en 27 december 2024 van 07.00 tot 20.00 uur een werkstaking plaatsvindt bij alle apotheken die de cao Apotheken toepassen, met uitzondering van de zogenoemde dienstapotheken. Naar aanleiding van deze aankondiging heeft op 17 december 2024 een veiligheidsoverleg plaatsgevonden tussen ASKA en WZOA en CNV en FNV. Er zijn tijdens dit overleg geen nadere veiligheidsafspraken gemaakt, omdat ASKA en WZOA zich op het standpunt hebben gesteld dat de aangekondigde acties onverantwoord zijn. Zij hebben CNV en FNV verzocht de acties af te blazen. CNV en FNV willen deze echter toch doorzetten.

4.De beoordeling

De vorderingen van ASKA en WZOA
4.1.
ASKA en WZOA vorderen in deze procedure primair dat CNV en FNV op straffe van een dwangsom wordt verboden om in de periode 23 december 2024 tot en met 5 januari 2025 enige (lokale, regionale of landelijke) staking of werkonderbreking, dan wel enige andere collectieve actie, te organiseren bij de apotheken die de Cao Apotheken toepassen. Zij vorderen daarnaast - kort samengevat - dat CNV en FNV een gebod wordt opgelegd om hun leden en andere werknemers van de openbare apotheken hierover uiterlijk twee uur na het uitspreken van dit vonnis op te roepen mee te werken aan de uitvoering van het vonnis, met veroordeling van CNV en FNV in de proceskosten.
ASKA en WZOA vorderen subsidiair - kort samengevat - te bepalen dat in die periode slechts één landelijke werkonderbreking mag plaatsvinden op 23 of 24 december 2024.
De onderbouwing van de vorderingen
4.2.
ASKA en WZOA stellen ter onderbouwing van hun vorderingen dat de aangekondigde actie onrechtmatig is omdat deze een onevenredige inbreuk maakt op de volksgezondheid en het grondrecht van derden op medische behandeling. Er kan volgens ASKA en WZOA ook niet worden uitgesloten dat in bepaalde gevallen het grondrecht op leven in gevaar zou kunnen zijn. De bezwaren die zij tegen de staking hebben zijn, kort samengevat:
 grote zorg om de gezondheid van patiënten wegens het te laat
ontvangen van medicatie of door het maken van fouten,
  • de verwachting dat er achterstanden worden opgelopen die niet binnen enkele dagen zijn weg te werken,
  • ziekenhuispatiënten die de feestdagen niet thuis kunnen doorbrengen omdat zij de daarvoor benodigde medicatie niet krijgen,
  • onrust onder patiënten met extra werkdruk en emotionele druk op het personeel tot gevolg,
  • groepen kwetsbare patiënten die worden geraakt.
Het verweer en de onderbouwing daarvan
4.3.
CNV en FNV vinden dat de vorderingen van ASKA en WZOA moeten worden afgewezen. Zij stellen zich - kort samengevat - op het standpunt dat de aangekondigde actie rechtmatig is en dat er voldoende voorzorgsmaatregelen zijn getroffen om te voorkomen dat patiënten hiervan schade ondervinden.
Spoedeisendheid
4.4.
ASKA en WZOA stellen dat de aangekondigde acties tot vérstrekkende risico's voor de veiligheid en gezondheid van patiënten en daarmee voor de volksgezondheid zullen leiden. Zij hebben daarmee de spoedeisendheid van deze zaak, naar het oordeel van de voorzieningenrechter, voldoende aannemelijk gemaakt.
Toetsingskader
4.5.
Artikel 6, aanhef en onder 4 van het Europees Sociaal handvest (hierna: ESH) geeft werknemers het recht om collectieve acties te voeren bij belangengeschillen over collectieve afspraken. Dat recht brengt mee dat een werknemersorganisatie in beginsel vrij is in de keuze van middelen om haar doel te bereiken. Zie het zogenoemde Enerco-arrest van de Hoge Raad van 31 oktober 2014, ECLI:NL:HR:2014:3077.
4.6.
Voor beantwoording van de vraag of een staking (of andere collectieve actie) al dan niet rechtmatig is, moet eerst beoordeeld worden of de actie waar het om gaat onder de reikwijdte van genoemde bepaling valt. Dat is het geval als de actie redelijkerwijs kan bijdragen tot de doeltreffende uitoefening van het recht op collectief onderhandelen. Het is aan de organisatoren van een collectieve actie om dit aannemelijk te maken. Indien zij daarin slagen, valt de collectieve actie onder het bereik van artikel 6, aanhef en onder 4 ESH. De uitoefening van het recht op collectief optreden kan dan slechts worden beperkt langs de weg van artikel G ESH. Het ligt op de weg van de werkgever, of van een derde, die eist dat de uitoefening van het recht op collectieve actie in het concrete geval wordt beperkt of uitgesloten, om aannemelijk te maken dat deze beperking of uitsluiting naar de maatstaf van artikel G ESH gerechtvaardigd is.
De staking valt onder artikel 6, aanhef en lid 4 van het ESH
4.7.
Tussen partijen is niet in geschil dat de staking valt onder artikel 6, aanhef en lid 4 van het ESH. Hieraan doet niet af dat apothekers voor de ruimte die zij hebben voor verbetering van de arbeidsvoorwaarden van hun personeel afhankelijk zijn van financiering door zorgverzekeraars, en daarmee indirect van de overheid.
Er is sprake van een beperkingsgrond als bedoeld in artikel G ESH
4.8.
Op grond van artikel G ESH is beperking of uitsluiting van het recht op collectieve actie slechts gerechtvaardigd indien dat maatschappelijk gezien dringend noodzakelijk is. Bij de beoordeling of sprake is van een beperkingsgrond in de zin van dit artikel dient te worden getoetst aan gezichtspunten die de Hoge Raad in zijn jurisprudentie heeft genoemd. Het gaat dan om de aard en duur van de actie, de verhouding tussen de actie en het daarmee nagestreefde doel, de daardoor veroorzaakte schade aan de belangen van de werkgever of derden, en de aard van die belangen en die schade. Tot de in aanmerking te nemen gezichtspunten behoort ook de vraag of CNV en FNV de zogenoemde ‘spelregels’, die in acht genomen moeten worden bij het uitroepen van een staking, heeft nageleefd. Dit is geen limitatieve opsomming. Zie het Amsta-arrest van 19 juni 2015, ECLI:NL:HR:2015:1687.
4.9.
De European Committee of Social Rights (ECSR) heeft in een recent oordeel van 24 januari 2024 [1] benadrukt dat “restrictions or prohibitions can only be justified where the strike action entails a clear and present threat to life, health and/or liberties of persons.”
De voorzieningenrechter is van oordeel deze situatie zich hier voordoet en dat een beperking van het recht op collectieve actie in dit geval dringend noodzakelijk is ter bescherming van de volksgezondheid en de rechten van kwetsbare mensen in onze samenleving. CNV en FNV wordt daarom een verbod opgelegd om een staking bij de apotheken in de Kerstweek te organiseren. Hierna wordt uitgelegd waarom de voorzieningenrechter tot dit oordeel is gekomen.
De duur van de staking is gezien de belangrijke functie van apotheken zeer lang
4.10.
Apotheken hebben een zeer belangrijke functie in de gezondheidszorg. Als zij om de een of andere reden niet goed functioneren, kan dat directe en ernstige gevolgen hebben voor mensen die medische zorg nodig hebben. Omdat de aangekondigde landelijke staking op 23, 24 en 27 december 2024 in de Kerstweek valt, leidt dit ertoe dat het merendeel van de apotheken dan gedurende 9 achtereenvolgende dagen dicht zouden zijn. Dit is gelet op de belangrijke functie van de apotheken een zeer lange periode.
4.11.
De acties van de apothekersassistenten hebben mede tot doel om door verbetering van hun arbeidsmarktpositie ook het functioneren van apotheken op de lange termijn te verbeteren. ASKA en WZOA en CNV en FNV staan wat dat betreft op één lijn: het goed functioneren van de apotheken en hun betrokkenheid bij de patiëntenzorg staan bij alle partijen voorop. Zij verschillen alleen van mening over de vraag of de aangekondigde staking risico’s voor de volksgezondheid oplevert.
Het is gezien de duur van de staking aannemelijk dat deze een risico voor de volksgezondheid oplevert
4.12.
De voorzieningenrechter is van oordeel dat ASKA en WZOA voldoende aannemelijk hebben gemaakt dat de aangekondigde staking, gezien de duur en de timing ervan, een risico voor de volksgezondheid oplevert en dat patiënten door de sluiting van de apotheken - mogelijk onherstelbare - schade kunnen lijden aan hun gezondheid doordat zij niet op tijd de medicijnen krijgen die zij nodig hebben.
Het memo van de WSO
4.13.
ASKA en WZOA hebben een beroep gedaan op een memo van de Wetenschappelijke Sectie Openbaar Apothekers (WSO), die onderdeel is van de KNMP [2] . De WSO overweegt in dit memo onder meer dat de apotheker ook tijdens een staking over voldoende personeel moet beschikken om tenminste de spoedzorg veilig te verrichten. De duur van een werkonderbreking heeft invloed op de zorgtaken en het wegwerken van opgelopen achterstanden: hoe langer een werkonderbreking duurt, hoe meer zorgtaken spoed worden en hoe meer patiënten zonder medicijnen komen te zitten. De conclusie van de WSO is dat een staking in een week met daarin meer dan één feestdag een onverantwoord risico oplevert voor de patiëntveiligheid en dat dit risico ook voor een goed functionerend apotheekteam te groot is.
Het standpunt van de KNMP
4.14.
ASKA en WZOA hebben daarnaast een document van de KNMP van 18 december 2024 in het geding gebracht. De KNMP neemt hierin het standpunt in dat de landelijke staking in de laatste weken van december te risicovol is. Zij baseert deze conclusie op onderzoek dat is verricht naar de effecten van de voorgaande regionale acties. Volgens de KNMP blijkt hieruit dat er twee tot drie werkdagen per stakingsdag nodig zijn om de opgelopen achterstanden weg te werken. Vanwege decemberdrukte zal de extra vraag naar zorg in de apotheek in de laatste twee weken van dit jaar per dag naar verwachting bijna 20% hoger zijn dan normaal. Een stapeling van deze effecten is dan te risicovol om veilige patiëntenzorg te kunnen bieden, aldus de KNMP.
4.15.
Voor de voorzieningenrechter wegen deze conclusies van de WSO en de KNMP, die in dit geschil als onafhankelijke en deskundigen derde kunnen worden aangemerkt, zwaar.
De verklaringen van de apothekers
4.16.
ASKA en WZOA hebben verder een groot aantal verklaringen van apothekers in het geding gebracht die grote bezorgdheid uiten over de effecten van de voorgenomen staking. De verklaringen bevatten ervaringen van apothekers tijdens eerdere regionale en landelijke actiedagen. Daarbij worden voorbeelden genoemd van patiënten die als gevolg van deze acties een serieus gezondheidsrisico hebben gelopen. Een grote zorg van de apothekers is dat niet alle patiënten die medicatie nodig hebben die ook krijgen en dat spoedzorg niet geleverd kan worden of niet herkend wordt. Opgemerkt wordt dat gewone recepten door tijdverloop vanzelf spoedrecepten worden. Een grote zorg is verder dat er fouten worden gemaakt als gevolg van de hoge werkdruk en de lage bezetting, met daardoor beperktere controlemechanismen dan gebruikelijk is. Ook wordt erop gewezen dat de eerdere stakingen hebben laten zien dat de informatie over de acties en de gevolgen daarvan voor de patiënten, kwetsbare groepen moeilijk bereikt. De vertraging en drukte zorgt ten slotte voor steeds meer druk en onbegrip bij patiënten, aldus deze apothekers.
4.17.
Ook deze ervaringen en zorgen van de apothekers wegen voor de kantonrechter zwaar, omdat zij bij uitstek in de positie zijn om een inschatting van de risico’s van een landelijke staking te maken. CNV en FNV hebben van hun kant een groot aantal verklaringen van (onder meer) apothekersassistenten in het geding gebracht. De strekking van deze verklaringen is dat in hun ervaring de eerdere stakingen geen risico’s hebben opgeleverd voor de gezondheid van patiënten. De voorzieningenrechter merkt hierover op dat zowel de slechte en als de goede ervaringen naast elkaar kunnen bestaan: het is goed mogelijk dat de eerdere stakingen bij de ene apotheek niet tot problemen hebben geleid en bij de andere apotheek wel. Voor de eerdere collectieve acties geldt bovendien dat deze van (veel) kortere duur waren dan de aangekondigde staking, zodat de ervaringen van de eerdere collectieve acties weinig voorspellende waarde hebben voor de effecten van de aangekondigde staking.
De getroffen veiligheidsmaatregelen
4.18.
CNV en FNV hebben ter ondersteuning van hun stelling dat de aangekondigde staking geen risico’s voor de volksgezondheid zal opleveren, gewezen op de veiligheidsmaatregelen die zij tijdens het veiligheidsoverleg op 15 oktober 2024 met ASKA en WZOA hebben afgesproken. Het uitgangspunt is dat apotheekmedewerkers in staat worden gesteld mee te doen aan de staking, tenzij een van de uitzonderingen van toepassing is. Een van de uitzonderingen is dat het werk niet kan worden overgenomen door een beschikbare apotheker vanwege de hoeveelheid noodzakelijk werk en/of de unieke expertise of vaardigheden van apotheekmedewerkers die vereist zijn. Ook dient in elke apotheek waar werkzaamheden doorgang moeten vinden, altijd minimaal twee personen fysiek aanwezig te zijn voor het waarborgen van het vier-ogen-principe. Daarbij wordt als eerste een beroep gedaan op de werkwilligen. Er zijn daarnaast specifieke uitzonderingen gemaakt voor bepaalde werkzaamheden en bepaalde apotheken.
4.19.
CNV en FNV hebben er daarnaast op gewezen dat ook is voorzien in de mogelijkheid om aanvullende afspraken te maken. Er is afgesproken dat binnen 24 uur na het aankondigen van een landelijke staking een overleg plaatsvindt tussen partijen waarin eventuele knelpunten die kennelijk niet zijn ondervangen worden besproken. Er is ook afgesproken dat na een landelijke actie binnen 72 uur een evaluatie in het veiligheidsoverleg plaatsvindt. Volgens CNV en FNV zijn er in de 12 evaluatieoverleggen die hebben plaatsgevonden nooit calamiteiten gemeld of knelpunten benoemd die hadden moeten leiden tot een aanpassing van de afspraken. Tijdens de acties is er geen gebruik gemaakt van de calamiteitentelefoon.
4.20.
CNV en FNV stellen dat zij in het veiligheidsoverleg van 17 december 2024 dat naar aanleiding van de aangekondigde staking is gehouden, nadrukkelijk hebben benoemd dat zij zo nodig openstonden voor het maken van aanvullende veiligheidsmaatregelen. Zij hebben aangeboden in te stemmen met de inzet van opgeleide apothekersassistenten als uitzendkrachten en ook is aan de orde gesteld om apotheken op zaterdag open te stellen en de mogelijkheid van werken op afstand om de receptenbuffer aan te pakken. ASKA en WZOA hebben deze voorstellen echter niet serieus in overweging genomen. Hun enige insteek was dat de aanzegging van acties van de baan moest. CNV en FNV stellen dat als de werkgevers een reëel risico vrezen dat onvoldoende wordt afgedekt door de gemaakte veiligheidsafspraken, het op de weg van ASKA en WZOA had gelegen om overeenkomstig de gemaakte afspraken te bezien hoe de knelpunten opgelost konden worden en om eerder bij apothekers te informeren over hun ervaringen tijdens eerdere stakingen. Dit laatste is pas in de aanloop naar deze procedure gebeurd, aldus CNV en FNV.
De voorzieningenrechter is er niet van overtuigd dat de veiligheidsmaatregelen van 15 oktober 2024 voldoende zijn
4.21.
De voorzieningenrechter is er op basis van wat CNV en FNV hebben aangevoerd niet van overtuigd dat de veiligheidsmaatregelen die op 15 oktober 2024 zijn afgesproken voldoende zullen zijn om de gezondheidsrisico’s van de aangekondigde staking te ondervangen. Deze staking, waardoor het merendeel van de apotheken gedurende 9 achtereenvolgende dagen gesloten zal zijn, is immers van een heel andere orde dan de eerdere, kortere stakingen. Gezien de conclusies van de WSO en de KMNP acht de voorzieningenrechter de gezondheidsrisico’s onaanvaardbaar groot. CNV en FNV hebben inderdaad een punt met hun verwijt aan ASKA en WZOA dat zij niet bereid zijn geweest tijdens het veiligheidsoverleg op 17 december 2024 mee te denken over eventuele aanvullende veiligheidsmaatregelen. Dat had inderdaad van ASKA en WZOA kunnen worden verwacht. Hen treft het verwijt dat zij die dag het overleg over een aanscherping van de veiligheidsmaatregelen van 15 oktober 2024 uit de weg zijn gegaan. Juist bij een collectieve actie als deze is het de verantwoordelijkheid van sociale partners aan beide zijden om het veiligheidsoverleg consciëntieus te voeren. Dat is niet gebeurd. Dit nalaten van ASKA en WZOA kan echter geen rol spelen bij de beoordeling of er op dit moment maatregelen moeten worden genomen ter bescherming van de volksgezondheid en van kwetsbare mensen. De voorzieningenrechter kan niet anders dan bij de beoordeling de veiligheidsmaatregelen in aanmerking te nemen die nu voorhanden zijn: dat zijn de veiligheidsmaatregelen van 15 oktober 2024. Die bepalen nu eenmaal de omstandigheden waaronder de voorgenomen staking in de Kerstweek zou plaatsvinden. Zoals gezegd is de voorzieningenrechter er niet van overtuigd dat hiermee de gezondheidsrisico’s van de aangekondigde staking voldoende worden ondervangen.
Gedeeltelijke toewijzing vordering om het organiseren de staking te verbieden
4.22.
Dit alles betekent dat de primaire vordering om CNV en FNV te verbieden de voorgenomen staking te organiseren wordt toegewezen, met dien verstande dat de periode waarvoor het verbod geldt wordt beperkt tot 23 tot 30 december 2024. ASKA en WZOA hebben onvoldoende onderbouwd waarom dit verbod tot en met 5 januari 2025 zou moeten gelden. Daarbij wordt in aanmerking genomen dat de WSO heeft geconcludeerd dat een staking in een week met daarin meer dan één feestdag een onverantwoord risico oplevert voor de patiëntveiligheid en dat die situatie zich in de periode van 30 december 2024 tot en met 5 januari 2025 zich niet voordoet.
Afwijzing dwangsom
4.23.
De vordering om aan het op te leggen verbod een dwangsom te verbinden wordt afgewezen. CNV en FNV hebben verklaard dat zij aan deze uitspraak zullen voldoen en de voorzieningenrechter heeft geen reden om daaraan te twijfelen.
Afwijzing vordering om de leden van CNV en FNV op te roepen mee te werken aan de uitvoering van het vonnis
4.24.
De vordering om de leden van CNV en FNV op te roepen om mee te werken aan de uitvoering van het vonnis wordt ook afgewezen, omdat CNV en FNV hebben toegezegd dat zij dit zullen doen en de voorzieningenrechter ook in dit geval geen reden heeft om daaraan te twijfelen.
De subsidiaire vordering blijft buiten bespreking
4.25.
Omdat de primaire vordering grotendeels wordt toegewezen, hoeft de subsidiaire vordering niet verder te worden besproken
Kosten
4.26.
Hoewel CNV en FNV in deze procedure grotendeels in het ongelijk worden gesteld, zullen zij niet in de proceskosten van ASKA en WZOA worden veroordeeld. De voorzieningenrechter ziet in de weigering van ASKA en WZOA om tijdens het veiligheidsoverleg op 17 december 2024 met CNV en FNV over aanvullende veiligheidsmaatregelen te spreken aanleiding om de proceskosten tussen partijen te compenseren, in die zin dat elke partij de eigen kosten draagt.

5.De beslissing

De voorzieningenrechter
5.1.
verbiedt CNV en FNV om de in de periode 23 tot 30 december 2024 enige (lokale, regionale of landelijke) staking of werkonderbreking, dan wel enige andere collectieve actie, te organiseren bij de apotheken die de cao Apotheken toepassen;
5.2.
compenseert de proceskosten tussen partijen, in die zin dat elke partij de eigen kosten draagt;
5.3.
verklaart dit vonnis uitvoerbaar bij voorraad;
5.4.
wijst het meer of anders gevorderde af.
Dit vonnis is gewezen door mr. D.A. van Steenbeek en in het openbaar uitgesproken op 20 december 2024.

Voetnoten

1.Decision on the merits of the complaint No. 201/2021, randnummer 90.
2.De Koninklijke Nederlandse Maatschappij ter bevordering der Pharmacie.