ECLI:NL:RBMNE:2024:7002

Rechtbank Midden-Nederland

Datum uitspraak
17 december 2024
Publicatiedatum
20 december 2024
Zaaknummer
11249190
Instantie
Rechtbank Midden-Nederland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Proces-verbaal
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Schadevergoeding na onzorgvuldig uitvoeren van gevelwerkzaamheden

In deze zaak heeft gedaagde in november 2022 de gevel van het huis van eiser vernieuwd. Na afloop van de werkzaamheden constateerde eiser schade aan zijn woning, waaronder schade aan ramen, kozijnen, deuren en sloten. Eiser stelt dat gedaagde deze onderdelen niet goed heeft afgedekt tijdens de werkzaamheden, terwijl gedaagde dit ontkent en andere oorzaken voor de schade aanvoert. Beide partijen hebben expertiserapporten laten opstellen om de schade en de oorzaak ervan te beoordelen. De kantonrechter heeft op basis van deze rapporten geoordeeld dat een deel van de schade is ontstaan door het niet goed afdekken van de ramen en kozijnen door gedaagde, en dat gedaagde deze schade moet vergoeden.

De kantonrechter heeft vastgesteld dat de schade aan de ramen en kozijnen, die door gedaagde is veroorzaakt, moet worden vergoed. De totale schadevergoeding is begroot op € 5.082,00. Gedaagde had echter ook een vordering in reconventie ingesteld wegens een onbetaalde factuur van eiser. De kantonrechter heeft geoordeeld dat de vordering van gedaagde in reconventie moet worden afgewezen, omdat eiser succesvol een beroep op verrekening heeft gedaan. Uiteindelijk moet gedaagde € 3.338,39 aan eiser betalen, naast de expertisekosten en buitengerechtelijke kosten. De kantonrechter heeft de proceskosten van eiser toegewezen en de vordering uitvoerbaar bij voorraad verklaard.

Uitspraak

RECHTBANKMIDDEN-NEDERLAND
Civiel recht
Kantonrechter
Zittingsplaats Utrecht
Zaaknummer: 11249190 \ UC EXPL 24-5288
Proces-verbaal van de mondelinge uitspraak van 17 december 2024
in de zaak van
[eiser],
wonende te [woonplaats] ,
eisende partij in conventie,
verwerende partij in reconventie,
hierna te noemen: [eiser] ,
gemachtigde: [A] ,
tegen
[gedaagde] , HANDELENDE ONDER DE NAAM [handelsnaam],
wonende te [woonplaats] ,
gedaagde partij in conventie,
eisende partij in reconventie,
hierna te noemen: [gedaagde] ,
gemachtigde: mr. S. van Steenwijk.
De zitting wordt gehouden in het gebouw van de rechtbank in Utrecht.
De zaak wordt behandeld door mr. N.A.J. Purcell, kantonrechter, en mr. R. van de Meent als griffier.

1.De procedure

1.1.
Het verloop van deze procedure blijkt uit:
- de dagvaarding met producties,
- de conclusie van antwoord, tevens eis in reconventie.
1.2.
De mondelinge behandeling vond plaats op 17 december 2024. Hierbij waren [eiser] , [gedaagde] en hun gemachtigden aanwezig. Partijen hebben de vragen van de kantonrechter beantwoord en hebben op elkaar gereageerd. Na afloop van de mondelinge behandeling heeft de kantonrechter mondeling uitspraak gedaan met toepassing van artikel 29a van het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering. Die mondelinge uitspraak en de motivering daarvan is hieronder opgenomen in paragraaf 3 en 4. Paragraaf 2 is toegevoegd voor de duidelijkheid.

2.De zaak in het kort

2.1.
[gedaagde] heeft in november 2022 de gevel van het huis van [eiser] vernieuwd. Nadat [gedaagde] zijn werkzaamheden had afgerond, constateerde [eiser] schade. Hij stelt dat [gedaagde] de ramen, kozijnen, deuren en sloten niet goed heeft afgedekt tijdens de werkzaamheden. [gedaagde] ontkent dat hij tijdens de werkzaamheden niet goed heeft afgedekt en zegt dat er andere redenen moeten zijn voor de schade aan het huis van [eiser] . Beide partijen hebben een expertiserapport laten opstellen om te beoordelen hoe de schade is ontstaan en hoe hoog de schade is. De kantonrechter oordeelt aan de hand van deze expertiserapporten dat een deel van de schade is ontstaan doordat [gedaagde] niet goed heeft afgedekt. [gedaagde] moet die vergoeden.
2.2.
[gedaagde] heeft ook een tegenvordering (een vordering in reconventie) ingesteld. [eiser] heeft volgens hem namelijk de laatste factuur die hij heeft gestuurd, niet betaald. Aangezien [eiser] (in conventie) een beroep heeft gedaan op verrekening, dat slaagt, wordt de vordering in reconventie afgewezen.

3.De beoordeling

[gedaagde] heeft de ramen, kozijnen en sloten van [eiser] niet goed afgeplakt
3.1.
[eiser] verwijt [gedaagde] dat hij bij het uitvoeren van de gevelwerkzaamheden schade heeft toegebracht aan onder andere ramen en deuren in zijn woning. [gedaagde] ontkent dit. [eiser] heeft zijn stellingen onderbouwd met een uitgebreid expertiserapport van [onderneming 1] ( [onderneming 1] ). Bij het schadeonderzoek door [onderneming 1] was er ook een deskundige aanwezig die door [gedaagde] is aangesteld. Deze deskundige heeft ook een rapport opgemaakt. De kantonrechter heeft in de beoordeling van de zaak met name naar deze twee rapporten gekeken.
3.2.
Uit de rapporten moet de kantonrechter afleiden dat er wel degelijk dingen mis zijn gegaan tijdens het uitvoeren van de werkzaamheden door [gedaagde] . De deskundige van [onderneming 1] legt op pagina 9 uit dat uit een aantal feiten en omstandigheden blijkt dat het niet anders kan dan dat het toch niet goed is gegaan met het afplakken van de ramen en raamkozijnen. De deskundige schrijft:
‘ [gedaagde] geeft aan dat de gevels met zand en water werden gestraald. Tijdens het zandstralen van de gevels werden volgens [gedaagde] alle kozijnen afgeplakt en beschermd. Als dit goed uitgevoerd zou zijn geweest, dan was er geen straalzand in de sponningen van de kozijnen terecht gekomen. Daar waar sprake is van steenslag op de ramen is deze het gevolg van de straalwerkzaamheden van [gedaagde] , evenals de vervuilingen door straalzand.’
Iets verderop schrijft de deskundige:
‘Ook is voegmortel in de rubbers van de kozijnen terecht gekomen en straalzand in de kozijnen. Dit duidt wel op onzorgvuldig werken en het niet correct beschermen van ramen en kozijnen door [gedaagde] ’.
Gegeven deze overwegingen van de deskundige, kan het niet anders dan dat de ramen niet goed waren beschermd tijdens het uitvoeren van de renovatiewerkzaamheden aan de gevel. [gedaagde] is daarom tekortgeschoten in de nakoming van de overeenkomst.
[gedaagde] heeft tijdens zijn werkzaamheden schade veroorzaakt aan het huis van [eiser]
3.3.
De vervolgvraag is welke schade door die tekortkoming is veroorzaakt. Ook daarvoor kijkt de kantonrechter naar de rapporten van de deskundigen. De belangrijkste geclaimde schade is schade aan ramen en kozijnen. In het rapport van [onderneming 1] worden drie verschillende soorten schade aan ramen en kozijnen genoemd:
  • steenslag of pitjes in de ramen en straalzand in de kozijnen;
  • krassen in de beglazing (volgens [eiser] twee verschillende soorten krassen, die op twee verschillende momenten zijn ontstaan, en allebei aan [gedaagde] zouden zijn te wijten) en
  • melkaanslag op de ramen.
3.4.
Op basis van het rapport van [onderneming 1] oordeelt de kantonrechter dat de steenslag of pitjes in de ramen en het straalzand in de kozijnen, de eerste soort geconstateerde schade, is veroorzaakt door de tekortkoming van [eiser] . [onderneming 1] heeft dit als zodanig geconcludeerd en de kantonrechter volgt de deskundige in zijn oordeel.
3.5.
De kantonrechter kan niet vaststellen dat de krassen in de beglazing door [eiser] zijn veroorzaakt. Het zou best kunnen dat er een verband bestaat tussen de schade en de werkzaamheden van [gedaagde] , of het later schoonmaken van de ruiten door [gedaagde] , maar er kan ook een andere oorzaak zijn. De deskundige van [onderneming 1] zegt dat hij de krassen niet kan relateren aan de werkzaamheden van [eiser] . Aangezien [eiser] zich beroept op het rechtsgevolg van deze stelling en [gedaagde] die gemotiveerd heeft betwist, ligt het risico van deze ‘welles-nietes’ bij [eiser] . De kantonrechter oordeelt dan ook dat de krassen in de beglazing niet aan [gedaagde] kunnen worden toegerekend.
3.6.
De derde soort schade die de deskundige heeft geconstateerd, de melkaanslag, is volgens de deskundige van [onderneming 1] wel weer een gevolg van de werkzaamheden van [gedaagde] (het impregneren). Maar deze schade lijkt niet zo erg. Volgens [gedaagde] is de aanslag makkelijk te verwijderen. [gedaagde] heeft op de zitting gezegd dat hij zulke aanslag verwijdert met Antikal. [eiser] heeft hier niets tegenin gebracht, en heeft op de zitting erkend dat [gedaagde] er ook in is geslaagd de melkaanslag te verwijderen op de ruiten waar hij heeft geprobeerd die te verwijderen. Deze schade speelt daarom verder geen rol; hij kan onmogelijk de kosten van vervanging van ruiten (en daar gaat het hier om) rechtvaardigen.
3.7.
Naast de schade aan de ramen, heeft de deskundige ook geconstateerd dat er schade is aan de voor- en achterdeur van [eiser] . Ook over deze schade zegt de deskundige nergens dat deze het gevolg is van de werkzaamheden van [gedaagde] , behalve wat betreft het hang en sluitwerk. Dat is verontreinigd met straalzand. Voor de krassen op de deuren wordt geen verband gelegd met de werkzaamheden van [gedaagde] . De kantonrechter oordeelt daarom dat wat betreft de deuren, enkel de schade aan het hang en sluitwerk (dat wil zeggen: de kosten om de verontreiniging met straalzand te reinigen) vergoed moet worden door [gedaagde] .
De schade wordt begroot op € 5.082,00
3.8.
Dan resteert enkel nog de vraag welk bedrag aan schadevergoeding moet worden betaald. Ook hierover hebben de twee deskundigen zich uitgelaten.
3.9.
Wat betreft de ramen:
  • zegt [onderneming 1] dat 15 ramen en het glas in de schuifpui moeten worden vervangen. Dit kost volgens [onderneming 1] € 6.920,00 exclusief btw; en
  • zegt de deskundige die [gedaagde] heeft aangesteld dat het verwijderen van stof en straalzand uit de kozijnen en sloten € 2.330,00 kost. Daarnaast berekent hij dat het vervangen van één van de ramen € 400,00 kost en dat alle andere ramen moeten worden gepolijst voor € 615,00, alles ook exclusief btw.
3.10.
De deskundigen zijn het er dus niet over eens of kan worden volstaan met het demonteren en reinigen van de kozijnen (straalzand) en het daarna polijsten van het glas en het vervangen van slechts enkele ramen (de deskundige van [gedaagde] ) of dat bijna alle ramen (15 stuks) en het glas in de schuifpui moeten worden vervangen ( [onderneming 1] ). De kantonrechter volgt [onderneming 1] . [onderneming 1] heeft namelijk uitgelegd dat het beter is de ramen te vervangen. Van de zijde van [gedaagde] is hier niets tegenin gebracht.
3.11.
De kantonrechter heeft al overwogen dat alleen van de schade van de steenslag of pitjes in de ramen en van het straalzand in de kozijnen kan worden gezegd dat deze is veroorzaakt door de werkzaamheden van [gedaagde] . Uit de rapporten van de deskundigen wordt niet duidelijk hoeveel ramen schade van steenslag of pitjes en het straalzand in de kozijnen bevatten en hoeveel ramen alleen krassen hebben. De kantonrechter moet daarom schatten welk deel van de ramen vervangen moet worden en hoe hoog de kosten daarvan zullen zijn. De kantonrechter schat dat dit, kijkend naar de bedragen die de deskundigen hebben genoemd, op € 5.000,00 exclusief BTW. [eiser] zal wel btw moeten betalen wanneer hij de schade wil laten herstellen. Inclusief btw komt dat op € 6.050,00.
3.12.
[gedaagde] heeft een ‘nieuw voor oud’ verweer gevoerd. Dat wil zeggen: als er nieuwe ramen in het huis van [eiser] worden gezet, zullen dit betere en nieuwere ramen zijn dan wanneer de schade niet was toegebracht en [eiser] de oude ramen nog had gehad. [eiser] had ramen uit 2016. De kantonrechter oordeelt dat [gedaagde] dit verweer terecht voert. Partijen hebben niets aangevoerd over hoe hoog die aftrek moet zijn. De gemiddelde levensduur van ramen is volgens zoekresultaten in Google 35-40 jaar. De kantonrechter zal het bedrag van de schadevergoeding voor de ramen met 20% verminderen vanwege het ‘nieuw voor oud’ verweer. Voor het glaswerk is de te vergoeden schade daarom € 4.840,00.
3.13.
Naast de schade aan het glaswerk, heeft de kantonrechter ook vastgesteld dat [gedaagde] schade heeft toegebracht aan het hang- en sluitwerk van de voor- en achterdeur. [onderneming 1] heeft in zijn rapportage € 950,00 exclusief btw opgenomen voor het herstellen van de achterdeur met drie raamvleugels en € 853,00 exclusief btw voor het herstellen van het voordeurpaneel. De schade voor het herstellen van krassen op de deuren wordt echter niet toegewezen, omdat niet kan worden vastgesteld dat deze het gevolg zijn van de werkzaamheden van [gedaagde] . De kantonrechter wijst echter wel een schadepost toe voor het reinigen van het hang en sluitwerk, waar straalzand in terecht is gekomen. Deze schade begroot de kantonrechter op € 200,00 exclusief btw, dus € 242,00 inclusief btw. Dat is tweemaal het door [onderneming 1] genoemde bedrag voor één deur.
3.14.
Dit betekent, bij elkaar opgeteld, dat [gedaagde] € 5.082,00 moet vergoeden voor de schade die hij tijdens zijn werkzaamheden heeft toegebracht aan het huis van [eiser] .
[gedaagde] moet € 3.3338,39 betalen aan [eiser]
3.15.
[gedaagde] heeft zelf echter nog een vordering van € 1.743,61 van een factuur die [eiser] nog niet heeft betaald. In conventie is door [eiser] vandaag een beroep gedaan op verrekening. Aan alle voorwaarden voor verrekening is voldaan. De onbetaalde factuur wordt daarom verrekend met de schadevergoeding. [gedaagde] moet dan nog € 3.338,39 betalen aan [eiser] .
[gedaagde] moet de expertisekosten, buitengerechtelijke incassokosten en wettelijke rente betalen
3.16.
[eiser] heeft expertisekosten gemaakt en gevorderd. Deze expertisekosten wijst de kantonrechter toe, maar exclusief btw. De kosten zijn redelijk gemaakt en de kantonrechter heeft het expertiserapport van [onderneming 1] ook gebruikt in zijn beoordeling. De btw over de expertisekosten wordt wel afgewezen, omdat de gemachtigde van [eiser] niet heeft aangevoerd dat de rechtsbijstandsverzekeraar van [eiser] , en dat is de partij die deze kosten heeft gemaakt, de btw niet kan verrekenen. De expertisekosten die worden toegewezen bedragen daarom € 950,00.
3.17.
De kantonrechter wijst ook de buitengerechtelijke incassokosten toe, maar niet zoals gevorderd. Omdat het toegewezen bedrag een stuk lager is dan gevorderd, worden ook de buitengerechtelijke incassokosten lager. Het bedrag dat aan buitengerechtelijke incassokosten toegewezen zal worden is € 458,84. Deze kosten zijn redelijk omdat deze conform de geldende BIK-staffel over het toe te wijzen bedrag zijn vastgesteld. Ook deze kosten zijn exclusief btw, om dezelfde reden waarom de expertisekosten exclusief btw worden toegewezen.
3.18.
De wettelijke rente wordt gevorderd vanaf 25 november 2022. Als er sprake is van zaakschade is de juridische fictie dat degene die de schade lijdt, vanaf het moment van de schadetoebrenging de schade lijdt. [gedaagde] heeft zijn werkzaamheden uitgevoerd op of rond 25 november 2022. Tijdens deze werkzaamheden heeft hij de schade toegebracht. De wettelijke rente kan daarom worden toegewezen vanaf 25 november 2022.
De overige vorderingen van [eiser] worden afgewezen
3.19.
[eiser] heeft verder een verklaring voor recht gevorderd. Deze verklaring voor recht zal de kantonrechter afwijzen. De kantonrechter ziet geen zelfstandig belang voor de verklaring voor recht naast het verkrijgen van een schadevergoeding, welke de kantonrechter al zal toewijzen.
3.20.
Ook de vordering tot schade op te maken bij staat, zal worden afgewezen. [eiser] heeft deze vordering ingesteld voor het geval de schade groter zou zijn dan hij al had begroot. [onderneming 2] heeft in zijn offerte namelijk gezegd dat het zou kunnen dat de kozijnen moeten worden vervangen. [onderneming 1] heeft wat dat betreft echter geen enkel voorbehoud gemaakt. Er is daarom onvoldoende aanleiding om ook nog eens schadevergoeding, op te maken bij staat, toe te wijzen.
[gedaagde] moet de proceskosten van [eiser] betalen
3.21.
[gedaagde] is grotendeels in het ongelijk gesteld en moet daarom de proceskosten (inclusief nakosten) betalen. De proceskosten van [eiser] worden begroot op:
- kosten van de dagvaarding
141,59
- griffierecht
706,00
- salaris gemachtigde
542,00
(2 punten × € 271,00)
- nakosten
135,00
(plus de kosten van betekening zoals vermeld in de beslissing)
Totaal
1.524,59
3.22.
De gevorderde wettelijke rente over de proceskosten wordt toegewezen zoals vermeld in de beslissing.
3.23.
[gedaagde] heeft ook een vordering in reconventie ingesteld. Dit heeft hij terecht gedaan, want op het moment dat hij de vordering instelde, was de factuur niet betaald door [eiser] terwijl hij wel al betaald had moeten zijn. Er werd door [eiser] tijdens de mondelinge behandeling een beroep gedaan op verrekening, en dat is geslaagd. De vordering in reconventie moet daarom afgewezen worden. De proceskosten in reconventie zal de kantonrechter compenseren, omdat de vordering weliswaar nu wordt afgewezen, maar terecht was op het moment dat ze werd ingesteld. Dat betekent dat iedere partij zijn eigen proceskosten draagt.
De vordering wordt uitvoerbaar bij voorraad verklaard
3.24.
De kantonrechter zal de beslissing uitvoerbaar bij voorraad verklaren, zoals is gevorderd door [eiser] . Dat betekent dat de beslissing moet worden gevolgd, ook als één van de partijen hoger beroep instelt tegen deze beslissing.

4.De beslissing

De kantonrechter
4.1.
veroordeelt [gedaagde] tot betaling aan [eiser] van € 3.338,39, te vermeerderen met de wettelijke rente als bedoeld in artikel 6:119 BW over het toegewezen bedrag, met ingang van 25 november 2022 tot de dag van volledige betaling,
4.2.
veroordeelt [gedaagde] tot betaling aan [eiser] van € 950,00 voor de expertisekosten,
4.3.
veroordeelt [gedaagde] tot betaling aan [eiser] van € 458,84 voor buitengerechtelijke kosten,
4.4.
veroordeelt [gedaagde] in de proceskosten van € 1.524,59, te betalen binnen veertien dagen na aanschrijving daartoe, te vermeerderen met de kosten van betekening als [gedaagde] niet tijdig aan de veroordelingen voldoet en het vonnis daarna wordt betekend,
4.5.
veroordeelt [gedaagde] tot betaling van de wettelijke rente als bedoeld in artikel 6:119 BW over de proceskosten als deze niet binnen veertien dagen na aanschrijving zijn betaald,
4.6.
verklaart dit vonnis uitvoerbaar bij voorraad,
4.7.
wijst het meer of anders gevorderde af.
Deze mondelinge uitspraak is gewezen door mr. N.A.J. Purcell en in het openbaar uitgesproken in aanwezigheid van de griffier.
Hiervan is dit proces-verbaal opgemaakt.